Cold case van de eeuw
Op zoek naar 1,8 miljoen koningspinguïns op eiland bij Zuid-Afrika
KAAPSTAD - Een kolonie koningspinguïns op een afgelegen eiland ten zuiden van Zuid-Afrika is bijna helemaal verdwenen. Van de meer dan twee miljoen pinguïns blijven er zo’n 200.000 over. Plots of geleidelijk? Niemand kan het zeggen. “Al bijna veertig jaar heeft daar geen bioloog een voet aan wal gezet.”
Het was de grootste kolonie koningspinguïns ter wereld. Meer dan twee miljoen vogels, waarvan een half miljoen broedparen, leefden op het Île aux Cochons, een van de Franse Crozeteilanden. Maar op het onbewoonde eiland is iets vreemds aan de hand. Een team biologen ontdekte dat de voorbije 35 jaar het aantal pinguïns is afgenomen met bijna 90 procent. Vandaag resten er slechts 200.000 pinguïns, waarvan 60.000 broedparen.
De biologen concluderen dat op basis van recente luchtfoto’s en satellietbeelden. Dat is de beste manier om zo’n afgelegen plek te bestuderen, zegt Anton Van de Putte, expert Antarctische biodiversiteit van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) en de KU Leuven. “De kwaliteit van de beelden is de voorbije jaren enorm verbeterd. Je kan de pinguïns tellen en het zijn er veel minder dan er de vorige keer, in 1982, met het blote oog werden waargenomen.”
Oorzaken
Naar de oorzaken is het gissen. Een catastrofe waarbij de populatie plots werd gedecimeerd, sluit Van de Putte uit. “Het gaat wellicht geleidelijker. Dat we dit nu pas zien, komt doordat het eiland moeilijk bereikbaar is. Sinds begin jaren 80 heeft geen bioloog daar voet aan wal gezet.” Mogelijk ligt het aan klimaatverandering. Het water rond het eiland zou opwarmen, waardoor vissen andere oorden opzoeken en koningspinguïns verder – te ver – moeten zwemmen voor voedsel. Die temperatuurwijziging kan ook verklaard worden door een terugkerend weerfenomeen in de Indische Oceaan, de Indian Ocean Dipole. Die bleek in 1997 opvallend sterk. “Het kan ook zijn dat de populatie te groot werd en door ziektes is uitgedund”, oppert Van de Putte. Ook katten, ooit meegebracht door walvisvaarders, zouden het gemunt hebben op de eieren. De beelden tonen nieuwe kolonies op de eilanden. Maar die zijn te klein om de krimp te verklaren. Een exodus naar een compleet nieuwe plek, sluit Van de Putte uit. Daarvoor zijn koningspinguïns te honkvast.
Expeditie
De koningspinguïn kan tot een meter groot worden, enkel de keizerspinguïn is langer. In de wateren rond de Zuidpool zouden zo’n twee miljoen broedparen leven. “Deze afname is zorgwekkend, maar hoeft niet dramatisch te zijn”, zegt Van de Putte. “Maar we moeten weten wat er is gebeurd.” Daarvoor is volgens de bioloog een expeditie nodig. Gelukkig is dat het plan. Volgend jaar wil een team afreizen.