“Die rivaliteit moet er zijn, dat geeft kleur aan het voetbal”
Voorzitters klinken op spannende derby
De meeste mensen vinden het fantastisch dat ik het Truiense dialect in de clubcultuur wil bewaren
David MEEKERS
De sfeer bij de aftrap is warmhartig. Meekers en Croonen omhelzen elkaar. Het wederzijds respect is groot, dat proef je. Even later klinken ze ook op een goeie wedstrijd dit weekend. Meekers draait in tegenstelling tot zijn collega het Cristal-logo weg van de lens. “Best lekker, hoor. Maar Jupiler is onze sponsor”, knipoogt hij. Zo, het ijs is gebroken tussen de accountant uit Wellen en de ondernemer/investeerder uit Genk. Tijd om de eerste vraag af te vuren. Voorzitter van een voetbalclub, jullie hebben het van geen vreemden. Pa Marcel Meekers was voorzitter van Wellen SK, pa Louis Croonen van de raad van bestuur van KRC Genk.
David Meekers: “Van het voorzitterschap van mijn vader heb ik niet zo veel meegekregen. Wat ik me wel herinner, is dat mijn ma instond voor de ontvangst van de scheidsrechters. Friet-biefstuk na de match. Ik was toen nog een gamin van een jaar of 12-13. Ik speelde bij de jeugd maar ik was meer bankzitter dan speler. Dus dacht ik: ik ga fluiten. Mijn pa moedigde dat aan. Hij vond het fijn dat ik mijn verantwoordelijkheid nam.” Hoe ver ben je als scheidsrechter geraakt?
Meekers: “Uiteindelijk ben ik tien jaar arbiter geweest. Ik zat in de lichting van Luc Wouters en Serge Gumienny. Tot in eerste provinciale. Ik greep naast de promotie naar de nationale reeksen, waarna ik uit frustratie ben gestopt. Ik ben me gaan toeleggen op lopen. Ik heb twee keer de marathon
du Médoc in Bordeaux gelopen. Veel wijn onderweg (lacht).”
Hoe ben je bij STVV beland?
Meekers: “De voetbalmicrobe heeft me niet helemaal losgelaten. In mijn periode als ref was ik heel ambitieus. Ik wilde de toparbiters aan het werk zien, daarom woonde ik in heel de provincie voetbalmatchen bij. Samen met mijn huidige vrouw trok ik naar Waterschei, Winterslag en natuurlijk STVV. Het was gezellig op Stayen. Van het één kwam het ander, zo werden we abonnee bij SintTruiden. Van het geel-blauw van Wellen SK naar dat van STVV. Ik werd ook lid van de business club, jeugdvoorzitter onder Roland Duchâtelet. In die functie kwam ik in contact met de Japanners en volgde de vraag of ik clubvoorzitter wilde worden. Ze zochten een Chinese - of was het Japanse? vrijwilliger. Ik ben dus niet democratisch verkozen. In tegenstelling tot Peter.” Peter, ook jij stamt uit een warm voetbalnest.
Peter Croonen: “Pa zat in het bestuur van Winterslag. Voetbal was bij ons aan tafel het hoofdthema. Ik herinner me dat hij geen voorstander was van de fusie met Waterschei. Met Winterslag ging het goed, Thor degradeerde. Ik was toen 18 en ik deelde de mening van mijn pa niet. Ik vond de
fusie logisch, Genk was te klein voor twee eersteklassers. Maar pa hield voet bij stuk, in de beginjaren van de fusieclub nam hij afstand. Pas later keerde hij terug en werd hij nog voorzitter.” Jij werd zelf ook op jonge leeftijd bestuurder.
Croonen: “Mijn actieve carrière zat er na de uefa’s van Winterslag en periode bij Bregel snel op. Ik heb voor mijn studies gekozen, al ben ik altijd recreatief blijven voetballen. Maar ik ben supporter van het eerste uur van KRC Genk en zat in de algemene vergadering van de club, toen Herbert Houben me vroeg om deel uit te maken van een nieuwe bestuursploeg, die zich verkiesbaar wou stellen. Wij werden verkozen en herkozen. Maar in mei 2017 behaalden slechts drie mensen het nodige aantal stemmen. Dat waren Herbert, Thieu Cilissen en ik. Herbert wilde graag de fakkel als voorzitter doorgeven…” … en jij bent die uitdaging aangegaan.
Croonen: “Ik heb wel even moeten nadenken of ik de functie van voorzitter op me wilde nemen. Als investeerder heb ik een drukke professionele agenda. Het voorzitterschap is een taak die veel tijd vraagt, wat enkel mogelijk is dankzij de steun van mijn vennoten en gezin. Het publieke aspect is ook geen evidentie. Maar als je iets kan doen voor je favoriete club, kan je dat moeilijk weigeren. Ik heb de juiste inschatting gemaakt. Het is boeiend om te zien hoe de coaching, de scouting, heel het proces in de praktijk werkt, en om daar een positieve beleidsrol in te mogen opnemen. Ik ben ook blij dat we de bestuursploeg weer hebben kunnen uitbreiden. Iedereen steekt er veel tijd en energie in.” Jullie vullen de functie van voorzitter wel helemaal anders in. Peter is veel meer bij de sportieve besluitvorming betrokken. Terwijl bij STVV de
macht in de handen van de Japanse eigenaars ligt.
Meekers: “Dat is misschien de perceptie. Maar ik heb nog niemand horen zeggen: David, wat heb je nu
gedaan? De meeste mensen vinden het fantastisch dat ik dit wil doen. Dat ik de Haspengouwse stem wil laten horen, het Truiense dialect in de clubcultuur wil bewaren. Ik heb bij de start gesproken met iedereen in de club. Van teammanager Peter Delorge tot de boekhoudster. Hun bezorgdheden heb ik vertaald naar meneer Tateishi. Ik merk toch dat ze serieus rekening houden met mijn mening. En dat ze mijn werk appreciëren. Zo vorm ik nog vaak de brug naar Roland Duchâtelet, met wie als eigenaar van stadion vaak onderhandeld moet worden.”
Hoe vaak wordt je mening in het sportieve luik gevraagd?
Meekers: “Ook daar word ik wel degelijk bij betrokken. Sinds twee weken hebben we een nieuw organigram. Een Japanse structuur. 23 mensen in Japan houden zich bezig met de marketing, de business van de club. Het sportieve is de verantwoordelijkheid van Tateishi, Pinto en Van den Abbeele. Ik ben hun klankbord. Er wordt geluisterd naar mijn ideeen. Ik heb bijvoorbeeld aangedrongen om een Belgische coach te nemen. Er zijn veel namen gepasseerd. Maar steeds opnieuw kwamen we uit bij Marc Brys. Natuurlijk, als je me vraagt of ik controle heb over het sportieve beleid, dan is het antwoord: neen.
Mister Tateishi komt naar de buitenwereld misschien een beetje stroef over. Maar dat heeft volgens mij met bescheidenheid te maken. Je moet hem in ieder geval niet onderschatten. Hij heeft zijn contacten. Hij is in Marokko geweest voor El Kaabi, in Londen bij Arsenal voor Akpom. Alleen loopt een transfer soms niet zoals je wil. Iedereen zoekt voorin een witte merel. Voorlopig zijn we op onze honger blijven zitten. Maar er komt nog iemand bij. Dat moet, als we onze ambities kracht willen bijzetten.”