Sterke mannen
Ze waren weer eens fout, de waarnemers die voorspelden - of hoopten - dat de Turkse sterke man Recep Tayyip Erdogan deze keer weliswaar de verkiezingen wel zou winnen, maar misschien toch tot een tweede ronde gedwongen zou worden door uitdager Muharrem Ince. En dat Erdogans AKP geen absolute meerderheid in het parlement zou halen als de pro-Koerdische HDP-partij van Selahattin Demirtas, de man die campagne moest voeren vanuit de gevangenis, de kiesdrempel van 10 procent zou halen. Allemaal fout. Presidentskandidaat Erdogan haalde van in de eerste ronde een comfortabele 52,6 procent, en dankzij de coalitie met de ultranationalisten van de MHP weet hij zich ook de volgende vijf jaar verzekerd van een stevige meerderheid in het parlement. En de waarnemers van de OVSE stelden ook nog eens vast dat de verkiezingen al bij al correct verlopen waren. Veel onregelmatigheden, maar geen echte fraude.
Ze maakten wel melding van een ‘overmatig voordeel’ voor kandidaat Erdogan en een ‘gebrek aan gelijke kansen’ voor de andere kandidaten tijdens de campagne. Erdogan hoeft ook geen verkiezingen te vervalsen. Veel Turken zullen altijd voor hem blijven stemmen omdat onder zijn leiding de levensstandaard in het land met tientallen procenten gestegen is.
Maar daarnaast is Recep Tayyip Erdogan de uitvinder van het concept van ‘illiberale democratie’, waarvan ook onder meer Vladimir Poetin in Rusland, Viktor Orban in Hongarije en Jaroslav Kaczynski in Polen zich bedienen.
De formule is altijd dezelfde: eens verkozen in een machtspositie begint de sterke man de media die hem niet gunstig gezind zijn het leven dermate zuur te maken dat de eigenaars er gewoon mee ophouden of (moeten) verkopen aan een ‘bevriend zakenman’. Tegelijk worden ook ‘bevriende magistraten’ in het gerechtelijk apparaat geschoven die oppositiemedia zware boetes opleggen en hinderlijke opposanten in de gevangenis stoppen. Eens dat dit voor elkaar is, krijgen alleen de sterke man en zijn medestanders nog toegang tot de media en wordt de oppositie doodgezwegen. In Rusland en in Turkije is dat al helemaal gelukt. Viktor Orban is er in Hongarije ook bijna klaar mee, en Jaroslav Kaczynski is er druk mee bezig in Polen.
En het concept slaat aan. Zelfs in de Verenigde Staten is er nu een president die dweept met dictators, in koude oorlog leeft met de media, en bovendien aan een hoog tempo bezig is aartsconservatieve rechters te benoemen. Gelukkig lijken de Amerikaanse media, en de Amerikaanse democratie, nog heel wat sterker dan die aan de oostkant van Europa.
Gelukkig lijken de Amerikaanse media, en de Amerikaanse democratie, nog heel wat sterker dan die aan de oostkant van Europa