“Een catastrofe die niemand kent”
Met de steun van de erfgoedcel Mijnerfgoed en de provincie heeft filmmaker Tijs Posen een erg aangrijpende documentaire uitgewerkt over de rol van de vrouw in de Limburgse mijnen. Aan de hand van getuigenissen, met als centrale figuur Maria Zangari van Winterslag, geeft Posen een kijk in het donkerste verleden van onze mijngeschiedenis waarin koolstof de grootste producent was van weduwen en wezen. “In de mijnstreek weten ze wel dat die mijnen in het kader van de welvaart een heel grote tol hebben geëist”, zegt Posen. “Maar daarbuiten zijn maar heel weinig mensen daarvan op de hoogte.” Een exact cijfer van het aantal mijnwerkers in onze provincie dat bezweek als gevolg van koolstof of silicose is er niet. Onder meer omdat de ‘stoflong’ pas in 1963 erkend werd als beroepsziekte. Het was een ijkpunt in de mijngeschiedenis, die voorafgegaan werd door een lange periode van strijd en gezaaide twijfel. Onder meer omdat de mijndirectie aanvoelde dat ze bij die erkenning dieper in de buidel zouden moeten tasten. Het zette ook een rem op maatregelen die het stof in de mijn moesten verminderen, en op het overplaatsen van mijnwerkers die al aangetast waren. Duizenden Limburgse gezinnen werden geconfronteerd met de wurgende aandoening. Zelfs met de beste medische zorgen kon niet voorkomen worden dat een getroffen mijnwerker als een langgerekte verdrinking stikkend aan zijn einde kwam. En dat doosje recente lokale geschiedenis trok Tijs Posen open.
De rol van de vrouw
“Ik was eigenlijk op zoek naar onbekende interessante verhalen”, zegt filmmaker Posen. “Ik had ooit eens voor TVL een werk gemaakt over gedreven personen. En daar was Maria Zangari bij. Wat in heel de mijngeschiedenis zelden aan bod is gekomen, is de rol van de vrouw en het gezin. En nog veel minder wat het voor het gezin betekende als vader de mijn inging om te werken. Maria hoorde tot een tussengeneratie. Haar vader had in de mijn gewerkt en was overleden aan stoflong.” Maria herinnert zich nog dat ze ’s nachts in het ziekenhuis aan het bed van vader Domenico sliep. “Hij was er slecht aan toe en ik wilde hem niet alleen laten”, zegt Maria. “’s Nachts hoorde ik een vreemd luguber geluid, van iemand die probeerde te ademen maar dat niet kon. Het kwam van het bed langs mijn vader. Toen ik de verpleegster vroeg wat er gaande was, kreeg ik als antwoord dat de man aan het sterven was. Dat was voor mij shockerend, maar voor hen dagelijkse kost. Ik ben nog altijd heel kwaad dat ze die mijnwerkers letterlijk en figuurlijk lieten stikken.”
Eenmalig
Het is een catastrofe die, volgens Posen, buiten de mijnstreek bijna niemand kent. De filmmaker wilde voor zijn film ook met de moeder van Maria praten. “Ze vroeg of ze wat vriendinnen mocht uitnodigen”, gaat Posen verder. “Uiteraard. Er zaten zeven vrouwen aan tafel. En elk van hen was haar man kwijt aan stoflong. Dat is toch best wel heftig. In de mijnstreek weten ze wel dat die mijnen in het kader van de welvaart een heel grote tol hebben geëist. Maar daarbuiten zijn maar heel weinig mensen daarvan op de hoogte. En nog minder van wat de gevolgen daarvan waren voor de mijnwerkersgezinnen.”
De film bestaat uit interviews met families uit Genk, Beringen en Maasmechelen, aangevuld met fragmenten die Posen kon putten uit het archief van de VRT. “We hebben de rechten voor één vertoning gekocht”, gaat Posen verder. “Willen we de film nog vaker vertonen, dan moeten we bijbetalen. Maar dat hangt voor een stuk af van de belangstelling. Ik heb recent een fragment via sociale media verspreid en zonder er bekendheid aan te geven, hebben er toch al meer dan 22.000 mensen naar gekeken. Dat is hoopgevend”, besluit de filmmaker.
Voor mij was die stikkende man in het ziekenhuis een shock, maar voor de verpleegkundigen dagelijkse kost
Maria ZANGARI
We zaten met zeven vriendinnen van de moeder van Maria aan tafel. Alle zeven waren ze hun man verloren aan stoflong
Tijs POSEN
→