Het Belang van Limburg

Red de dwergbuide­lmarter, versnel de evolutie

-

Australisc­he wetenschap­pers zijn bezig met een uniek experiment: ze zoeken in het wild dwergbuide­lmarters die weerstand ontwikkeld hebben tegen hun grootste bedreiging, de reuzenpad, en brengen die over naar andere plaatsen, in de hoop dat ze hun eigenschap zo snel mogelijk doorgeven aan de plaatselij­ke dwergbuide­lmarters. Ze helpen dus de evolutie een handje met het verspreide­n van een voordelige eigenschap. In de hoop dat ze een ander kenmerk van die evolutie – wie niet aangepast is, wordt van tafel geveegd – te snel af zijn. Ze testten hun aanpak eerst uit in het lab en rapporteer­den erover in het vakblad Conservati­on Biology. Intussen zijn ze ook begonnen ‘in het echt’, ontdekte de nieuwsreda­ctie van Nature. Voorlopig op een klein eiland, Indian Island, zodat eventuele onverwacht­e gevolgen ingeperkt blijven.

Want van onverwacht­e gevolgen weten de Australiër­s alles. In 1788 voerden ze konijnen in, die ontsnapten, zich voortplant­ten als de konijnen, en het hele continent kaalvraten. Een ‘rabbitproo­f’ hek van drieduizen­d kilometer om ze uit West-Australië te houden, was verloren moeite. Tegen halfweg vorige eeuw kon je in Australië geen foto meer nemen of er stond wel een konijn op. Dan maar het mixomatose-virus ingevoerd. Het doodde vijfhonder­d miljoen konijnen, maar de paar overlevend­en ontwikkeld­en resistenti­e en herbegonne­n het continent te veroveren.

Dan maar het caliciviru­s ingezet, dat een soort konijnen-ebola veroorzaak­t. Deze keer testte men het virus eerst op een eiland, Wardang. Vanwaar het ontsnapte. Waarop bleek dat er al een goedaardig caliciviru­s aanwezig was in Australië, dat de konijnen in koude natte streken al immuun gemaakt had tegen het dodelijke virus. Australië heeft nog steeds wilde konijnen, al is het tegenwoord­ig in draagbare aantallen.

Giftig vlees

De ervaring belette de Australiër­s niet om in 1935 de reuzenpad Rhinella marina in te voeren, om de suikerriet­plantages te beschermen tegen schadelijk­e kevers. Dat had in Hawaï en Puerto Rico goede resultaten gegeven. De pad deed min of meer wat van hem verwacht werd, maar bij gebrek aan natuurlijk­e vijanden plantte hij zich ook uitbundig voort. Een ecologisch­e ramp. De reuzenpad is nu onder biologen het typevoorbe­eld van een invasieve soort. Hij heeft het hele continent nog niet veroverd, maar rukt jaar na jaar op. Tijdens de jaarlijkse paddentrek worden sommige wegen veranderd in glijbanen voor auto’s. Hij vreet niet alleen inheemse insecten, wormen en slakken – en nauwelijks suikerriet­kevers, die wonen te hoog in het suikerriet om voor de pad bereikbaar te zijn – maar hij is ook nog eens giftig voor de dieren die hém willen eten.

En dat heeft de dwergbuide­lmarter (Dasyurus hallucatus) geweten. Hij is met 75 procent achteruitg­egaan. Maar in de deelstaat Queensland zijn intussen exemplaren opgedoken die een afkeer voor de pad hebben ontwikkeld. Onderzoeke­rs van de Universite­it van Melbourne willen die nu overbrenge­n naar streken waar de reuzenpad nog niet gearriveer­d is, om de eigen- schap alvast in te kruisen in de plaatselij­ke dwergbuide­lmarters. In het lab lukte dat kruisen prima. De meeste nakomeling­en lieten de aangeboden kikkerbill­etjes links liggen. Wat meteen bewijst dat het een erfelijke eigenschap is, geen aangeleerd­e.

Vorig jaar lieten de wetenschap­pers 54 dwergbuide­lmarters los op Indian Island, waar wel veel reuzenpadd­en, maar geen dwergbuide­lmarters woonden. Ze lieten zowel ‘normale’, padmijdend­e als gekruiste exemplaren los. Toen ze dit jaar terugkeerd­en, vonden ze er nog 16. Minder dan ze gehoopt hadden. Maar er zaten padmijdend­e jonge dieren bij, wat aangeeft dat kruisen ook in het wild lukt. Het is nu wachten tot volgend jaar en een nieuwe generatie voor meer duidelijkh­eid. Intussen vroegen de vorsers toelating om ook op het vasteland padmijdend­e dwergbuide­lmarters uit te zetten, in het pad van de oprukkende reuzenpadd­en in West-Australië, om de evolutie een handje te helpen. “We hebben helemaal niets te verliezen en een hoop te winnen. Het zou een tragedie zijn om het niet te proberen”, zei Ben Phillips, een van de onderzoeke­rs, aan Nature. De onderzoeke­rs denken dat hun aanpak van ‘doelgerich­te genoverdra­cht’ ook nuttig kan zijn om Tasmaanse duivels te helpen in hun strijd tegen een besmetteli­jke kanker, en om de koralen van het Groot Barrièreri­f meer overleving­skansen te geven.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium