Tong, schol, rog en garnalen waren nog nooit zo duur
HASSELT - De gemiddelde visprijs is deze eeuw nog nooit zo hoog geweest. Tong, schol, rog en – zeker – garnalen lieten allemaal topprijzen noteren op de veilingen, zo blijkt uit cijfers van het visserijwezen. Omdat de vissers hun tactiek aangepast hebben. “We hebben leren inspelen op de markt. Eindelijk.”
De FOD Economie maakte eind vorige week de kerncijfers van 2017 voor de zeevisserij openbaar. Van de vijf belangrijkste soorten zijn er vier die nooit voor meer geld over toonbank gingen. Alleen kabeljauw was een beetje goedkoper in vergelijking met 2016. Gemiddeld 3 euro per kilo, in plaats van 3,2 euro. “Maar voor die soort zitten we eindelijk weer op een aanvaardbaar niveau, zoals dat vóór 2000 was”, aldus de vissers.
Dat de populairste soorten zo duur zijn, heeft alles te maken met de vissers zelf, zegt Eric Brouckaert, directeur van De Redercentrale, die de sector overkoepelt. “De prijszetting van de vis gebeurt op de veiling, los van de mogelijke kosten die de vissers hebben. Als ze vissen wat de markt op dat moment nodig heeft, krijgen ze een mooie prijs. Anders niet. En de jongste jaren slagen ze daar heel goed in.” Marktkennis is daarbij van cruciaal belang. “Welke vis is op dit moment gegeerd? Als de mensen geen garnalen willen eten, heeft het geen zin om erop te vissen. Dan raak je ze aan de straatstenen niet kwijt.”
Al speelt ook de algemene economische toestand mee. Hugo Polet van het Instituut voor Landbouwen Visserijonderzoek (ILVO) merkt dat de visserijsector het nog nooit zo goed heeft gedaan als nu. “Er zijn recordhoeveelheden vis gevangen. En ondanks dat grote aanbod blijft de vraag groeien, doordat de economie opnieuw aanzwengelt. Het resultaat is een omzet van meer dan 80 miljoen euro in 2017. Nog nooit was die zo hoog.”
Een bijkomende meevaller voor de Belgische vissers is de economische toestand in Zuid-Europa, zegt Polet. “Dat is een heel belangrijke uitvoermarkt voor onze – duurdere – vis. De laatste jaren was de toestand daar slecht. Maar dat is nu verbeterd, en dat merk je aan de omzetcijfers van onze vissers.”
Zwarte sneeuw
Daardoor heeft een Belgische zeevisser tegenwoordig nog weinig reden tot klagen, zegt Brouckaert. “De zwarte sneeuw is weg. Tien jaar geleden was het echt erg gesteld met de sector, maar sinds 2015 gaat het in stijgende lijn. We zijn eindelijk recht gekrabbeld, ook al is het niet eenvoudig.” Want de dieselprijs mag stijgen en de vissen mogen nog zo ver weg zwemmen, op zoek naar water dat niet te warm is, dat kan de visser allemaal niet doorrekenen. “Veel vissers hebben er noodgedwongen mee moeten ophouden. Maar sinds de vloot veel kleiner is geworden, is het weer leefbaar. Ook al omdat de dieselprijs aanvaardbaar blijft. Er is nu een goed evenwicht tussen kosten en opbrengsten, zodat de zeevisserij vrij gezond is. Pas op, dat evenwicht is broos, maar het is er.”