An Wiggins
“Ik ken mezelf. Als ik nu al top ben, dan zak ik er in de Tour compleet door. Zaterdag in de monstervlucht voelde ik dat ik op hetzelfde niveau zit als vorig jaar. Ik zal er wel staan in la Grande Boucle”, aldus de kopman van Fortuneo-Samsic.
Benoot minder prominent
Tiesj Benoot en Lotto Soudal hoopten heimelijk op een plaats in de top tien, maar de Gentenaar finishte ‘maar’ veertiende. “Het was berezwaar. Elke dag à bloc. In de slotrit zat ik met een geblokkeerde rug zelfs danig in de problemen. Ik lag ver achterop, kon geen kracht zetten in het zadel. Gelukkig kwam ik er daarna wel door. Dit is voor mij een Dauphiné geworden zoals mijn trainer Frederik Broché had uitgetekend. Ik heb genoeg afgezien om later beter te worden. Het is de bedoeling dat ik mijn top bereik in de Tour, en niet zoals vorig jaar in de Dauphiné, toen ik hier twaalfde werd. Ik wil me ook niet vergelijken met Martin en Thomas. Dat zijn niet enkel betere klimmers, maar ze hebben ook geen voorjaar gereden als ik. En ze zijn een pak ouder. Nee, ik ben redelijk tevreden.”
Te lange ploegentijdrit
Al werd dit loodzware Critérium du Dauphiné - ondanks vier Alpenritten en ontelbare cols - toch gehypothekeerd door de ploegentijdrit van 35 kilometer. Om toppers aan te trekken koos organisator ASO voor een kopie van wat er in Chôlet op 9 juli te gebeuren staat. Het zorgde in een koers van één week - met ook al korte bergetappes
- voor veel te grote tijdsverschillen. Team Sky, altijd tuk op de eindwinst hier, blies in die discipline iedereen weg. Alleen Adam Yates en Romain Bardet bleven als tegenstanders over, maar de Fransman stond al op een kleine twee minuten. Waardoor Sky van Geraint Thomas meteen in het defensief kon gaan. En dat spel beheersen de Britten als geen ander. Al van in de tijd van Bradley Wiggins.