“Nu ben ik overal de favoriete”
Nina Derwael verdedigt vandaag haar Europese titel
Ruim een jaar geleden werd Nina Derwael Europees kampioene. Uit het niets, als het ware, want het was pas de eerste keer dat ze in de finale stond. Vandaag verdedigt ze in Glasgow haar titel, maar intussen is de Truiense uitgegroeid tot de topfavoriete. “Plots is iedereen veel vriendelijker tegen mij.”
Nina Derwael (18) is er helemaal klaar voor. Fysiek, om te beginnen, altijd een heikel punt in een belastende sport als gymnastiek. “Er zijn altijd wel wat kwaaltjes. Kleine pijntjes hier en daar. Bij mij zijn mijn voeten het slechte punt. Het is standaard dat die wat moeilijk doen als ik naar een tornooi ga. Maar niets ergs.”
Of ze ook mentaal klaar is, willen we uitvissen. Want als uittredend kampioene ligt de druk helemaal anders dan vorige keer. Naar het Roemeense Cluj Napoca reisde ze in april 2017 als nobele onbekende, of toch bijna. Ze verraste met Europees goud op de brug, als eerste Belgische ooit, en bevestigde sindsdien met brons op het WK en goud op een Wereldbeker in Doha. Die Europese titel was duidelijk geen toevalstreffer, maar hij vraagt om een verlenging.
Voel je dat je anders bekeken wordt nu je de regerende kampioene bent?
“Toch wel een beetje. Ik merk dat de anders meisjes vriendelijker geworden zijn tegen mij. Als je als nieuweling binnenkomt, zie je ze wat raar naar je kijken: wat kom jij hier doen? Dat is nu helemaal weg. Als je prestaties begint neer te zetten, gaan je concurrentes plots vriendelijk naar je lachen. Op internationale wedstrijden kondigen ze me nu altijd aan als de Europees kampioene en dat brengt toch iets meer stress met zich mee, omdat je wil bewijzen dat je die titel waard bent. Ik probeer daar niet te veel aan te denken en gewoon te doen wat ik weet dat ik kan doen.”
Is je leven veranderd?
“Aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. Ik heb nog steeds mijn training en mijn school in Gent. Die routine is er nog altijd. Het enige dat veranderd is, is dat ik wat vaker naar evenementen moet gaan, voor sponsors en zo. Dat is wel leuk om te doen, maar we moeten zien dat de training altijd op de eerste plaats blijft staan. Dat blijft het belangrijkste.”
Blijf je topsport combineren met studies?
“Ja. Ik ben nu afgestudeerd op het middelbaar en begin nu aan Office Management, een bachelor van drie jaar, maar ik ga die opsplitsen en er iets langer over doen. Stoppen met studeren was ook een optie, maar ik wou zelf naar school blijven gaan. Ik heb dat nodig. Op school kom je terecht in een andere omgeving met andere mensen en dat helpt om je gedachten te verzetten. Het brengt wat afwisseling in je leven. Alleen zijn is niet mijn ding. (lacht) Behalve als ik kwaad ben.”
Wat verwacht je van dit EK?
“Ik ben heel blij dat we als team gaan. Dat was van de Spelen in 2016 geleden. De focus ligt echt op het team nu en ik wil daarmee een goede prestatie halen. De brug komt er natuurlijk bij voor mij. Die blijft belangrijk. Individueel ga ik natuurlijk een zo goed mogelijke poging doen om mijn titel te verdedigen. Maar in groep naar een groot tornooi gaan is veel plezanter. We trainen hier allemaal samen in Gent en dan is het leuk om ook samen naar ginds te trekken, samen plezier te maken en el-
Ik merk dat de andere meisjes vriendelijker geworden zijn tegen mij. Als je prestaties begint te halen, gaan je concurrentes plots vriendelijk naar je lachen
Nina DERWAEL
kaar te steunen. Ik heb dat nodig. Als ik helemaal in mijn eentje zou zijn, zou ik mezelf helemaal onder stress zetten. Nu heb ik de groep die me afleidt. Vorig jaar was het EK niet in groep, maar had ik Julie Meyers mee. Zo had ik toch een vriendin om tegen te praten. Praten houdt mij rustig. Er wordt wat
afgetetterd op zo’n momenten.”
