Zwartberg in Polen
Onderweg naar het Tatragebergte in Zuid-Polen volgen we een hele tijd de Wisla, de langste rivier van het land. Dankzij een gps die de nieuwe bruggen nog niet kent, worden we getrakteerd op een overzet per veerboot. Ik mag zelfs de kapiteinspet opzetten en de veerman toont trots zijn plakboek over de rijke geschiedenis van zijn streek en verpatst ons voor een habbekrats een halve kilo frambozen.
Onze eindbestemming is een vakantiewoning in Czarna Gora, Zwartberg in het Pools. Een paar honderd zielen tellend dorpje, veel rustiger dan het overdrukke skioord Zakopane in de buurt dat ook in de zomer overspoeld wordt door tienduizenden toeristen. In het wondermooie Alpijnse landschap op de grens met Slovakije sta je ’s morgens zelfs in de file om te gaan wandelen. Eens uit de auto wordt het geduld meer dan rijkelijk beloond met duizelingwekkende panorama’s, watervallen, bergmeren, eeuwige sneeuw en uitdagende beklimmingen en afdalingen. Na een dagtocht van acht uur laten we ons ’s anderendaags graag meedrijven in een vlot door de kloof van de Dunajec, een traditie die in de Poolse Karpaten al 150 jaar in stand wordt gehouden. We bezoeken aan het stuwmeer op de Dunajec een Hongaars kasteel, daterend uit het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Nu ligt het kasteel in Polen op de grens met Slovakije. In Debno houden we halt aan een 15de-eeuws houten kerkje. Het schietgebedje tot aartsengel Michael om deze vakantie eeuwig te laten duren, heeft echter niet geholpen.