Bacterievuur duikt weer op
Op een afgelegen toegangsweg in Bernissem heeft een perenteler bomen die met bacterievuur waren besmet, gedumpt in een gracht. Wettelijk moet men besmette bomen ter plaatse opbranden en dit vervolgens melden bij het Federaal Voedselagentschap (FAVV). De man dumpte de bomen op amper 50 meter van een jonge perenplantage van een collegafruitteler. “Dit doe je niet, zoiets kan grote gevolgen hebben voor de collega-teler”, zegt Theo Billen, zelf perenteler.
Perentelers zijn doodsbenauwd voor infecties van het bacterievuur, in de volksmond perenvuur. Vooral peren en meidoorns zijn vatbaar voor de ziekte. In sommige gebieden mag meidoorn zelfs niet meer aangeplant worden, ter bescherming van de fruitteelt. “Aangetaste bomen moeten sterk worden teruggesnoeid, of beter nog worden gerooid. Het besmette materiaal moet worden verbrand. Het gebruikte snoeigereedschap moet worden ontsmet vooraleer andere struiken gesnoeid worden”, zegt directeur Jef Vercammen van het Proefcentrum voor Fruitteelt in Kerkom. Vercammen begrijpt dat het met deze temperaturen niet meteen aan te raden is om snoeiafval op te stoken, maar dan moet de eigenaar de bomen met plastic of met een zeil afdekken om verdere verspreiding van de ziekte door insecten en wind te voorkomen. “Wat deze fruitteler gedaan heeft, is strafbaar en zeker niet collegiaal”, zegt Vercammen.
Opruimen
Schepen voor Landbouw Hilde Vautmans (Open Vld) heeft opdracht gegeven aan de stadsdiensten om de besmette bomen op de juiste manier te verwijderen. “Wij Hilde VAUTMANS
Schepen zullen als stad klacht indienen tegen onbekenden en ook het FAVV verwittigen. Er zijn duidelijke richtlijnen over hoe men bacterievuur moet bestrijden en vernietigen. Dit zijn ontoelaatbare criminele praktijken die niet ongestraft kunnen blijven”, aldus de schepen.
Export
Het monitoren van ziekten en pla- gen, in het bijzonder bacterievuur, en het afbakenen van bacterievuurvrije zones is noodzakelijk om naar landen zoals China te kunnen exporteren. Binnen het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) is er 800.000 euro vrijgemaakt om tegemoet te komen aan de eisen die potentiële exportlanden stellen rond de gezondheidstoestand van de fruitteeltgebieden en het fruit dat wordt geëxporteerd. “Vandaag is al 305 hectare aangemeld als bacterievrije zone maar we streven ernaar dit binnen het SALK op te trekken tot
500 hectare”, zegt gedeputeerde voor Landbouw
Inge Moors (CD&V). “Als we daar in slagen zou dat een bijkomende export van 25.000 ton peren kunnen betekenen. In juni zijn alle gemeenten nog aangeschreven om preventief te werken en waakzaam te zijn. Ook alle terreinbeheerders en eigenaars in landbouwgebied en natuurgebied kunnen hun steentje bijdragen door onmiddellijk maatregelen te treffen wanneer zij bacterievuur vaststellen.”
Er zijn duidelijke richtlijnen over hoe men bacterievuur moet bestrijden en vernietigen. Dit zijn ontoelaatbare criminele praktijken die niet ongestraft kunnen blijven