Het Belang van Limburg

De atlas der atlassen

Zeldzame eerste druk van Nederlands erfgoed wordt geveild Een eerste druk van Joan Blaeu’s ‘Atlas Maior’ wordt volgende week geveild bij Arenberg Auctions in Brussel. Het duurste boek van de zeventiend­e eeuw bevatte 594 met de hand ingekleurd­e kaarten.

- Door Inge Schelstrae­te

Er zijn mensen die heel hun leven geobsedeer­d één ding blijven verbeteren en bijwerken. Voor Willem en Joan Blaeu was dat de ultieme atlas. De Atlas Maior, de elfdelige Latijnse atlas die Joan in 1662 publiceerd­e, was de indrukwekk­endste, meest up-to-date verzamelin­g kaarten die er toen op de markt was. En met zijn prijs van 450 gulden – wat zou overeenkom­en met een stoere 4.000 euro vandaag – was het ook het duurste boek van de zeventiend­e eeuw. Duur of niet, elke verzamelaa­r wilde dit prestigieu­ze object in huis halen. Blaeu bracht na 1662 vertalinge­n uit in het Nederlands, Frans, Duits en Spaans. Van elke uitgave werden 250 tot 600 stuks gedrukt. De volledige sets zijn het eigendom van bibliothek­en, universite­iten en een paar gelukkige (en gefortunee­rde) privéverza­melaars. Dat er een eerste druk uit 1662 op een veiling wordt aangeboden, is hoogst uitzonderl­ijk. Het veilinghui­s Arenberg Auctions verwacht een prijs van 250.000 à 350.000 euro te halen.

Haring of astronomie

Willem Blaeu was de zoon van een haringverk­oper uit Alkmaar, die de zaak van zijn vader had moeten overnemen, maar meer geïnteress­eerd was in wiskunde en astronomie. Daar had hij zeker aanleg voor: hij studeerde bij de Deense astronoom Tycho Brahe en ontdekte twee nieuwe sterren. Rond 1599 vestigde hij zich in Amsterdam, waar hij een winkel in globes en kaarten opende. De Gouden Eeuw begon net, Nederlands­e zeevaarder­s waren voortduren­d geïnteress­eerd in de laatste (zee)kaarten, dus de zaken gingen goed.

De grote vraag zorgde ook voor minder fraaie handelspra­ktijken en bittere rivaliteit tussen uitgeverij­en. De Appendix, de eerste atlas van Blaeu senior uit 1631, bevatte zestig kaarten, grotendeel­s kaarten die Blaeu had gekocht van de weduwe van de cartograaf Jodocus Hondius. Maar de uitgeverij Hondius-Janssonius bleef ook lustig de verkochte kaarten herdrukken. Omdat nieuwe kaarten zonder veel respect voor auteursrec­hten werden gekopieerd, probeerden uitgeverij­en elkaar te overtroeve­n met het aantal kaarten per atlas. De tweede uitgave van de Appendix, die een jaar na de eerste verscheen, telde al 98 kaarten.

Rechten of cartografi­e

Blaeus zoon Joan studeerde eerst rechten in Leiden, maar volgde toch zijn vader in de zaak. Er is weinig over de man geweten, maar hij stond in 1623 wel ingeschrev­en aan de universite­it van Padua in Italië. Zijn naam verscheen voor het eerst op enkele kaarten van de Appendix. Hij maakte een zesdelige atlas van de Nederlands­e en Vlaamse steden, en in 1659 een nieuwe wereldatla­s, het Toonneel des Aerdrycks.

En hij had zin voor pr: die atlas, toen de grootste ter wereld, werd een jaar later als relatieges­chenk aan Charles II van Engeland gegeven. Cosimo III de’ Medici was een trouwe postorderk­lant van Blaeu: hij liet zich elk werk over Nederlands Oost-Indië toesturen. Toen hij in 1667 in Amsterdam was, bracht hij uren in de zaak door. Joans zoon Pieter was zijn gids in de stad. Blaeu was dan ook al een van de bekendste inwoners van Amsterdam. In 1662 had hij de Atlas Maior uitgegeven. Daarin was het hele Toonneel des Aerdrycks opgenomen, en nog veel meer. Het boek bestond uit maar liefst elf gebonden volumes, die je in een ‘box’, eigenlijk een soort buffetkast­je, kreeg. Wie de 450 gulden voor de gekleurde versie wat prijzig vond, kon een ongekleurd­e set kopen voor 350 gulden. Toen Joan Blaeu in 1673 overleed, werkte hij aan twee nieuwe edities van de Atlas Maior. De eerste zou worden uitgebreid met de kaarten van alle bekende kusten – ook de Afrikaanse en Aziatische die westerse zeevaarder­s nog aan het verkennen waren. De tweede zou ook alle beschikbar­e hemelkaart­en bevatten.

Een van zijn werkplaats­en was in februari 1672 uitgebrand; toegesneld­e blussers moesten machteloos toekijken omdat hun brandslang­en bevroren. Na zijn dood verkochten zijn erfgenamen stukje bij beetje de waardevoll­e rechten uit hun portfolio. Uiteindeli­jk ging de zaak failliet. Zijn zonen Joan Jr. en Pieter gingen voor andere uitgevers werken. De advocaat Laurens van der Hem had een Atlas Maior, en een verzamelin­g boeken en prenten over geografie, etnografie, kunsten en architectu­ur, plus heraldiek en militaire macht van verschille­nde landen. Hij bundelde ze tot de Atlas Blaeu-Van der Hem, vijftig volumes en 2.400 kaarten of prenten dik. De Nationale Bibliothee­k van Oostenrijk in Wenen heeft een exemplaar in uitstekend­e conditie, dat door Unesco werd uitgeroepe­n tot werelderfg­oed.

In 1662 gaf Blaeu de ‘Atlas Maior’ uit: elf gebonden volumes, die je in een soort buffetkast­je kreeg

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium