Ik haat de Rode Duivels (enfin, tot vandaag)
Elke dinsdag vertelt Bekende Waal en journalist Christophe Deborsu over de grote en kleine politieke dingen bij onze zuiderburen
Het trauma – bon, traumaatje – dateert van 1998 in Frankrijk. Ik volgde er de Rode Duivels op het WK voetbal voor de RTBF. Probleem: na amper drie dagen wilde de toenmalige bondscoach Georges Leekens me de toegang tot de persconferenties ontzeggen. Ik stelde me “te kritisch” op. Als Wetstraatjournalist die heel even in de sportwereld was beland, had ik het niet zien aankomen. Ik had bijvoorbeeld gevraagd waarom de ploeg in een hotel in de buurt van Lyon verbleef terwijl ze twee van haar drie poulewedstrijden in Parijs speelde en de derde in Bordeaux, wat voor onnodige verplaatsingen zorgde. Daarmee zou ik de ploeg hebben gedestabiliseerd, door een soort defaitisme te verspreiden. Na een aanmaning via een tussenpersoon, moest ik me ertoe verbinden in het gareel te lopen. Het duurde (gelukkig) niet lang: de Belgen overleefden de eerste ronde niet. Ik geef het toe: na het fatale gelijkspel tegen Zuid-Korea in het Parijse Parc des Princes kon ik mijn vreugde moeilijk verbergen. Mijn haat tegen de Rode Duivels is daar ontstaan. Zeker toen ik in de blik van sommigen kon aflezen dat ik een deel van de verantwoordelijkheid droeg voor die vroege uitschakeling. Komaan…
Moraal van het verhaal: als relatief jonge politieke journalist zag ik twintig jaar geleden niet in dat er een groot verschil bestaat tussen een voetbalveld en de Wetstraat. Er is maar één nationale ploeg, maar er zijn – gelukkig maar – veel politieke partijen.
Het democratische spel zorgt ervoor dat een kritische blik als normaal wordt ervaren. Monopolieposities zoals die van een nationaal elftal zijn nooit goed. Als de coach en de spelers niet meer met je spreken, heb je niets meer, en de kijkers evenmin. Wie niet buigt, verliest alles. Zoiets kan een reporter zich niet permitteren. Sinds 1998 heb ik dus altijd voor de tegenstander van de Rode Duivels gesupporterd – wat soms voor problemen zorgde aan een groot scherm of in het Koning Boudewijnstadion, als mensen die me herkenden me van vreugde zagen exploderen op een volgens hen verkeerd moment. Maar wordt het nu, twintig jaar later, geen tijd om te vergeven?
Nee… Of misschien toch wel. Zeer lang deden de Duivels het slecht, waardoor ik na de zoveelste nederlaag telkens opnieuw de quasi enige gelukkige Belg was op de aardbol. Maar stel dat “wij” wereldkampioen worden. Niet alleen de N-VA’ers, ook ik zou door collega’s en vrienden die allemaal op de hoogte zijn van mijn aversie worden uitgelachen. Geen fraai vooruitzicht. Dus, ja: vandaag in Het Belang van Limburg word ik officieel supporter van de Rode Duivels. Op één voorwaarde: dat ze het WK winnen.
Go Belgium, Go!