“En nu de nul wegvegen in de Champions League”
Bart Verhaeghe wil volgend jaar de titel, beker en Europees succes
Knuffels uitdelen: dat moesten voorzitter Bart Verhaeghe en CEO Vincent Mannaert het vaakst doen gisteren. Dat en interviews geven. Beide bestuursleden zien de toekomst van hun Club na titel nummer vijftien rooskleurig tegemoet. Vooral voorzitter Verhaeghe toonde zich euforisch: “Wij willen meedoen op alle fronten.”
Er was één moment dat hij twijfelde, Vincent Mannaert. Toen Club op Charleroi met een 1-0-achterstand de rust in ging. “Maar toen Ruud Vormer daar het moment pakte, een knappe vrije trap scoorde en zo iedereen meetrok, wist ik dat het voor ons zou zijn. We werden vooraf als een outsider beschouwd, maar over het hele jaar bekeken zijn we gewoon de verdiende kampioen.” Voorzitter Verhaeghe vergeleek het met een marathon. “Een zeer lange race waar je soms eens met een tekort aan suiker zit. Wij hebben de meet als eerste bereikt. En dat maakt me heel fier.” En rijk. De miljoenen van de Champions League worden richting Brugge gestuurd. Als je de weinig eervolle 0 op 18 tijdens de vorige CL-campagne wil uitwissen kun je met die centen aardig investeren in nieuwe spelers. “Door de titel nu al te pakken, hebben we een weekje extra tijd gekocht om ons werk te doen”, aldus Mannaert. “Maar we gaan onze tijd nemen. Ik weet hoe moeilijk het is om trofeeën te pakken, dan moet je genieten van dit sportieve succes.” Verhaeghe toonde zich wel al ietsje enthousiaster dan zijn CEO. “Op drie jaar tijd is Club Brugge de beste ploeg van het land. We
hebben twee titels gepakt en werden een keer tweede. Ik vrees het volgende seizoen niet meer. Dit Club heeft een duurzame structuur. Het vertrek van Michel Preud’homme was een domper, maar Ivan Leko kwam terecht in een goede structuur en werd niet aan zijn lot overgelaten. We zullen er volgend jaar gewoon opnieuw staan. We willen weer kampioen spelen, weer de bekerfinale halen en de nul wegvegen in de Champions League.”
Waarna de voorzitter ook nog de toekomst van het Belgische voetbal aankaartte. Vooral de VAR waar hij na de match tegen Anderlecht nog zo tegen tekeer ging, kreeg veel aandacht. “We hebben als Belgische clubs beslist om daarin te investeren omdat we de professionaliteit van onze arbitrage willen verbeteren. Ik wou met mijn kritiek iets duidelijk maken. Dat er fouten mogen gebeuren, maar dat men er wel uit leert. Ik hoop dat de arbitrage de pijnpunten nu aanpakt. Tegen Standard hebben we alvast goede arbitrage gezien. Dat vond ik toch.”