GEENS VOLHARDT NA AANSLAG IN LUIK
Minister van Justitie doorstaat vragenvuur
BRUSSEL - Met een hem typerend technocratisch betoog drukte een bijwijlen emotionele justitieminister Koen Geens (CD&V) donderdagmiddag in de Kamer alle vragen rond zijn aanblijven de kop in. Oppositie én coalitiepartner Open Vld reageerden teleurgesteld. Zij willen meer antwoorden.
De afgelopen dagen kwam er heel wat kritiek, zowel van meerderheid als oppositie, op de beslissing van minister van Justitie Geens om Benjamin Herman penitentiair verlof toe te kennen. Zo bleek Herman zich tot twee maal toe niet aan de voorwaarden te hebben gehouden. In 2010 kwam hij te laat terug, in 2016 keerde hij zelfs helemaal niet meer terug naar de gevangenis. De politie pakte hem toen op na een nieuwe diefstal.
Niet lichtvaardig
Donderdagmiddag in de Kamer moest minister Geens zich verdedigen tegen aanvallen uit alle richtingen. Volgens de minister was de beslissing om Herman verlof toe te kennen, wel degelijk weloverwogen. “De recidive was de reden waarom hij nooit in voorlopige vrijheid is gesteld door de strafuitvoeringsrechtbank. Hij heeft 18 maanden lang geen enkel penitentiair verlof gekregen. Maar alle straffen opgeteld, zonder onderbreking, liep zijn straf sowieso in 2020 af. In maart dit jaar is er een sociaal onderzoek gevoerd. Dat was gunstig. De moeder en zussen hebben op een positieve evolutie gewezen. Het gevaar om slachtoffers te belagen, leek beperkt. Dit was geen beslissing die lichtvaardig werd genomen.”
Geens wees ook op de duizenden dossiers die elk jaar worden behandeld. “Volgens sommigen ben ik een lakse minister van Justitie, maar wij hebben net bijkomende mogelijkheden gecreëerd om vergunningen en verloven in te trekken, dat heeft ervoor gezorgd dat het mislukkingspercentage (waarbij de voorwaarden niet worden nageleefd) is gestegen van 8 tot 1215%. Vroeger was dat 8 procent. Maar slechts in 1/5 van die gevallen, of zo’n 2 tot 3 procent is er ook sprake van recidive. Wil men dat risico niet nemen, dan moeten we alle gevangenen tot het einde van hun straf laten zitten, maar wat zal dan het risico zijn?”
Radicalisering
Dat Herman ondanks aanwijzingen voor radicalisering, onder andere nog een rapport uit de gevangenis van afgelopen vrijdag, niet in de databank met geradicaliseerde gevangenen stond, verklaart Geens als volgt: “Er waren twee rapporten van de Staatsveiligheid waarin de naam van de dader zijdelings werd vermeld. Zowel de Cel Extremisme binnen het gevangeniswezen als het OCAD hebben na onderling overleg beslist dat de vermelding van de naam met het kleine zinnetje dat erbij staat, te licht woog om hem op de lijst te zetten.”
“Dat is nadien een noodlottige beslissing gebleken. Maar een belangrijkere vraag is of het een foute beslissing was? Nadien is het eenvoudig om te zeggen dat ze de verkeerde beslissingen hebben genomen. De diensten die vandaag slapeloze nachten hebben omwille van de steek die ze ergens zouden hebben laten vallen, verdienen ook ons respect.”
Universiteit van criminaliteit
Geens voelt zich dan ook niet politiek verantwoordelijk voor wat er dinsdag in Luik gebeurde. Binnen de regering werd zijn positie ook nooit in vraag gesteld, klonk het gisteren in de Kamer. N-VA had het expliciet niet over Geens’ politieke verantwoordelijkheid. Alleen coalitiepartner Open Vld ging harder door, vooral omdat de minister met minder antwoorden kwam dan verhoopt. Zo vroeg Kamerlid Carina Van Cauter (Open Vld) eerder al om het strafuitvoeringsbeleid te herbekijken, omdat het systeem van verlengde penitentiaire verloven meer misbruik heeft opgeleverd. Stefaan Van Hecke (Groen) eist ook meer actie tegen de radicalisering in de gevangenissen, die hij “de universiteiten van de criminaliteit” noemde.
Premier Michel (MR) belooft dat de regering werk zal maken van een analyse om te bekijken hoe het systeem van strafuitvoering kan worden verbeterd. “Wij voelen zowel de extreme droefheid als de commotie en woede bij de bevolking”, sprak Michel. “Elk jaar zijn er duizenden aanvragen voor penitentiaire verloven die beoordeeld moeten worden door de bevoegde diensten. Wij zullen een analyse maken hoe we dat kunnen verbeteren. Ik lanceer daarom een oproep tot eenheid, over meerderheid en oppositie, om ons land sterker te maken. Dat is de grootste eer die we de slachtoffers kunnen bewijzen.”
Geen ontslag
Alleen oppositiepartij Vlaams Belang vroeg uiteindelijk het ontslag van Geens, maar daar denkt de minister niet aan. “Volharden op momenten dat het moeilijk gaat, is soms moeilijker dan op te geven. Na twee nachten slapen heb ik ervoor gekozen dat niet te doen. Uit de wil om beter te doen, haal ik de moed en de volharding om voort te gaan.”