“Mijn grootste ontgoocheling? Deze regering!”
Rudy De Leeuw neemt na twaalf jaar afscheid als voorzitter van het ABVV
“I follow my people, for I am their leader” oftewel “Ik volg mijn mensen, want ik ben hun leider”. Dat gezegde was de voorbije twaalf jaar het uitgangspunt van Rudy De Leeuw (65). Op 1 juni gaat hij met pensioen, de voorzitter van het Algemeen Belgisch Vakverbond ABVV. Hoewel de meesten hem kennen als een keiharde vakbondsleider die niet vies is van een harde staking of betoging, is Rudy De Leeuw een sympathieke man. Hoog tijd voor een laatste groot interview.
170.000 extra jobs? Op het vlak van werkcreatie presteren wij gemiddeld veel slechter dan de rest van Europa
Woensdag zijn de drie grote vakbonden opnieuw door Brussel getrokken om te protesteren tegen de pensioenplannen van de federale regering. Volgens de politie waren er 55.000 betogers. De bonden telden 70.000 deelnemers, wat er bijna drie keer meer zijn dan bij de vorige pensioenbetoging in december. Voor Rudy De Leeuw was het zijn laatste grote vakbondsbetoging als ABVV-voorzitter. Al twijfelt geen mens eraan dat hij er ook volgende keer zal bij zijn, als gewone militant welteverstaan.
Bent u tevreden over de betoging?
“Die vraag stellen is een open deur intrappen (lacht). Ja! We hebben onze inschrijvingen nog eens geverifieerd en wisten dat we sowieso boven de 50.000 gingen zitten.”
Toch wilde u de dagen voordien geen prognose over het aantal te verwachten betogers geven. Bewust?
“Als we er 50.000 hadden voorspeld en het zouden er 60.000 zijn geweest, dan zou men woensdag simpelweg droog hebben gezegd dat we ons doel hebben gehaald. Nu waren het er 70.000, toch een heel pak meer. Met prognoses moet je opletten, net zoals je dat met verkiezingspeilingen moet doen. Als je die niet haalt, heb je ook verloren.”
Hoe komt het dat er nu drie keer meer waren dan in december?
“In december hebben we de betoging in drie weken tijd georganiseerd. De betoging van woensdag werd twee maanden geleden al aangekondigd, waardoor we de laatste drie weken volop hebben kunnen mobiliseren. Bovendien hebben we een Pensioenkrant uitgegeven, waardoor de mensen veel beter geïnformeerd waren. Maar ook de regering heeft met haar wanbeleid inzake pensioenen voor die massale opkomst gezorgd.”
Toch waren het vooral de overheidsdiensten die kwamen opdagen?
“Neen, ook de privésector. En het onderwijs was zeer goed vertegenwoordigd, omdat die mensen nu ook van heel dichtbij worden geconfronteerd met de discussie over de zware beroepen en hun pensioenen. Zes maanden geleden stelde Onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) hen nog gerust dat alles wel in orde zou komen. Maar zij heeft het pensioendossier niet in handen, hé.”
Zij is toch een van de sterkhouders van CD&V, en die zit op federaal niveau toch in de regering?
“Ja, maar als ze afwijkt van de pensioenregeling en zegt dat ze mogelijk gaat maken dat mensen uit het onderwijs twee jaar eerder met pensioen kunnen, stel ik me de vraag: gaat de Vlaamse begroting dat dan via een ander statuut betalen?”
Dus wat ze een half jaar geleden zei, stelde niets voor?
“Het is goed dat ze in de publieke opinie haar mensen steunt. Wij hebben dat graag. Ze mag dan wel invloed hebben, de hefbomen heeft ze niet in handen, niet op Vlaams niveau, noch op federaal niveau want dit dossier is daar in handen van de liberalen.”
Als orgelpunt van de betoging mochten jullie symbolisch lottoballetjes gooien naar militanten met maskers van ministers. Wie was uw doelwit?
