“Liegen in een spel kan best”
Limburgse pastoors zien geen zonde in ‘mollende’ collega Pieter
Na acht weken speuren en gissen mag iedereen het weten: De Mol is Pieter Delanoy (33), priester in het dagelijkse leven. Een pastoor die negen medespelers en bijna een miljoen kijkers wekenlang bedriegt, misleidt en saboteert, kan dat wel? Zijn Limburgse collegapriesters vinden het alvast geen probleem: “Binnen het kader van een spel is liegen niet liegen.”
HASSELT -
“Ben jij de Mol?” Presentator Gilles De Coster vroeg het net voor de grote finale vlakaf aan de drie overgebleven deelnemers. Pieter zei van niet, zonder blikken of blozen. Een pertinente leugen, bleek even later. Dat het niet zijn enige misleiding was, zal zondag in de slotaflevering van de zesde jaargang van ‘De Mol’ ongetwijfeld blijken.
“Geen speciaal mens”
Daarmee schendt Pieter zowel het zevende (‘Vlucht het stelen en bedriegen’) als het achtste gebod (‘Ook de achterklap en het liegen’). Al zien zijn collega’s dat met plezier door de vingers. “Het gaat hier om een spelletje, en dat was voor iedereen duidelijk”, zegt Theo Mathijs, pastoor in Kiewit. “Zelfs een minister zou daar ongestraft mogen liegen (lacht).”
Priester Jan Beliën uit As treedt hem bij. “Het opzet van het tvprogramma is dat er één iemand is die saboteert, en de andere deelnemers weten dat er zo iemand bij is. Een dokter mag ook niet liegen, maar binnen zo’n spel kan het wel.”
Ook priester Thieu Tielens uit Bilzen ziet het probleem niet: “De opvatting dat een priester een speciaal mens zou moeten zijn, is verkeerd. Waarom zou jij mogen liegen en ik niet? Ik hoor dat Pieter ook leraar is en toestemming gevraagd heeft aan zijn directie. Dus wat is het probleem?”
Vloek noch spot
Naast het zevende en het achtste gebod trad Pieter tijdens zijn verblijf in Mexico meermaals het tweede gebod (‘Zweer niet ijdel, vloek noch spot’) met de voeten. Regelmatig liet hij zich betrappen op een flinke vloek of krachtterm. “Maar dan komen we bij de vraag: ‘Wat is vloeken eigenlijk?’, zegt pastoor Tielens. “Ook ik gebruik geregeld bepaalde ‘uitdrukkingen’ die ik vroeger in mijn omgeving gehoord heb. Maar als ik ‘nondedju’ zeg, heeft dat voor mij niets meer met God te maken. Pas als ik bewust God erbij betrek, kan je volgens mij van vloeken spreken. En dat heeft Pieter in ‘De Mol’ zeker niet gedaan.” Ongetwijfeld heeft de pastoor van Assebroek met zijn deelname aan het programma het imago van de priester in Vlaanderen sterk verbeterd. Ook dat kunnen zijn Limburgse collega’s enkel toejuichen, al zullen ze zich niet meteen zelf inschrijven. “Maar dat heeft eerder met mijn persoonlijkheid te maken”, zegt Beliën. “Ik weet niet of het onze taak is om mee te doen aan dergelijke tv-spelletjes. Maar het is in ieder geval goed dat de Kerk zich niet opsluit.”