West-Vlaamse triatleet vond tweede adem in Limburg
Als één van de eerste atleten ooit kreeg triatlonsporter Didier Volckaert begin jaren negentig een sponsorcontract bij het in Tessenderlo gevestigde Bioracer. Het was het begin een jarenlange samenwerking én van Volckaerts verhuizing naar Limburg. ‘Te koop lopen met zijn sportieve successen was niet zijn stijl.’
Het is uiteraard het bedrijfslogo dat zijn overlijdensaankondiging doet opvallen, maar Didier Volckaert was niet zomaar een werknemer bij Bioracer. Het bedrijf in fietskleding zag begin jaren negentig in de triatleet die Volckaert toen was het perfecte uithangbord voor zijn activiteiten. Later werd Volckaert vertegenwoordiger van het merk en leerde hij er zijn tweede echtgenote kennen. “Aanvankelijk interesseerde triatlon me niet zo”, geeft Volckaerts weduwe Peggy Vanbergen toe. “Ik werkte als directiesecretaresse bij Bioracer en kreeg op mijn verjaardag een cadeautje van Didier. Als bedankje zijn we samen uit eten gegaan. Toen Didier niet lang daarna deelnam aan een triatlon in Nice en ik meeging, hebben we de hele weg ernaartoe gepraat. ‘Toch een fijne man’, dacht ik.”
Uitputting
Met de interesse voor elkaar groeide ook die voor de sport, zegt Peggy. “Door Didier ben ik beginnen te sporten. Vanaf dat we samenwoonden, gingen we drie keer per week lopen. Didier kon bezorgd zijn, maar medelijden kende hij niet. Als ik zuchtte dat ik niet meekon, dan had hij daar geen oren naar. In de zomer gingen we ook samen fietsen en zwemmen. Eigenlijk deden we alles samen: ons werk, sporten, thuis een b&b uitbaten. Ik wilde altijd bij hem zijn, pas dan was ik op mijn gemak.” Van 1986 tot 1996 was Didier Volckaert een succesvolle triatleet. Hij behaalde een Belgische titel op de halve afstand (een normale triatlon bestaat uit 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,195 kilometer lopen, red.) en twee zilveren EK-medailles. Soms wordt naar hem verwezen als de Poulidor van het triatlon, omdat hij vaak tweede was. “Maar hij heeft ook 73 keer gewonnen”, zegt Peggy. “Ik heb hier twee boeken met krantenknipsels uit zijn profcarrière. Soms praatte hij daarover, maar hij liep er niet mee te koop. Opscheppen was niet zijn stijl.”
Het meest trots was Didier op zijn winst op La Réunion en op zijn deelname aan de Aziatische spelen in Peking in 1990, waar hij een vijfde plaats behaalde en tweede Europeaan werd. Datzelfde jaar nam hij voor de eerste en enige keer deel aan de Iron Man op Hawaï, de zwaarste triatlon ter wereld omwille van het vochtige klimaat. Di- dier was goed voorbereid en had zichzelf tot doel gesteld om bij de eerste vijftien te eindigen. “Hij kwam goed uit het water en daarna volgde het fietsen, zijn specialiteit”, weet Peggy. “Maar na vijftien kilometer lopen kreeg hij een klop - zo erg dat de wedstrijddirecteur hem tegen de regels in water aanreikte. Hij is nog teruggekomen tot de tiende looppositie, maar hij begon opnieuw te beven van de uitputting. Uiteindelijk is hij 141ste geworden, een grote ontgoocheling.”
Uytterhoeven
Sporten in een warm en vochtig klimaat was niets voor Didier. Ook van trainen op Lanzarote, zoals veel triatleten doen, was hij geen fan: te veel mistral. Liever ging Didier zich voorbereiden in Californië, waar hij in La Jolla nabij San Diego een kamer huurde bij een gezin dat voor hem zorgde. Voor trainingen en wedstrijden was Didier 250 dagen per jaar van huis. Hij stond om vijf uur op, een uur later lag hij in het zwembad. Daarna rustte hij, om later die dag nog te gaan fietsen of lopen. Omdat hij de dubbele nationaliteit had (zijn moeder was een Française, red.), kon Didier uitkomen voor twee landen: hij was lid van een triatlonclub in het West-Vlaamse Menen en van een club in Poissy, nabij Parijs. De club stelde hem een appartement ter beschikking waar hij kon rusten en slapen als hij in Frankrijk was.
Na zijn triatloncarrière had Didier genoeg van de sportwereld en ging hij werken bij een ingenieursbureau in de bouw. Nadat hij er in dienst was getreden, richtte zijn baas een triatlonteam op en vroeg hij Didier om de ploeg te trainen. Omdat hij moeilijk kon weigeren, stemde Didier in. Later koos hij bewust voor een trainerscarrière en begeleidde hij de triatleten Luc Van Lierde en Frederic Van Lierde geen familie, overigens. Luc Van Lierde won twee keer de Iron Man toen Didier hem coachte. “Didier is zijn poulains blijven volgen. Als Frederik een wedstrijd had, stuurde Didier hem altijd een sms”, zegt Peggy. “We gingen ook vaak langs bij zijn vroegere teamgenoot Mario Huys, die nu in Oostenrijk woont. Didier was erg geliefd in het triatlon- en sportmilieu. Na zijn overlijden heb ik een kaartje gekregen van Mark Uytterhoeven, die destijds verslag uitbracht van een triatlonstage op Lanzarote - één van de weinige die Didier er heeft gedaan. Uytterhoeven schrijft dat hij nooit is vergeten dat Didier als profatleet niet te beroerd was om na zijn training met een ‘reportertje’ een toertje te gaan fietsen.”
Sterke vrouw
Na het overlijden van zijn eerste echtgenote verhuisde Didier van Menen naar Tessenderlo, waar hij al een tijdje in dienst was van Bioracer. Hij hertrouwde met Peggy, die een b&b runde in Paal, Villa Nostra. “Didier was de beste man die ik kon tegenkomen”, aldus Peggy. “Ik heb nooit iemand meer van het leven zien houden dan hij. Hij heeft me Frankrijk leren kennen en heeft me alles geleerd over wijn en eten. Tegelijk heeft hij van mij een sterke vrouw gemaakt.” Maar het geluk was van korte duur. Twee jaar geleden stelden dokters een uitgezaaide huidkanker vast bij Didier. Over zijn ziekte praatte hij niet, maar hij besefte dat zijn tijd beperkt was. Hij stelde voor dat Peggy een nieuw pand zou zoeken voor Villa Nostra - een huis waarin ze later kon blijven wonen. Het werd een oude directeurswoning in Beringen-Mijn, die tijdens Didiers ziekte volop werd gerenoveerd.
“Over een afscheid hebben we nooit gesproken”, zucht Peggy. “En als ik nu de foto’s bekijk van Didiers laatste weken en maanden, dan begrijp ik niet hoe ik zijn dood niet heb zien aankomen. Andere mensen nemen palliatief verlof, ik coördineerde een bouwwerf en ontving later de klanten. ‘s Namiddag ging ik Didier bezoeken in het ziekenhuis. Maar ik troost me met de gedachte dat het Didier is die mij heeft gemaakt tot wie ik nu ben.”