“Een surprise show wordt het alvast niet”
Bruno Wyndaele keert terug op Eén met ‘Het Zomert Met’ Twee jaar moesten we Bruno Wyndaele (52) missen op het scherm, maar nu is hij terug op Eén met ‘Het Zomert Met’, een ontspannen talkshow met niet meer dan twee gasten per uitzending.
Op 9 juni 2016 sloot Bruno Wyndaele het vijfde seizoen van ‘Beste Vrienden’ af. Zijn avontuurlijke spelprogramma is sindsdien niet meer teruggekeerd, maar Wyndaele vermoedt dat het vroeg of laat weer opduikt. “‘Beste Vrienden’ is een classic. In al zijn eenvoud heeft het alles: reizen, interessante figuren, spelletjes. En het is écht en dat is heel belangrijk.” In ‘Het Zomert Met’ praat Wyndaele drie weken lang elke avond met één bekende gast. Die mag zelf iemand uitnodigen. “Dat biedt de BV de kans het programma mee te bepalen. Ik wou geen soort suprise show, waarbij je oude fragmentjes opdiept om dan vijf minuten te zitten lachen met het kapsel van de gast.” Bruno Wyndaele weet van tevoren wie zijn gast meebrengt: de gastheer houdt niet van verrassingen. “Ik zweer bij een grondige voorbereiding. Je kunt het je niet permitteren minder te weten dan je publiek. Bovendien zit ik daar om ervoor te zorgen dat mijn gasten goed zijn. Het draait niet om mij, wel om hen.”
Liefde, ernstige zaak
Wyndaele bekijkt ‘Het zomer Met’ als een babbel onder vrienden op een zomerse avond. “Zo’n avond die de sfeer ademt van de zomervakanties die je als kind beleefde. Die leken eindeloos zorge-
loos. Ik was de tweede van vier kinderen, maar ik trok tijdens de vakantie vooral met mijn broer op. We zwierven hele dagen rond en de enige regel was dat we voor donker thuis moesten zijn. Dat klinkt nu allicht vreemd, maar dat was de tijd van voor Dutroux. Ook de tijd dat mensen nog niet zo nodig verre reizen maakten. Mijn ouders waren allebei leraren en hadden twee maanden vrij, maar veel verder dan de Ardennen, de zee, Duitsland of Frankrijk gingen wij niet. Die congés verliepen dan ook weinig memorabel. In de jaren zeventig had je nog nauwelijks autowegen in Frankrijk en langs bochtige ‘départementales’ slingerde je naar het zuiden met als gevolg dat we om de haverklap moesten stoppen om een van ons vieren te laten overgeven.” Spannende zomers heeft hij overigens nooit gemist, zegt Wyndaele. “Ik amuseerde me thuis best. Of ik haalde kattenkwaad uit met mijn broer. Tot op vandaag wordt er tijdens familiefeesten gepraat over het veld dat we in brand staken en pas konden blussen met de hulp van alle buren. Een vakantielief? Nooit gehad. Daar was ik een veel te ernstige jongen voor. Mijn enige grote amoureuze herinnering is niet zo’n fijne. Ik was zeventien en vlak voor de vakantie maakte mijn liefje het af. Resultaat: mijn ellendigste zomer ooit.”
Vet van de soep
Tegenwoordig keert Bruno Wyndaele graag terug naar de lege zomers van zijn kindertijd. “Ik werk niet meer zo hard als twintig jaar geleden. Ik moét bovendien niet zo nodig met mijn gezicht op tv komen. Mijn werk is met De Filistijnen tv-programma’s maken. Als ik de beste persoon ben om ze te presenteren, dan doe ik dat graag. Is iemand anders geschikter, net zo goed. Maar ondanks het feit dat ik met werken niet langer overdrijf zoals vroeger, blijft het leven druk en vol stress. Werk, partner, kinderen. Je krijgt nauwelijks nog de tijd om even na te denken. Daarvoor reserveer ik de zomer. Als de belangrijkste kwestie van de dag wat eten we vanavond is, dan schep je ruimte voor ideeën. In de zomer bedenk ik dan ook nieuwe programma’s. In de tuin, onder een boom bijvoorbeeld. Dat is ook de plek om te filosoferen over het leven.” “Ik had mijn eerste midlifecrisis al op mijn 30ste. Toen dacht ik: het vet is van de soep. Voor een stuk is dat ook zo. De tijd is kort, dus probeer ik dingen die ik niet graag doe uit mijn leven te schrappen. Ik loop in een boog om negatieve mensen heen. Ik vermijd datgene waarin ik me opwind. Het zal vreemd klinken, maar ik ben bijvoorbeeld gestopt met de pers te volgen. Ooit was ik de best geïnformeerde mens die je kon tegenkomen. Dat moest ook als je programma’s zoals ‘De laatste show’ en ‘Het vrije westen’ maakt. Nu lees ik nog slechts één krant en geen tijdschriften meer. Ik kijk niet meer naar duidingsprogramma’s. Al die ellende waar je niets aan kunt doen, dat vreet aan een mens. Dus besteed ik de tijd die uitspaar aan de mensen die écht belangrijk zijn in mijn leven. Mijn vrouw, kinderen, mijn ouders die ik gelukkig nog allebei heb.”