VANUIT HET FEDERAAL PARLEMENT
De erfenis van Mawda
De dood van de tweejarige Iraaks-Koerdische peuter Mawda bij een politieachtervolging vorige week in Bergen blijft politiek nazinderen. Donderdag in de Kamer kregen zowel justitieminister Koen Geens (CD&V) als staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) vragen over de dramatische zaak. Het overlijden van Mawda heeft alles in zich om uit te groeien tot een nieuw symbooldossier. Net zoals de dood van de Nigeriaanse Semira Adamu op 22 september 1998 - met een kussen verstikt toen ze zich verzette tegen haar repatriëring - doet deze zaak ons voor de eerste keer echt reflecteren over de diep menselijke kant van een politiek probleem dat de afgelopen maanden voor zo veel polarisatie tussen links en rechts heeft gezorgd: dat van de transmigranten die naar het Verenigd Koninkrijk willen en hier geen asiel willen aanvragen.
Met de kleine Mawda, gestorven door een politiekogel, heeft de transmigrant een gezicht gekregen en dat bemoeilijkt de harde politieke besluitvorming, zo bleek gisteren uit het antwoord van Geens (foto) en Francken. Geens excuseerde zich zelfs voor de communicatie van het parket, dat eerst had ontkend dat de politie schuld had aan haar dood. Francken zei niet veel later dat de ouders van Mawda hoewel ze het bevel hebben gekregen het grondgebied te verlaten - tijdens het onderzoek niet “actief uit het land zullen worden gezet” en dus voorlopig niet terug moeten naar Irak. Hoewel N-VA-minister Jambon vorige week naar aanleiding van de problemen rond het Noordstation nog liet optekenen dat transmigranten prioritair in gesloten asielcentra zullen worden opgesloten, geldt dat voor de ouders van Mawda dus niet. Uitzonderingen maken, is nochtans niet het handelsmerk van Francken, maar in dit geval beseft ook de hardliner van de N-VA dat hij het onder druk van de publieke opinie niet kan maken om de familie op te sluiten en ze zo de begrafenis van hun eigen dochter te ontzeggen. Ook aan het strenge asielbeleid van Theo zijn dus menselijke grenzen.
Maar nog veel meer dan Francken, is het vooral premier Michel die electorale schade kan lijden door dit symbooldossier. Niet toevallig werden de ouders van Mawda maandag, op een feestdag, meteen ontvangen bij de premier. Michel wil zo de kritiek van de linkse Franstalige partijen op zijn harde asielbeleid in de kiem smoren. In alle menselijkheid liet de premier zelfs weten dat de familie wellicht een tijdlang in België kan blijven. Tot hij werd teruggefloten door de realiteit. Want net als alle andere transmigranten kunnen Mawda’s ouders pas bescherming krijgen in ons land als ze een asielaanvraag indienen. Francken liet gisteren fijntjes weten dat ze dat nog altijd niet hebben gedaan. En dus kan er ook van een humanitair visum geen sprake zijn, hoe graag de premier dat ook zou willen. Zo zit ook de politiek stilaan gevangen in de paradox van de transmigranten en is het hoog tijd voor oplossingen. Hopelijk is dat de erfenis die Mawda ons nalaat.