Hoever kunnen jullie geraken als team?
“De competitieformule is dit keer 5-3-3: we zijn met maximum 5 gymnasten, 3 treden aan per toestel en van alle 3 tellen de scores mee. Dat houdt in dat er heel weinig marge is voor fouten, want elke fout gaat zwaar doorwegen in de totaalscore. Stel dat er iemand valt, dan is dat direct een groot verlies voor heel het team. Bij de juniors is het 5-4-3 en tellen de beste drie resultaten van vier gymnasten. Dan heeft een fout geen echte gevolgen voor het team. Bij ons wel, en dus moeten we echt oefeningen doen die stabiel zijn, waarvan we weten dat we ze kunnen. Het belangrijkste is dat we in de kwalificaties in de top acht geraken. Eens dat lukt, kunnen we in de finale nog wat plaatsjes opschuiven, want in een 3-3 verloopt die altijd spannend.”
Maar het is wel individueel dat de medailles mogelijk zijn. Ben je nu de uitgesproken favoriete op de brug?
“Dat denk ik wel. Normaal zullen de beste en fitste gymnasten aanwezig zijn, maar als je als regerend kampioene binnenkomt, krijg je vanzelf de stempel van favoriete. Het is een heel andere rol dan waarmee ik kampioene ben geworden. Vorig jaar was ik nog relatief onbekend en kwam ik als underdog de finale binnen. Ze kenden mij natuurlijk wel van de Spelen in Rio, maar ik had nog nooit in een brugfinale gestaan. De meeste andere finalisten hadden wel heel veel ervaring. Nu weet iedereen wat ik kan. Dat is een bepaalde druk, waarmee ik voorlopig goed omga. Ik probeer er niet aan te denken en gewoon op dezelfde manier naar het EK te gaan als vorige keer. Ik weet dat ik mijn oefening kan en ik probeer ze gewoon zo goed mogelijk uit te voeren.”
Wat die oefening betreft: hoeveel moeilijker wordt ze?
“In vergelijking met het EK van vorig jaar is ze redelijk veel veranderd. De moeilijkheidsgraad is met vier tienden omhoog gegaan. Mijn oefening ligt al vast: het wordt dezelfde als op de laatste kwalificatiewedstrijd in Nederland. Ik vermoed dat ik een van de hoogste moeilijkheidsgraden zal hebben. Het zal dus afhangen van de uitvoering. Als ik geen goud win, zal mijn ontgoocheling afhangen van de manier waarop. Als ik mijn oefening tot een goed einde heb gebracht, zal ik tevreden zijn met de plaats die ik krijg. Als ik ze niet goed uitvoer en dan naast de titel grijp, zal ik het er wel moeilijk mee hebben.”
De volgende Spelen zijn die van Tokio in 2020. In hoeverre ben je daarmee bezig?
“De Spelen zitten altijd in je achterhoofd, want dat is het ultieme doel. Alle andere wedstrijden dienen om je te verbeteren, om alles zo goed mogelijk te krijgen voor de Spelen. EK’s en WK’s zijn natuurlijk belangrijk, maar tegelijk zijn het toch maar tussenstappen naar de Spelen. Het kwalificatietraject voor de Spelen begint in oktober tijdens het WK in Doha. Daar moeten we bij de beste 24 zijn om naar het WK van het jaar nadien in Stuttgart te mogen. Daar moeten we ons bij de beste twaalf landen plaatsen. Dat is waarvoor we werken. Er zijn een paar goeie junioren op komst, heel harde werkers ook, en ik denk dat er een mooie kans is om onze prestatie van Rio te herhalen.”
Ik heb naar school gaan nodig. Die andere omgeving helpt me om mijn gedachten te verzetten Nina DERWAEL