Dirigent De Bruyne
België - Costa Rica Ex-Rode Duivels zien 26-jarige middenvelder als de nieuwe leider van de nationale ploeg
Aanwijzingen geven, druk gesticuleren en de hele match door ploegmaats bijsturen. Kevin De Bruyne (26) manifesteert zich steeds meer als dé leider die de Rode Duivels straks in Rusland zo broodnodig hebben. Iemand die het vuur erin houdt en de ploegmaats op hun plichten wijst. Maar is KDB echt al zo ver? We vroegen het Jan Ceulemans, René Vandereycken en Marc Wilmots, drie Rode Duivels die in het verleden het woord leider wel leken uitgevonden te hebben.
Volgens onze WK-analist René Vandereycken, die zelf altijd voorop ging in de strijd, is De Bruyne goed op weg om de leider te worden van deze generatie. Al heeft ook KDB volgens hem nog progressiemarge. “Zo begreep ik niet waarom geen enkele Rode Duivel reageerde nadat Egypte vroeg in de match twee harde overtredingen had gemaakt”,
zegt Vandereycken. “Als Fellaini op dat moment op het veld had gestaan, dan had hij wel gereageerd. De andere middenvelder die dat kan, heeft de bondscoach thuisgelaten (Nainggolan, nvdr.). Ik had het alleszins wel gedaan en misschien gezegd tegen die Egyptenaar: ‘Hou hier maar mee op, of je gaat niet naar het WK.’ Ik hoop in elk geval dat er in Rusland wel spelers zullen opstaan die dat doen.” Want het opnemen voor de ploegmaats betekent nog niet meteen dat je een leider bent volgens Vandereycken. “Dat niet, maar je ploegmaats zullen je wel sneller respecteren. De Bruyne is niet het type dat zal tackelen om de speler
te raken, maar hij zal zijn voet zeker ook niet terugtrekken.”
Status afgedwongen
Vooropgaan in de strijd is dus een eerste kenmerk waarover een patron moet beschikken. Maar welke kwaliteiten moet hij nog in zich hebben?
“Een leider heeft niets met roepen op het veld te maken”, aldus exbondscoach Marc Wilmots, zelf de leider van de generatie die op het WK 2002 werd uitgeschakeld door Brazilië. “Een leider denkt in de eerste plaats aan het collectief denkt. Door de prestaties bij zijn club heeft die een bepaalde status afgedwongen. Spelers die het niet meer weten, moeten bij een leider de bal kwijt kunnen.”
Jan Ceulemans, de leider van de generatie die in 1980 op het EK de finale haalde en in 1986 op het WK de halve finale speelde, beaamt: “Het is vooral met je spel Jan CEULEMANS
Ex-international dat je tot leider wordt gebombardeerd. Ik was ook geen roeper, maar toch had ik een bepaalde invloed. Daarnaast spelen ook karakter en persoonlijkheid een grote rol. Op dat vlak ken ik De Bruyne niet goed, maar dat hij het in zich heeft, zag je al bij Racing Genk.” Wilmots: “De Bruyne heeft het allemaal in zich - Hazard ook overigens - , maar het moet er voor lange tijd uitkomen.”
Slechts plaats voor één
Ook Eden Hazard kan volgens Wilmots dus uitgroeien tot de absolute leider. Waarom dan geen gedeeld leiderschap? Onze twee beste spelers die samen de ploeg dirigeren, kan het beter? Toch is dat geen goed idee, denkt Jan Ceulemans. “Vooral na de rust vond ik De Bruyne zich tegen Egypte tonen als leider”, zegt de Caje. “Waarom? Omdat Hazard er niet meer bij was. Het zijn de ploegmaats die kiezen wie de leider van het elftal is. En als De Bruyne en Hazard samen op het veld staan, is die keuze moeilijker te maken. Na de rust was het alleen De Bruyne en werden alle ballen bij hem ingeleverd. Dan stuur je het spel, dan ben je een leider.”