Op de feestdag genekt door de Belgen
JASPER STUYVEN komt dicht bij stunt van het jaar, maar blijft zitten met frustraties
“Ik vraag mij af wat ik nog te zoeken heb in de Tour”, aldus Jasper Stuyven na de voor hem zeer teleurstellende kasseirit naar Roubaix. Na zijn mislukte stuntraid in Mende en nadat het Magnus
Cort Nielsen – een renner van zijn profiel – een dag later wel lukte, is die gedachtegang alleen maar sterker geworden. Hoe de 26-jarige Leuvenaar van Trek-Segafredo steeds opnieuw nipt naast de grote zege grijpt en daar steeds wanhopiger van wordt.
De rit naar Cherbourg in de Tour van 2016, de rit naar Terme Luigiane in de Giro van 2017, het BK in Antwerpen en het BK in Binche en de stapel ereplaatsen tijdens het voorbije klassieke voorjaar. Jasper Stuyven won vorig jaar dan wel de slotrit in de BinckBank Tour, het vatje met frustraties van gemiste kansen op grote zeges was inmiddels een vat geworden. Na zaterdag in Mende dreigt er overstromingsgevaar. Nochtans was de rit naar Mende zaterdag geen spek voor de bek van Jasper Stuyven. Het uiterst geaccidenteerde parcours in de Ardèche en de Lozère was eerder geschikt voor klimmers van 70 kilogram. Iets voor Omar Fraile en Julian Alaphilippe dus, de nummers één en twee na de beklimming van de Montée Laurent Jalabert. De nummer drie op dat onding van drie kilometer aan een gemiddelde van 10,2 procent: een Leuvense beer van rond de 80 kilogram.
U leest het. Stuyven had in de veertiende rit van de Tour eigenlijk niks te zoeken, maar daar hadden de eerste twee weken van de Tour anders over beslist. Huizenhoog waren zijn verwachtingen. Een ritzege, misschien zelfs even het geel? Helaas. In Bretagne bleef de wind uit en gaf het peloton geen kansen aan de sprinters. In Quimper verkoos de ploeg om het klassement van Mollema te beschermen in plaats van Stuyven te loodsen. Diezelfde Mollema volgt nu op meer dan een halfuur van het Tourpodium. De grootste klap kwam er in de rit naar Roubaix. Drie keer viel Stuyven aan – achteraf gezien misschien te vroeg en te onbesuisd.
Alle kaarten op tafel
Over naar plan B: alle kaarten op tafel in ritten die hem eigenlijk niet liggen. Eerst Mende, straks nog Pau en aan het einde zelfs de Champs-Elysées. Zware gokken. Haast tevergeefs, maar het zorgde voor nieuwe energie. Stuyven vatte het eerste deel van zijn drieluik aan als was het een kasseiklassieker: vier dagen vooraf de benen testen in de Alpenrit naar Le Grand-Bornand, vervolgens drie dagen in spaarmodus in de hoop op supercompensatie in de rit naar Mende.
Het plan lag er: meeglippen in de te verwachten ruime kopgroep en solo en met een ruime voorsprong de steile slotklim aanvatten om zo stand te houden. Een krankzinnig plan. Eén procent kans op slagen. Meer kans om achteraf de domste renner van de hoop te worden genoemd. Maar een renner in nood doet nu eenmaal zulke dingen.
Het plan werkte. Stuyven zat mee in de kopgroep van 32 renners. Stuyven glipte mee met Izagirre
en Slagter op 40 kilometer van de streep. Stuyven schudde zijn bekvechtende medevluchters slim van zich af. Stuyven reed solo – tegen de wind in – naar de voet, met een voorsprong van 1 minuut 40 seconden. Kantje boordje. Het werd overboord op 400 meter van de top. “Had ik nog iets harder door de muur moeten gaan met de kans op ontploffen? Had ik in de aanloop naar de slotklim nog een tand groter moeten schakelen?” Hij zocht achteraf de mislukking in de slotklim.
Onterecht. Het kwaad was voordien al geschied. Op de Belgische feestdag waren het de landgenoten die achter Stuyven kopwerk deden en ervoor zorgden dat zijn voorsprong niet klom naar de twee minuten. Greg Van Avermaet een klein beetje in dienst van Caruso. Philippe Gilbert heel hard werkend voor Alaphilippe. Sinds zijn intrede bij Quick Step Floors is de Waal een echte ploegspeler geworden. Toch zagen we hem nog nooit zo hard werken voor een ploegmaat als zaterdag. Zou het BK in Binche, waar Stuyven niet Gilbert, maar Lampaert liet winnen, meegespeeld hebben? Ook Thomas De Gendt deed gretig mee in de jacht op Stuyven. Nochtans had hij geen ploegmaat met winstkansen bij en verklaarde hij achteraf zelf weinig kans te hebben op de zege. Een vreemde tactiek.
Belgische ententes bestaan niet en hoeven ook niet. Ze hadden ook niet geholpen. De grootste tegenstander van Jasper Stuyven was Jasper Stuyven zelf. De klassieke renner die van wanhoop halve bergritten aangrijpt om eindelijk van net niet nog eens net wel te maken. Na de kasseirit liet hij een ballonnetje op: “Wat heb ik nog te zoeken in de Tour?” Hij herhaalt het vandaag opnieuw. Nog twee kansen heeft Stuyven om het vat vol frustraties te veranderen in een vat vol champagne. Donderdag in Pau, zondag op de Champs-Elysées. Helaas, opnieuw slechts een kans van één à twee procent.
Genekt door landgenoten