“Ik heb minister van Financiën Johan van Overtveldt (N-VA) gekozen, omdat die niet het geld bij mekaar brengt dat nodig is. De Karaattaks heeft iets opgebracht, maar niet de 50 miljoen extra die was vooropgesteld. En voor de effectentaks staan de boegdeuren zo wijd open dat dit schip onvermijdelijk zal zinken. De Kaaimantaks tenslotte brengt nul euro op. Nochtans heb ik Open Vld-voorzitster Gwendolyn Rutten al eens uitgenodigd om samen naar de Kaaimaneilanden te gaan om te kijken welke Belgen daar echt verblijven, zodat die dan vrijwillig hun Kaaimantaks zouden kunnen aangeven (lacht). En mocht het u interesseren: ik heb uit de vijver van de Pensioentoren twee balletjes gevist: nummer 45 en 67, niet toevallig verwijzend naar 45 jaar werken en pensioen op 67 jaar. Deze regering is van de pensioenen echt wel een slechte loterij aan het maken waarbij er enkel verliezers zullen zijn.”
Het is niet voor niets een moeilijk dossier?
“Het Pensioendossier zou er veel eenvoudiger uitzien als de taxshift gefinancierd zou zijn. Om u een voorbeeld te geven: één procent vermindering van de sociale bijdragen van werkgevers kost 1,3 miljard euro. Met dat geld bekostig je 80 procent van onze eis om iedereen met een loopbaan van 45 jaar een netto pensioen van 1.500 euro per maand te geven. Ons voorstel is dus perfect betaalbaar, en het zal bij de volgende regeringsonderhandelingen door de socialisten op tafel worden gegooid.”
Een hoger pensioen is geen overbodige luxe. Uitgezonderd Duitsland bengelt België terzake helemaal achteraan?
“Duitsland met zijn onvolledige loopbanen en mini-jobs is niet aan de orde. Waar wij iets meer dan 10 procent van ons bruto binnenlands product uitgeven aan pensioenen, is dat in Oostenrijk al 15 procent. Dus onoverbrugbaar is dat niet.”
Die inhaalbeweging vereist keuzes maken. Waar willen jullie het geld halen?
“Dat is heel gemakkelijk. Als u dit soort vragen stelt, is dat heel plezant voor mij
(lacht). Die 1,3 miljard euro is maar één voorbeeld uit ons pensioenalternatief. De bijdragen van de werkgevers van 32 procent op 25 procent brengen, kost miljarden euro’s. Dat is geld dat men anders had kunnen besteden.”
Die lastenverlaging leverde tot nu toe wel al 170.000 extra jobs op?
“Excuseer, dat is zo’n platitude die wordt verspreid. Op het vlak van werkcreatie presteren wij gemiddeld veel slechter dan de rest van Europa. De nieuwe banen zijn er niet gekomen door het beleid, wel door de economische groei. En ook qua groei zitten wij achteraan in het Europese peloton, ondanks alle voordelen die deze regering de werkgevers heeft gegeven. Idem voor de gecreëerde tewerkstelling. Trouwens, als we kijken naar de kwaliteit van die tewerkstelling, zien we die van mindere orde is. Het gaat vooral om parttime jobs. Ook het aantal dagcontracten in de interimsector is meer dan verdubbeld.”
Heeft Pensioenminister Daniel Bacquelaine (MR) daar oren naar? Wanneer hebt u het laatst met hem aan tafel gezeten?
“In december. En ik heb me echt moeten sterk maken om te blijven zitten. Die man luistert gewoon niet en zegt gewoon hoe hij het ziet. Ik heb hem tien jaar geleden toevallig in een debat ontmoet - hij was toen Senator - en hij zegt vandaag nog altijd hetzelfde. Hij verwijst ook nu naar de Duitse staatsman Otto von Bismarck, die het pensioen op 65 op poten zette. De minister vergeet dat dit 120 jaar geleden is, in de tijd dat de gemiddelde levensverwachting amper 63 of 64 jaar was. Ondertussen zijn we wel geëvolueerd naar een welvaartsstaat waarin de mensen gemiddeld minstens 80 jaar oud worden. Het feit dat we allemaal langer leven is voor hem het probleem. En dat is dan weer de schuld van de socialisten.”
En toch, ook experten zeiden de voorbije week dat het huidige pensioensysteem ondoorzichtig en onrechtvaardig is. Dan zijn hervormingen toch aan de orde?
