“Een op de twee ambtenaren heeft zwaar beroep”
Open Vld en N-VA vinden lijst veel te lang
BRUSSEL -
N-VA en Open Vld vinden de lijst van zware beroepen voor ambtenaren veel te lang. Volgens de N-VA zullen 360.000 mensen bij de overheid een zwaar beroep hebben en stellen ze zich vragen bij de betaalbaarheid. Voor de vakbonden is de lijst te nemen of te laten. Het is twijfelachtig of ministerraad vandaag het licht op groen zet.
Er is een hele reeks beroepen die geen voorkeurregeling hadden maar nu op de lijst staan. Vooral het zorgpersoneel valt op.
BRUSSEL - De lijst van de zware beroepen voor ambtenaren (zie rechts) die de christelijke vakbond ACV en de liberale VSOA hebben onderhandeld met minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) wordt vandaag in de ministerraad besproken. N-VA en Open Vld hebben gisteren al laten weten dat ze die lijst veel te lang vinden, maar voor de vakbonden is die te nemen of te laten. Volgens berekeningen van de N-VA zullen 360.000 mensen bij de overheid een zwaar beroep hebben.
“48% van de ambtenaren heeft een zwaar beroep, dat zijn er 280.000”, zegt Kamerlid Jan Spooren (N-VA). Maar ook contractuelen die voor de overheid werken, krijgen dezelfde rechten als de vastbenoemden. “Dat gaat nog eens om 83.000 mensen of 24% van de contractuelen.” Zijn partij heeft vragen over de betaalbaarheid. Vincent Van Quickenborne, Kamerlid en ex-minister van Pensioenen (Open Vld), vindt ook dat de lijst korter moet omdat anders de hele hervorming uitgehold wordt. Want de privésector moet ook nog een lijst maken. De vakbonden willen in elk geval niet dat de regering aan de lijst prutst. “Die lijst mag altijd verbeteren, maar niet slechter worden”, zegt Luc Hamelinck (ACV). “Als ze er beroepen gaan uithalen, dan hebben we geen akkoord meer. We hebben hier de voorbije maanden lang aan gewerkt samen met de liberale vakbond en de minister. De minister heeft elke stap in de onderhandelingen berekend. Aangezien hij deze lijst aanneemt, betekent dit ook dat die past in het budget (70 miljoen, nvdr).” Van de beroepen die op de lijst staan, zijn er ook zeer veel die nu ook al een voorkeursregeling hebben en dus geen 45 jaar moeten werken voor een volledige loopbaan. Maar die voorkeursregimes worden allemaal afgeschaft, het systeem van zware beroepen komt in de plaats. Dat is gebaseerd op vier criteria: fysiek zwaar werk, moeilijke uurroosters (ploegen en nachtarbeid), veiligheidsrisico en stress. Voor elk van deze criteria, kan 1 jaar extra tellen. Voor 1 criterium telt een jaar voor 1,05 jaar, voor twee criteria voor 1,10, voor drie is dat 1,15. “Drie of vier criteria levert geen verschil op”, zegt François Fernandez (VSOA). “De regering heeft stress namelijk niet als apart criterium aanvaard.”
In het totaal kunt u zo 2 tot 6 jaar vroeger met pensioen dan iemand die de volledige rit moet uitzitten. U moet wel minstens 10 jaar een zwaar beroep uitoefenen alvorens u in aanmerking komt en u kunt vanaf het moment dat het wordt ingevoerd - in 2020 - ook tot 10 jaar teruggaan in de tijd.
Zorgpersoneel
In elk geval zijn er een paar beroepen die zeker langer zullen moeten werken omdat ze hun voorkeurregime verliezen en niet op de lijst staan. Dat zijn de docenten uit het hoger onderwijs, de magistraten en de schooldirecteurs. Maar ook veel van degenen die nu op de lijst staan - zoals militairen en treinpersoneel zullen al langer moeten werken dan nu. Niemand mag namelijk voor zijn 60ste vertrekken.
Maar er is ook een rist van beroepen die momenteel geen voorkeursregeling hadden en straks dus wel: verpleegkundigen, vuilnisophalers, kinderverzorgers, de telefonisten in noodcentrales, civiele bescherming, ambulanciers, personeel van jeugdinstellingen en gemeenschapsinstellingen, cipiers en buschauffeurs. Vooral het zorgpersoneel valt op.
Pensioenbedrag
Dan is er nog de discussie over de berekening van uw pensioenbedrag. Bacquelaine zal een systeem voorzien waardoor een ambtenaar geen pensioen verliest vergeleken met de huidige situatie. Maar als u minder lang moet werken dan nu, dan krijgt u ook maar pensioen voor de jaren die u heeft gewerkt en dat is dus minder. Tenzij u - ondanks uw zwaar beroep - toch langer doorwerkt, dan krijgt u een bonus. Een jaar in een zwaar beroep telt dus wel extra voor uw loopbaanjaren, maar niet voor uw pensioenbedrag.