Triest einde van moeilijk huwelijk
Mousa Dembélé: topvoetballer, topmens, maar nooit top-Duivel
“De beste speler met wie ik ooit speelde.” Dat is Mousa Dembélé (30) voor al wie zijn pad kruiste. Een crème van een gast voor wie een glimp van de mens erachter kreeg. Onbegrijpelijk dat zo’n rastalent tegen Frankrijk helemaal door het ijs zakte, ongelukkig dat het uitgerekend hem moest overkomen. Het dreigt het einde te worden van één van onze meest gracieuze voetballers.
Enfield, mei 2016. Mousa Dembélé heeft net het beste seizoen van zijn carrière achter de rug en gunt ons in het trainingscomplex van Tottenham een pre-EK-interview. Boezemvriend en pestkop Jan Vertonghen passeert, die dag door Dembélé “de Frank Underwood van Tottenham” genoemd, naar het hoofdpersonage van House of Cards.
Even later komt Dembélé erdoor. Zijn eerste vraag: “Hoe was de reis naar Londen?” waarna hij geïnteresseerd luistert naar ons reisverslag. Dat lijkt een banaliteit, maar in een wereld van gezwollen ego’s is Dembélé een uitzondering. Wars van conflicten en bijzonder beleefd – alleen intimi spreekt hij niet aan in de u-vorm. Het type dat op vakantie gaat naar Tanzania en er vrijwilligerswerk in een weeshuis verricht. Dembélé deed het, vijf jaar geleden. Het gouden hart van de gouden generatie, sociaal één van de meest bindende elementen bij de huidige Duivels. Die dag in Londen kwamen we tot de conclusie dat het EK in Frankrijk eindelijk eens zijn tornooi moet worden. Dembélé poseerde daarom met een baret, druiven en baguette. Maar Frankrijk bracht geen Dembélé grand cru, wel weer eens Château Migraine. Alleen in de 3-0 tegen Ierland kwam hij in actie. Wilmots wisselde hem na 56 minuten. Twee jaar eerder in Brazilië: hetzelfde scenario. In de basis in de openingsmatch, gewisseld na een uur en alleen nog in de ploeg in de overbodige wedstrijd tegen Zuid-Korea. En nu alweer een calvarietocht op dit WK.
Zo mooi, maar zo nutteloos
Nochtans, Mousa Dembélé voor het eerst aan het werk zien, dat is zoals Divock Origi zien debuteren. Andere stijl, maar even uniek. Gracieus, om met open mond naar te kijken. Een openbaring. De bal was zijn minnares. Als kind jonglerend met alles wat rond was, als voetballer dollend met alles rond hem als een panter. Ti-ta Tovenaar tien jaar geleden, anno 2018 “een genie zoals Maradona, Ronaldinho, Jay Jay Okocha”, volgens trainer Pochettino. Eddy Snelders, analist en ooit assistent-bondscoach, heeft de drukte nooit begrepen. De discussies over “het mysterie-Dembélé” werden haast een jaarlijkse traditie. Zei Snelders in maart: “Hij zal ons geen wereldkampioen maken.”
Eddy SNELDERS Vandaag: “Niet omdat Dembélé geen goeie voetballer is, hé. Alleen krijgen sommige spelers zoveel superlatieven, terwijl er dingen door de vingers worden gezien. Dembélé is prachtig als voetballer, maar hij beheerst niet de essentie van voetbal op zijn positie. Geen rendement, te lateraal spel, amper dreiging. Een middenvelder om de controle te houden, maar niet meer.” Dinsdag was hij onherkenbaar. Hij verloor meer ballen in een uur dan anders in een hele maand. Dembélé besefte het zelf. Hij verliet het Sint-Petersburgstadion aan de zijde van Dries Mertens, zonder een woord te lossen. Wel verontschuldigend knipogend. Beleefd, maar even diep ontgoocheld als de rest van het land, in zichzelf én de nederlaag. “Het leek te snel te gaan”, zegt Snelders. “Martinez had erop gespeculeerd dat de rechtsback Pavard niet zou komen, want Hazard stond daar tegenover. Toen dat wel gebeurde, kwam Dembélé in de problemen. Dat was niet voorzien, en een flankspeler is hij niet. Maar eigenlijk had hij gewoon een slechte dag. Zo zwak heb ik hem nog nooit zien spelen. En omdat wat hij best kan - een bal vasthouden - niet lukte, vielen zijn gebreken des te harder op. Zo’n dag kan iedereen overkomen. Daarom is het niet rechtvaardig dat hij nu met alle zonden wordt overladen.”
Luc Nilis of Filip De Wilde
Dembélé debuteerde als 18-jarige bij de Duivels als moeilijk scorende spits. Op clubniveau maakte hij er op zijn best tien, bij de Duivels stokte het na vijf goals. Aan 79 caps zit hij inmiddels. “Als spits moest ik wachten, terwijl ik liever meer betrokken ben bij het spel”, biechtte hij hier op in Rusland. “Lukaku heeft honderd keer meer honger voor de goal dan ik ooit had. Spitsen geven er niet om hoe ze de bal raken, ik wel.”
Het voorstel van Fulham-trainer Martin Jol om naar het middenveld te verhuizen, klonk “als muziek in de oren”. Van aanval naar middenveld luidde ook in dat Dembélé het steeds moeilijker kreeg om een basisplaats te claimen als Rode Duivel. Witsel, Fellaini, Defour: hun profiel was duidelijker. Stilaan werd Dembélé een Luc Nilis, nog zo’n ongelooflijke klasbak, eeuwig geprezen door ploegmaats, maar in het shirt van de Rode Duivels altijd gecontesteerd. Nilis haalde uiteindelijk zijn gram door de Belgen in 1997 naar het WK te schieten tegen Ierland.
Dat is Dembélé mogelijk niet gegund. Want zo zei hij ons twee weken geleden nog: “Het zou best kunnen dat dit mijn laatste tornooi wordt, ja.”
Een mogelijke overstap naar China of Italië, een gezinsleven én een lichaam dat na veertien jaar profvoetbal slijtage vertoont: het heeft de 30-jarige Antwerpenaar aan het denken gezet. Ook onder Martinez was hij nooit een certitude in de ploeg, zoals Witsel of maatje Vertonghen.
Vaak zijn het doelmannen die tot het einde van hun dagen worden achtervolgd door die ene wedstrijd waarin Dame Fortuna hen de rug toekeerde. Voor Theo Custers op het WK 1982 tegen Polen (0-3), Francky Vandendriessche in de kwalificaties tegen Kroatië (4-0) en Filip De Wilde op Euro 2000 tegen Turkije (0-2) betekende het zelfs het roemloze einde van een internationale carrière. Als hij stopt - “de beslissing is zeker nog niet genomen” - is Mousa Dembélé hetzelfde lot beschoren na zijn non-match tegen Frankrijk.Het zou het trieste einde van een moeilijk huwelijk zijn. Mous verdient beter. Dat zegt zelfs Snelders.
Zo zwak heb ik Dembélé nog nooit geweten. Maar hij verdient het niet om met alle zonden te worden overladen