Helft plaatsen lokale opvang voor asielzoekers verdwijnt
OCMW-voorzitter Alken Frank Vroonen (Groen): “Expertise gaat verloren”
BRUSSEL/ALKEN - De OCMW’s hebben allemaal te horen gekregen hoeveel plaatsen ze moeten afbouwen in de lokale opvang voor asielzoekers. “We hebben uitgerekend dat de helft van de 632 plaatsen in Limburg verdwijnt”, zegt Frank Vroonen (Groen), OCMW-voorzitter in Alken. “Jammer, want asielzoekers opvangen hoort echt wel bij de kerntaken van het OCMW.”
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) kondigde in maart aan dat er flink gesnoeid wordt in de opvangplaatsen voor asielzoekers. Want daarvan staan er veel leeg. Van de 13.116 plaatsen in de collectieve opvangcentra, zoals bijvoorbeeld het asielcentrum van Helchteren, worden er 2.845 afgebouwd. Daarnaast verdwijnen ook nog eens 3.600 van de 8.272 plaatsen in de lokale opvang die de OCMW’s organiseren in huizen of appartementen.
Over de verdeling van de afbouw – in de lokale huizen of in de grote asielcentra – is wat getouwtrek voorafgegaan met coalitiepartner CD&V. Francken wilde namelijk zoveel mogelijk van de lokale opvang af omdat “het comfortpeil te hoog is” en een huis geen “mentale setting is om aan terugkeer te denken”. Terwijl voor CD&V die lokale opvang net belangrijk is.
Traditie
De afgelopen weken hebben de OCMW’s allemaal een brief in de bus gekregen met daarop het aantal plaatsen dat moet verdwijnen. In heel wat gemeenten gaat het om een halvering.
In Alken zijn ze in elk geval niet tevreden met dat beleid. “We hebben hier een zeer lange traditie van opvang van asielzoekers, ik vind ook dat dit een kerntaak is van het OCMW”, zegt OCMW-voorzitter Frank Vroonen. “Een gemeente van 11.500 inwoners als Alken kan rustig 33 asielzoekers opvangen. Dat is zeker geen onbeheersbare overrompeling. Hun opvang heeft in Alken ook nooit voor problemen gezorgd. Integendeel, het maakt onze gemeente op menselijk vlak warmer en rijker.” “Momenteel is de instroom van asielzoekers laag, maar dat kan snel weer veranderen”, denkt Vroonen. “Enkele maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen kan zo’n afbouw voor beleidsmakers misschien een populaire zet zijn, maar ze denken beter twee keer na. Want bij een volgende asielcrisis zullen lokale besturen minder geneigd zijn om de kastanjes uit het vuur te halen. Je kan als gemeente ook niet telkens uit het niets opnieuw expertise opbouwen.”
632 plaatsen
Alken moet 17 van haar 33 plaatsen sluiten. Frank Vroonen heeft nu aan de andere OCMW’s in Limburg gevraagd hoeveel zij moeten inleveren. “Van de 632 plaatsen die er in 28 Limburgse gemeenten zijn, zullen er tegen eind dit jaar 322 moeten verdwijnen, zo blijkt uit onze rondvraag. Dat is 51 procent, meer dan de 43 procent voor het hele land. Maar als je met echt weinig opvangplaatsen eindigt, heb je als gemeente ook niet meer genoeg middelen om daar het juiste personeel voor in te schakelen. Sommige gemeenten zullen zelfs maar vier asielzoekers opvangen, hoe gaan die dat regelen?”
Geld terug
Fedasil heeft trouwens nog een andere vraag voor de OCMW’s. Ze willen 75 procent van de reserves terug die de OCMW’s hebben opgebouwd met de vergoedingen die ze krijgen voor de opvang. Dat moet “vrijwillig” gebeuren. “Veel keuze hebben we niet”, zegt Vroonen. “Als we daar niet op ingaan, volgt er later misschien een rechtszaak.”
Maar niet elk OCMW is van plan om dat geld zomaar af te staan. “Wij wachten nog af, maar we gaan dat niet spontaan teruggeven”, zegt Ria Hendrikx (Open Vld), OCMW-voorzitter in Zonhoven. In Hasselt – waar 22 van de 48 plaatsen verdwijnen – hebben ze dat probleem niet, want daar hebben ze geen geld over.
Lege woningen
In Beringen moeten ze 25 van hun 41 plaatsen sluiten en eindigen ze binnenkort – zoals veel andere OCMW’s – met een aantal huizen die gekocht zijn voor de opvang, maar dan dus leeg zullen staan. “We gaan zien wat we met die vrijgekomen huizen gaan doen”, zegt OCMW-voorzitter Hilal Yalçin (CD&V).
In Genk, met 63 plaatsen de grootste opvang van Limburg, maken ze zich daar geen zorgen over. “We gaan naar 33 plaatsen. Maar wij hebben geen panden gekocht voor de opvang, we hebben dat geregeld via woningen waar we al eigenaar van waren of via sociale woningen die leeg waren in afwachting van renovatie”, zegt OCMW-voorzitter Ria Grondelaers (CD&V). Peer is samen met Genk en Zonhoven een van de weinige gemeenten waar ze vrijwillig plaatsen sluiten. Daar stopt zelfs de hele opvang. “We hadden één huis met zeven plaatsen voor een gezin”, zegt OCMW-voorzitter Lutgarde Ceyssens (CD&V). “We hebben veel geïnvesteerd in die asielzoekers, maar we merken dat mensen uiteindelijk toch voor een grootstad kiezen.”
Verhuren
Bocholt is een gemeente met een lange traditie van veel opvang. “Hier sluiten 20 van de 38 plaatsen”, zegt burgemeester Stijn Van Baelen (CD&V). “Wat we met de vrijgekomen woningen zullen doen, is nog niet beslist.” Meeuwen-Gruitrode had tot nu toe 34 plaatsen, daarvan verdwijnen er 19. “Jammer, we hebben voor die opvang ook zeven woningen gekocht”, zegt OCMW-voorzitter Lydie Jacobs (CD&V). “Enkele woningen zullen we houden en andere kunnen we verhuren.”