Genks animatiebedrijf viert première
Gisteravond werd op de 71ste editie van het filmfestival van Cannes de animatiefilm ‘Another Day of Life’ aan het publiek voorgesteld. Meteen een eerste hoogtepunt voor de Belgische cinema, want het Genkse bedrijf Walking the Dog van Eric Goossens en Anton Roebben zorgde voor de indrukwekkende animatie van deze prent.
‘Another Day of Life’ , een animatiefilm met documentairemomenten in een regie van de Pool Damian Nenow en Spanjaard Raúl de la Fuente, draait in de officiële selectie, maar buiten competitie.
Toch maakt de film kans op de Camera D’Or, de prijs voor een eerste of tweede film. De film focust op ervaringen tijdens de Angolese burgeroorlog in 1975 van de beroemde, maar controversiële Poolse journalist Ryszard Kapuscinski, die ook het boek schreef dat aan de basis van de film ligt. Dit Koude Oorlogsverhaal wordt helemaal weergegeven in graphic novel-stijl, af en toe onderbroken door live action-interviews met mensen die de bloedbaden over- leefd hebben en Kapuscinski goed gekend hebben.
Waarom springt een Limburgs animatiebedrijf op een project rond een Pool tijdens de Angolese burgeroorlog?
Eric Goossens: “Wat mij aantrok was een vergeten verhaal. De 60 kilometer lange weg die Kapuscinski aflegde, lag bezaaid met lijken. Daar heeft niemand het nog over. Bovendien gaat de film over de vuile spelletjes die nu nog gespeeld worden. Toen was dat tussen Zuid-Afrika en Amerika enerzijds en Rusland en Cuba anderzijds. Met een enorme verwarring tot gevolg. Zoals vandaag de dag in Syrië. Je hebt zoveel jaren later opnieuw dezelfde gekken aan het werk. Maar ze heten nu Trump en Poetin.”
En op grafisch vlak?
“Ook op dat vlak bleek het een zeer ambitieus project omdat alle animatietechnieken, van moeilijk tot gemakkelijk, hier samenkwamen en daar houden we bij Walking the Dog wel van. We willen dingen doen die wat anders zijn dan de klassieke animatie en dachten dat deze film wel eens potten zou kunnen breken.”
Was het een verrassing toen jullie vernamen dat de film in de officiële selectie van Cannes zat?
“We hoopten er wel op. Dus een echte verrassing was het niet. Venetië wilde de film ook wel, maar in de bulldozer die Cannes is, krijg je nu eenmaal meer pers en aandacht. We hebben het eigenlijk te danken aan het lobbywerk vanuit Brussel én de vrouw van festivaldirecteur Thierry Frémaux die een fan van de film bleek. Intussen is de film al verkocht aan Engeland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg en werd hij geselecteerd voor het animatiefilmfestival van Annecy en het festival van San Sebastian.”
Walking the Dog begint op een hoger niveau te spelen. Denken jullie aan uitbreiden?
“We hebben het heel goed kunnen managen met wat we hadden. Maar nu voelen we dat we met Participatiemaatschappij Vlaanderen of anderen moeten gaan praten. We zijn immers geen Studio 100 met een financiële matras. We moeten nu iets vinden om grote projecten zonder kleerscheuren af te handelen.”
Zie je de Genkse site uitbreiden?
“We hebben in Genk een capaciteit van 15 tot 20 mensen. Alleen is het zo dat de Limburgse animatieschool, waar ik ook les geef, niet groot genoeg is om heel veel afgestudeerden af te leveren. We zitten daar met een limiet aan talenten. Maar genoeg talenten aantrekken is niet alleen een probleem in Limburg, maar ook in heel België.”