“Ik voel me nog springlevend”
86-jarige Ella Bogaert stapt in de politiek
Ella Bogaert uit Rotem is dan wel 86 lentes jong, toch dingt ze nog mee naar een zetel in de gemeenteraad. Op 14 oktober is ze kandidaat bij N-VA DilsenStokkem. “De vergrijzing neemt toe, dus moeten er ook mensen van hogere leeftijd zetelen”, vindt ze. Haar focus ligt op openbaar vervoer, voorzieningen voor ouderen en verkeersveiligheid.
“Weet u, alleen zal ik de wereld niet kunnen verbeteren, maar met een groep enthousiaste mensen in de gemeenteraad, die het goed menen, hoop ik bij te dragen aan een bruisend Dilsen-Stokkem”, zegt Ella Bogaert, die eigenlijk Oost-Vlaamse roots heeft. “Dat ik 86 jaar ben, boeit mij niet. Ik voel mij nog springlevend. Natuurlijk bekijk ik de politiek wel door de bril van een tachtiger. Maar Dilsen-Stokkem is een stad waar de vergrijzing toeneemt. Dus moeten er ook mensen van die leeftijd deel uitmaken van de raad.”
Ze neemt het dan ook op voor haar leeftijdsgenoten. “Omdat ik zelf 86 jaar ben en de wagen aan de kant moest laten, zit ik veel alleen thuis. Fietsen kan ook niet meer. Maar er zijn zoveel mensen die thuis eenzaam de dag moeten doorkomen. Het is hier in DilsenStokkem niet slecht leven. Als je uit de voeten kunt, kan je overal heen. Maar als dat niet meer gaat, zit je hier opgesloten. In deze regio is de mobiliteit slecht. Je zit hier in een uithoek van de provincie.” Toch is Ella ook begaan met de jongeren. “De jeugd krijgt in Dilsen-Stokkem te weinig kansen omdat er een arm cultureel aanbod is. Jongeren kunnen wel gaan dansen in een discotheek, maar dat noem ik geen cultuur. Ik mis de folklore, de meiboomplantingen van weleer.”
En in Dilsen-Stokkem kan je niet om de drukke Rijksweg heen. “Elk dorp in Dilsen-Stokkem heeft twee kernen: één links en één rechts van de Rijksweg. De bewoners van de ene kern kennen de bewoners van de andere kern niet
Ella BOGAERT meer”, foetert Ella. “Die Rijksweg is een ramp voor DilsenStokkem. Daarbij staan op de pechstrook langs de Rijksweg ook nog dag en nacht zware vrachtwagens met opleggers geparkeerd. Die hinderen het zicht. Ze horen daar niet thuis.”