“Kinderen horen enkel nog Frans via Stromae”
Twaalfjarigen scoren slecht op eindtermen voor Frans
HASSELT - Zeven op de tien leerlingen in het zesde leerjaar halen de eindtermen op de Franse luisterproef, voor lezen is dat zelfs niet eens de helft (45 procent). Dat blijkt uit een studie van de KU Leuven bij meer dan 2.000 twaalfjarigen. Wetende dat die eindtermen de minimumdoelen zijn, gaat het dus zeer slecht met de kennis van de tweede landstaal bij onze jeugd. Hoe komt dat? “Als je, op Stromae na, geen Frans meer hoort op de radio op tv, is dat voor een kind allesbehalve motiverend.”
Niet geheel onverwacht blijkt uit diezelfde studie ook dat kinderen die buiten de schooluren met Frans in contact komen, beter scoren. Iets wat ze in basisschool Atheneeke in Tongeren, op zo’n zes kilometer van de taalgrens, kunnen beamen. “In sommige klassen zitten vijf Franstalige leerlingen, en dan zie je toch dat hun Nederlandstalige klasgenootjes zich ervoor openstellen om met hen te kunnen communiceren”, zegt directeur Chris Vandormael. “Net daarom organiseren wij in de tweede graad al een initiatie Frans. Daar brengen we kinderen al met de taal in contact, om hun interesse te wekken. Dat doen we met tal van leuke activiteiten, zodat de leerlingen echt zin krijgen om Frans te leren.”
Buiten het boekje
De studie van de KU Leuven toont ook aan dat de houding van de leerkracht bepalend is. Spreekt die vaak Frans in de klas, dan zijn de resultaten op de leesproef beter. Iets wat Marie-Jeanne Teelen, di- recteur van basisschool De Berk in Paal (Beringen), beaamt: “Wij hebben hier het geluk in de derde graad over deskundige leerkrachten te beschikken die van talen houden, en de leerstof los van het boekje levensecht maken. Maar om dat te kunnen, moet je het Frans zelf wel uitstekend beheersen. Leerkrachten bij wie dat niet het geval is, zullen zich strikt aan de voorgeschreven lessen houden, en daar krijg je dat jonge publiek minder enthousiast mee.”
Moet er dan meer aandacht zijn voor Frans in de lerarenopleiding? “Toch wel”, denkt Teelen. “Maar het feit dat mensen die uit een beroepsopleiding kunnen doorstromen naar de lerarenopleiding, speelt ook een rol. Zij hebben vanuit het secundair onderwijs niet diezelfde basis voor Frans.” Volgens Ans Hubert, opleidingshoofd lager onderwijs aan de PXL, ligt de lat nochtans hoog genoeg in de opleiding. “Maar eens afgestudeerd zijn er zeker leerkrachten die zich toch veiliger voelen bij de invulschriftjes. En er zijn ook leerkrachten die pas jaren later in de derde graad terechtkomen. Een vreemde taal is dan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de hoofdsteden, niet zo makkelijk zelfstandig op te frissen.”
Geen Brel meer
Niet alleen in Tongeren en Paal ligt de nadruk steeds meer op communicatie tijdens de lessen Frans. En dat is volgens Ans Hubert, opleidingshoofd lager onderwijs aan de PXL, een uitstekende zaak. Hoe komt het dan dat leerlingen toch nog slecht scoren op de eindtermen voor het vak? “Hoe goed het onderwijs ook is, een taal leer je niet alleen in de klas”, zegt Hubert. “Maar terwijl ik vroeger nog Jacques Brel hoorde op de radio en af en toe naar de RTBF keek, is Frans vandaag een echte schooltaal geworden. Op af en toe Stromae na horen kinderen de taal niet meer in hun vrije tijd. Als een kind Engels leert, kan het praten met andere gamers over de hele wereld, en zo goed als alle muziek op de radio beter begrijpen. Die motivatie is er voor het Frans niet. Daar komt nog bij dat de algemene leesvaardigheid achteruitgaat. Waarom zou dat dan voor het Frans anders zijn?”
Het probleem benoemen is één ding, een oplossing vinden is nog iets anders. Want hoe kan je het Frans dan weer hip maken bij tieners? “Net door hen al zo vroeg mogelijk ermee in contact te brengen”, zegt Hubert. “Maak kinderen via taalinitiaties nieuwsgierig, en laat hen al heel vroeg communiceren in een vreemde taal.”