De whisky van morgen

Regenjassen? Check. Voldoende muggenspray? Dan kunnen we. Klinkt niet echt als de start van een droomvakantie, maar een rondreis door Schotland gaat niet zonder.

In Schotland regent het 250 dagen per jaar. De regen van vandaag is de whisky van morgen, zeggen de optimisten onder de Schotten, maar voor toeristen betekent het vooral jas aan, jas uit. Nu eens een fikse bui, dan weer vollebak zon, waarna het plots begint te miezeren. Water betekent ook muggen. De Schotse midges zijn kleiner dan de onze, maar zorgen voor veel meer jeuk. Wij hadden er eigenlijk weinig last van. Een goede spray. Of we zagen er niet smakelijk genoeg uit, dat kan ook. Het land zelf dan. Edinburgh is uiteraard van moeten, maar wij waren aangenaam verrast door Glasgow, ooit de tweede stad van het British Empire. In het prachtige Kelvingrove Art Gallery and Museum hebben ze alles wat in andere steden in een aantal musea tentoongesteld wordt, voor het gemak bij elkaar ondergebracht. Vanuit Glasgow rijdt u in een wip naar Stirling. Edinburgh Castle kost u mits wat pech een paar uur aanschuiven, het even schitterende kasteel van Stirling wandelt u zo binnen. In Stirling eindigt de autostrade en gaat het via een tweevaksbaan de Hooglanden in. Maximumsnelheid 70, dus tijd genoeg om, ondanks het links rijden, rond te kijken. Schotland duikt steevast op in top zoveels van mooiste landen ter wereld, waarbij over de Hooglanden de cliché-adjectieven (betoverend, indrukwekkend, majestueus….) niet worden geschuwd. Geloof ons, ze zijn allemaal waar. Blijf een paar dagen hangen, en rij dan door voor een selfie aan Loch Ness. Niet aan het begin van het loch - zelfs in de toeristische hotspots van Londen of Parijs zagen wij nog nooit zoveel Japanners bij elkaar - maar richting Inverness. “Er is geen bed meer vrij in heel Schotland”, zei de conciërge van ons appartement aldaar, “ik heb geen idee hoe dat komt.” Wij wel.