Man van de streek Milan Menten verkent de finale
NEOPROF MILAN MENTEN VERKENT DE DRIE NIEUWE HELLINGEN UIT DE FINALE
Zondag passeert Milan Menten na 64 kilometers ‘zijn’ Rosmeer. Leuk, maar ook niet meer dan dat, zo oordeelde de 21-jarige neoprof van Sport Vlaanderen-Baloise. Liever verkende hij de vernieuwde finale in en rond ‘rondedorp’ Borgloon. We trokken gisteren in Milans zog mee over de flanken van drie nieuwe hellingen die voor de nodige afscheiding moeten zorgen: de Mettekovenberg, Burchtheuvel en Bollenberg.
Mettekovenberg (139,7 km)
“Vanaf hier vooraan
postvatten”
Na 139 kilometer duikt het peloton zondag Mettekoven in om vervolgens meteen weer het vredige dal uit te klauteren. In de Bergstraat klimmen de renners over kasseitjes naar de welbekende Tjenneboom.
Menten: “Volgens mij zullen we zondag voor het bereiken van Mettekovenberg al het nodige hebben meegemaakt. De kasseistroken van Horpmaal en Heks zullen de snelheid ongetwijfeld met een ruk de hoogte injagen. Meteen na Mettekoven wachten ons ettelijke kilometers over smalle landbouwwegen richting de kasseien van het Fonteinhof. Daarom moeten we hier als ploeg op de voorposten komen postvatten.” Neoprof Menten is er de man niet naar om bij de ploegbespreking zijn stem te verheffen.
Menten: “Vorig jaar bij de opleidingsploeg van Lotto Soudal deed ik dat wel omdat er toen ook meer in functie van mij werd gekoerst. Dit seizoen bij Sport VlaanderenBaloise is het meer ieder voor zich. Ergens is dat logisch. Ik maak deel uit van een erg jonge ploeg, een ploeg waarin iedereen wil schitteren om die stap naar een groter team te kunnen zetten. De voorbije maanden hadden Amaury (Capiot, nvdr) en ik veel aan mekaar. En met de West-Vlamingen onderling is dat net zo. Eigenlijk kan je bij ons alleen maar rekenen op de steun van een streekgenoot. Jammer, maar helaas...”
Burchtheuvel (145,7 km) “Doet me wat denken aan de Kapelmuur”
Na de stenen van Gotem draait het peloton de Sint-Truidersteenweg op richting rondedorp Borgloon. Na een razende afdaling over de rijksweg denderen de deelnemers ter hoogte van de rotonde de Loonse Burchtheuvel omhoog.
Menten: “Eigenlijk is het een klim in twee delen. Na de beklimming van de Nieuwe Steenweg slaan we na twee rechtse bochten de Graaf in, die voor een vlak intermezzo zorgt. Het venijn zit ‘m echter in de staart. Vanaf het kapelletje doet de Burchtheuvel verdacht sterk aan het slotstuk van de Kapelmuur in Geraardsbergen denken. En dan doel ik niet enkel op de aarden heuvel waarop het publiek kan postvatten, maar vooral op de stijgingspercentages. Het roadbook maakt gewag van een maximaal percentage van 13%, maar ik denk eerder dat de weg hier 15 à 16 procent richting de hemel knikt. Op de top wachten ons nog een 300 meter over oncomfortabele keien, inclusief enkele technische passages. Heel mooi voor het publiek dat de wedstrijd op het marktplein op groot scherm zal volgen. Geloof me: deze Burchtheuvel gaat voor vuurwerk zor-
gen. De niet-Limburgers zullen flink opkijken.”
“Alles gegarandeerd
op een lint”
Na de tweede passage door Borgloon trekt de karavaan naar de Colenberg om nadien de voornoemde rotonde vanuit de andere windrichting te benaderen. Meteen na die afdaling wachten de stenen van de glooiende Weg naar Heks én… de Bollenberg.
Menten: “Een lastigaard. Aanvankelijk stijgt deze beklimming niet meer dan vals plat. Maar eenmaal tussen de begroeiing helt het tweesporenbeton 12 procent naar omhoog. Verkijk je bovendien ook niet op de listige uitloper voorbij de top. Als het peloton hier nog niet in stukken en brokken uit elkaar ligt, komt het hier gegarandeerd op een lint te zitten. Dit is de fase om met een goed uitgebalanceerd vluchtersgroepje eropuit te trekken. Vooral omdat de Boeshovenberg en de Kolmontberg meteen hierna nog wachten. Met deze vernieuwde finale maken vluchters kans om het tot de finish in Tongeren uit te zingen, ook al spelen de drie lokale ronden niet meteen in het voordeel. Daarom: voor mijn part mag het zondag plenzen. Dan zijn vluchters sowieso in het voordeel, en thuisrijders met parcourskennis evenzeer.” Heeft Menten een collega in het achterhoofd die hij zondag met argusogen zal schaduwen?
Menten: “Daar moet ik niet lang over nadenken: Jérôme Baugnies (Wanty-Groupe Gobert) maakt de laatste weken enorm veel indruk op me. En dit parcours zal hem zeker zinnen. Natuurlijk mag je een Mathieu van der Poel (Corendon-Circus) hier ook nooit over het hoofd zien. En Cofidis komt wellicht met het sterkste blok aan de start. Zeker nu ze Nacer Bouhanni achter de hand kunnen houden voor de eindsprint. Stiekem hoop ik dat de Fransman zich zal verkijken op die listig oplopende aankomst. Eigenlijk moet je sprint al voor de laatste bocht gereden zijn. Enkel wie als eerste of tweede de Eeuwfeestwal opdraait, maakt kans op de zegebloemen.”