“Neen, want deze regering is er een nieuw kluwen van aan het maken. Trouwens, het pensioensysteem voor de privésector is vrij eenvoudig. En ook de mensen in de overheidsdiensten begrijpen hun systeem ook perfect.”
Ondertussen zit het dossier van de zware beroepen in de laatste rechte lijn?
“Wij gaan volgende week in het beheerscomité van de federale pensioendienst de wetteksten krijgen. Die gaan over het principe, maar dat bevat twee grote weeffouten. Eén: hoe zwaarder het werk, hoe korter de loopbaan maar ook hoe lager het pensioen. Dat is toch onvoorstelbaar. En twee: een van de vier factoren wordt niet erkend als volwaardig, namelijk stress. De kassiersters bij Delhaize zullen niet in aanmerking komen als zwaar beroep, ook al moeten ze veel sneller werken. Ook kleuterleidsters zullen niet op de lijst van zware beroepen staan.”
Er moet toch een grens worden getrokken? Straks wordt elk beroep een zwaar beroep?
“Neen, we zeggen bijvoorbeeld niet dat iedereen in de zorgsector een zwaar beroep heeft, maar uiteraard wel het verzorgend personeel. Wat de regering nu wil als ‘verzachter’ voor het optrekken van de pensioenleeftijd tot 67 jaar, gelooft niemand. Iemand die vanaf zijn 18de veertig jaar nachtwerk doet, krijgt op zijn 58ste dus 42 loopbaanjaren maar komt niet aan zijn 45 loopbaanjaren, terwijl hij in feite tot 67 jaar moet werken? Wie gelooft dit nog?”
Uw partij zat van 1988 tot 2014 onafgebroken in de federale regering. Waarom zijn toen de noodzakelijke hervormingen niet doorgevoerd?
“De socialisten hebben wel voor de pensioenbonus en welvaartsvastheid van de
pensioenen gezorgd. Ook de gelijkgestelde periodes zijn er door de socialisten gekomen. En het Generatiepact uit 2005 van Verhofstadt II hebben we nadien op bepaalde punten wel rechtgezet. Ik zeg u: er zijn nooit regeringen met socialisten geweest die maatregelen hebben genomen om de pensioenen te verminderen. Dat kan niet van de regering-Michel worden gezegd. Het eerste wat ze heeft gedaan, is de pensioenbonus afschaffen.”
Secretaris Rob Urbain van ABVV Limburg noemde u in deze krant een zwakke voorzitter. Anderen beweren dat het samenhouden van de Waalse en Vlaamse vleugel binnen het ABVV uw grootste realisatie als voorzitter is?
“Ik weet wie dat heeft gezegd en ik ben daar echt niet goed gezind van geweest. Ja, ik heb de eenheid van onze organisatie bewaakt. Ik vind dat belangrijk. Wie mij dat altijd op het hart heeft gedrukt, is een Limburger die u goed kent en die er spijtig genoeg niet meer is: Steve Stevaert. Jullie provincie heeft dan ook altijd de traditie gehad van over de taalgrens te kijken. Hoeveel Limburgers zijn er de voorbije decennia niet in Wallonië gaan werken en hebben daar het sociale systeem aan den lijve ondervonden. Zelfs in het voetbal zie je dat, met de vele ZuidLimburgse supporters voor Standard Luik.”
Hoe zit het vandaag met de eenheid binnen het ABVV?
“Die is groter dan ooit. Naast die eenheid hecht ik ook veel belang aan het getal, onze anderhalf miljoen leden dus. Zij zijn de echte kracht die we hebben. Daarnaast ligt ook het gemeenschappelijk vakbondsfront me na aan het hart.”
Toch beweren velen dat uw Waalse vleugel door de extreemlinkse PVDAPTB is geïnfiltreerd?
