“Platte rust en dan fris naar de Vuelta”

De opgave van Tiesj Benoot in drie vragen en antwoorden

Dinsdagavond was er nog stille hoop. Voor de rit gisteren in Lorient op gang werd geschoten, zat Tiesj Benoot al op de TGV naar

Rijsel. De tweedegraadsontwrichting aan de rechterschouder hinderde te veel. Zijn Tour zit er op en ook die van New Lotto-Soudal kent een fikse knauw. Drie prangende vragen over de Vlaamse feestdag in mineur. Wat is er aan de hand met Tiesj Benoot?

Een waslijst aan blessures: een tweedegraadsontwrichting aan de rechterschouder, kneuzingen aan ribben, rechterschouderblad en linkerpols, snijwonden aan rechterwenkbrauw en achterhoofd en schaafwonden op heupen, rug, armen en benen. De vijf uur durende treinrit van Lorient naar Lille in zijn eentje – weliswaar in eerste klasse – moet geen pretje geweest zijn. Het was allicht de minste van zijn zorgen. “Toen Tiesj dinsdagavond in het hotel arriveerde, besefte hij dat hij een mirakel nodig had”, zegt sportief manager Marc Sergeant. “Toen hij ’s ochtends opstond en zei dat hij zich niet lekker voelde, wisten we dat het geen zin meer had. We hebben zelfs niet getest op de fiets. Eerlijk gezegd was het nooit een optie geweest om toch te starten”, aldus Sergeant. Starten was medisch onverantwoord. “Tiesj kon zijn schouder amper bewegen. Het stuur vasthouden was onmogelijk, laat staan op de trappers staan. En dat in een rit met duizend en één bochten. Stel je voor dat hij in een van die bochten door die zwakke schouder zou vallen. Hij zou zo collega’s in gevaar kunnen brengen. Zo’n luxatie van de schouder is niet iets wat binnen drie dagen plots geneest. Laat staan wat dat zou geven in de kasseienrit”, zegt ploegdokter Servaas Bingé. Het was Marc Sergeant die de knoop doorhakte. “Twee jaar geleden maakten we hetzelfde mee toen hij na een val in de Ronde van Vlaanderen per se wou starten in Parijs-Roubaix. Twee weken later stond hij stil. Tiesj en ik maakten toen de afspraak dat wij – de technische staf – voortaan zulke beslissingen zouden nemen. We hebben gisteren niet lang gediscussieerd. Hij vond het logisch. Tiesj is geen renner van het kaliber dat blij moet zijn als hij een grote ronde kan uitrijden.”

Hoe moet zijn seizoen verder?

Benoot was gisteren niet bereikbaar voor commentaar, de persdienst van New Lotto-Soudal legt hem een radiostilte op. “Eerst een week platte rust en de schouder immobiliseren, dan zullen we nog eens goed moeten onderzoeken. Want de diagnoses die je als dokter in de Tour vastlegt... Hier in de Tour doe je aan oorlogsgeneeskunde”, zegt Bingé. Maandag kon u in onze krant al lezen dat Tiesj Benoot op 25 augustus zou starten in de Vuelta. Volgens Sergeant is Benoot tien tot veertien dagen out. “Zijn val gebeurde vroeg in de Tour. Het seizoen is nog lang. De Vuelta kan een mooi doel zijn. Al die dagen training op hoogte en de topvorm zullen na deze val en een korte rustperiode niet helemaal uit zijn lichaam zijn. En zelfs al rijdt hij drie weken vol in de Vuelta, dan zal hij nog steeds niet perte totale zijn tegen het WK en Lombardije.” Het was ook in functie van het WK en Lombardije dat Benoot eerst van plan was de Vuelta niet helemaal uit te rijden. Maar nu hij geen drie weken Tour in de benen heeft, zal dat plan wijzigen. En zelfs met de Vuelta in de benen zal hij nog steeds een van de meest frisse renners zijn die op 30 september aan de start staat van het WK in Innsbruck.

Wat zijn gevolgen voor de Tour van New Lotto-Soudal?

Tactisch wijzigt er niks. Naast een ritzege met Greipel in de sprint hoopte de ploeg met Benoot, Vanendert, De Gendt, Marczynski en Keukeleire in een overgangsrit of zelfs een bergrit een lange vlucht met succes te kunnen afronden. Benoot had ook een kleine rol in de sprinttrein van Greipel, maar die functie is inwisselbaar.

In de bergritten was Benoot wel de grootste kanshebber om te kunnen scoren. Vlak voor de Tour had Jelle Vanendert al aangegeven dat hij in bepaalde ritten – zoals die van de Mûr-de-Bretagne – zijn eigen kansen zou opofferen voor Benoot. In principe moet een Vanendert in bloedvorm ook kunnen scoren in een bergrit – hij deed het in 2011 al op Plateau de Beille –, maar de carrosserie van de Peltenaar is beperkter dan die van Benoot. “Tiesj was de man die ons in de bergetappes het meest kon bijbrengen. We moeten nu verder met één kanshebber minder op een ritzege, maar wel een zeer goeie kanshebber”, liet Sergeant uitschijnen dat hij zijn tweede kopman – na Greipel – zag opgeven. Benoot reed heus niet zomaar met rugnummer twee.