Maar opnieuw onvrede bij zijn ploeg Quick Step
Wanneer Quick Step Floors boos is, moet je bij Patrick Lefevere zijn. Maar de CEO was gisteren afwezig. Hij was ’s ochtends naar Rusland gevlogen voor een kort voetbaluitje. De renners en ploegleiders vulden zijn afwezigheid prima: “Triestig van die andere sprintploegen dat ze niet meehelpen.”
Een eigen renner een Tourrit zien winnen op je verjaardag. Na Mark Cavendish in 2015 zorgde Fernando Gaviria gisteren voor de gepaste feeststemming op de 54ste verjaardag van ploegleider Wilfried Peeters. “Een mooi cadeau? We hebben het zeker niet cadeau gekregen. De jongens hebben er allemaal ontzettend hard voor gewerkt. Ik heb de indruk dat veel andere sprintploegen niet willen winnen en liever hebben dat de vlucht voorop blijft. Als ze vandaag voorop gebleven waren, had ik er niet mee ingezeten.”
Toch werden de vier vluchters in de slotkilometer nog gegrepen. “En dan hebben we de rest toch nog mooi lik op stuk kunnen geven. Lotto Soudal heeft in het begin nog wat geholpen, maar nadien ook niet meer. Wij hebben de verantwoordelijkheid wel genomen, en wij winnen verdiend. We hebben nu twee zeges. We zullen de volgende dagen eens twee keer nadenken of we wel op kop zullen rijden. De andere sprintploegen hebben nog niks. Wij hebben niet niks meer te verliezen”, aldus Peeters. Dat Gaviria toch nog voor de zege kon sprinten, dankte hij aan het werk van Tim Declercq. “Ik ben beginnen te rijden vanaf kilometer 60 tot op 15 kilometer van het einde. Dus toch 120 kilometer in totaal. Het verschil met de voorbije dagen was dat het toen op ralenti was, en nu volledig à bloc. Zeker toen Terpstra er op het einde een snok aangaf, deden de beentjes pijn. Gelukkig had ik een goede dag en stak De Gendt toch een klein handje toe. De rest jammer genoeg niet. Ik vind dat als je wereldkampioen bent en de groene trui draagt (doelt op Sagan, nvdr.), je ook wel een beetje verantwoordelijkheid mag nemen.” Debutant Declercq was na de rit te moe om zich op te jagen in de makke houding van de sprintersploegen. Yves Lampaert nam als Belgische kampioen dan maar zijn verantwoordelijkheid. “Dat is toch triestig, hé. Die andere ploegen wilden niks helpen. We zijn het een paar keer gaan vragen... Niks. Noppes. Allez, De Gendt een beetje, FDJ nog minder. Ik snap er niks van. Je gaat toch liever strijdend ten onder dan dit? Ach ja, des te schoner de overwinning en oververdiend voor onze ploeg. We hebben na de ploegentijdrit van gisteren geantwoord met de pedalen. We waren zelfkritisch, maar dat is goed. Er hing een raar sfeertje, maar in ieder huishouden stormt het eens, zeker?”