“Mensen kijken richting PVDA. Dat is zeker een feit. Maar er is geen enkele partij die zegt wat wij moeten doen: niet sp.a, niet de PS en niet de PVDA. De vakbond heeft zijn eigen structuur. Maar we hebben politieke partijen nodig, om onze standpunten te verdedigen in het parlementaire werk en om beleidsverantwoordelijkheid op te nemen zodat we dingen kunnen veranderen. Als dus iemand militant is van de PVDA en hij doet geen zaken die volgens onze statuten ontoelaatbaar zijn - militeren voor rechts-extremistische, fascistische, racistische of seksistische gedachten - is hij welkom. Op voorwaarde dat hij binnen de vakbond de vakbond vooropstelt..”
Merkt u een grote verschil tussen uw
Vlaamse en Waalse vleugel?
“Het gemeenschappelijk gedachtengoed wordt evenveel gedragen door onze Vlaamse en Waalse leden. Dat er verschillen zouden zijn tussen wat men in Vlaanderen en Wallonië aanvoelt, lijkt me de logica zelve. Ik zeg niet dat deze regering geen democratische draagvlak heeft in het parlement. Alleen is er geen maatschappelijk draagvlak in Wallonië, omdat de MR er amper een kwart van de kiezers vertegenwoordigt. Men had in 2014 perfect een klassieke tripartite kunnen vormen.”
Wat is uw grootste ontgoocheling als ABVV-voorzitter?
“Deze regering! Nochtans heb ik daar in 2014 al voor gewaarschuwd. Men besefte toen te weinig dat het sociaal model op het spel stond. De rol van de vakbonden wordt door deze regering totaal genegeerd. Weet u dat het bijna twee jaar geleden is, van bij de gesprekken over het Interprofessioneel Akkoord, dat ik Charles Michel nog heb gezien?”
Sindsdien heeft u hem dus niet meer gezien?
“Jawel, op tv (lacht hard).” U spreekt nog altijd met veel passie. Vindt u het niet erg dat u eind deze maand moet stoppen?
“Het is de regel dat je je mandaat uitdoet en geen nieuw begint als je 65 jaar bent. Ik vind dat goed zo. Je moet ook de fitheid blijven hebben, fysiek en mentaal. En eerlijk, ik begin dat toch te voelen. Trouwens, met Guy Verhofstadt, Yves Leterme, Herman Van Rompuy, Elio Di Rupo en Charles Michel heb ik vijf premiers versleten, en met Johan Vande Lanotte, Caroline Gennez, Bruno Tobback en John Crombez vier sp.a-voorzitters gekend. Het leven gaat in de politiek dus blijkbaar sneller dan in de vakbond
(lacht). Trouwens, tot mijn 66ste ga ik het ABVV, ACV en ACLVB onbezoldigd blijven vertegenwoordigen als voorzitter van het Europees vakverbond EVV.”
Er wordt op de deur van De Leeuws kantoor geklopt. “Ik zeg: de Limburgers zitten hier. Dan moet ik zeker even langskomen”, lacht Miranda Ulens, de Truiense die vanaf 1 juni hét gezicht van het ABVV in Vlaanderen wordt (Robert Vertenueil volgt De Leeuw op als voorzitter).
Hoe gaat u vanaf volgende maand uw dagen doorbrengen?
“Ik ga vooral tijd proberen in te halen met mijn vier kleinkinderen Ella (2), Leon (4), Gil (10) en Senne (11). Pas op, de voorbije maanden probeerde ik ook al om eens een namiddag vrij te nemen, om de twee kleinsten op te vangen of om eens met de twee oudsten te gaan zwemmen.”
En voor de rest?
“Ik zal ook wat meer tijd hebben om te zwemmen en te fietsen. En een boek lezen zal binnenkort niet langer ’s avonds laat moeten. Drie jaar geleden ben ik gitaarlessen beginnen nemen. Die zitten nu al enkele maanden in het slop. Ik ga die dus snel hernemen.”
Misschien kan u binnenkort met John Crombez een bandje starten?
“(Lacht). Dat is nog eens een idee. Toen John voorzitter werd, kochten ze hem een gitaar. Maar weinigen weten dat hij eigenlijk een basgitarist is. Ik verzeker u nu: afkicken van deze job zal makkelijker gaan dan velen denken.”
Afkicken van deze job zal makkelijker gaan dan velen denken
Rudy De Leeuw Voorzitter ABVV