“Tegen 2030 weten we exact waar en hoe zwaar een onweer toeslaat”
ESA-satelliet Aeolus moet betere weersvoorspellingen mogelijk maken
Het European Space Agency (ESA) schiet dinsdag de satelliet Aeolus de ruimte in, die de weersvoorspellingen drastisch zal veranderen. Aeolus moet vanop 320 kilometer hoogte de wind op aarde in kaart brengen. “In de nabije toekomst zullen we daardoor met een hogere graad van betrouwbaarheid kunnen zeggen hoe het weer binnen zeven dagen is”, zegt KMI-weerman David Dehenauw.
De missie van Aeolus, genoemd naar een figuur in de Griekse mythologie die door Zeus was aangeduid als de ‘bewaker van de wind’, is het verzamelen van data over de wind op aarde. De satelliet moet op zijn minst drie jaar lang gegevens doorsturen.
Als alles dinsdag goed gaat, zien onze weerkaarten er vanaf volgend jaar misschien al veel beter uit. De windrichtingen hebben immers een zeer grote invloed op ons weer. Als de wind in Amerika vanuit een andere hoek waait, heeft dat een week later hier een effect. Boven de Atlantische Oceaan voelen we dat twee dagen later. “Nu worden in Europa, en boven zee, weerballonnen opgelaten om de windrichting in kaart te brengen. Maar dat kan niet overal. Er zijn dus gaten in het systeem. Die worden gedicht met Aeolus”, zegt David Dehenauw, hoofd van de dienst voorspellingen bij het KMI. “Ook de windrichtingen op het zuidelijk halfrond, die vaak onbekend zijn maar eveneens een invloed hebben op ons weer, zullen mee in kaart worden gebracht. In de nabije toekomst moet dit een grotere betrouwbaarheid opleveren van de weerberichten op middellange termijn, zeg maar van drie tot zeven dagen.”
Het KMI maakt gebruik van de data van het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Midellange Termijn (ECMWF). Dat levert, voor de volgende dag, voorspellingen op van 95 procent. De vijfdaagse verwachting is nog in 80 procent van de gevallen accuraat. Mede dankzij Aeolus moet die betrouwbaarheid de hoogte in.
Strategie KMI
“Het strategisch plan 2020-2030 van het KMI gaat ervan uit dat we tegen 2030 kunnen voorspellen waar een onweer zich zal voordoen, hoeveel neerslag het zal genereren en welke windstoten we mogen verwachten”, zegt Dehenauw. “Op dit ogenblik kunnen we alleen nog maar een code oranje afkondigen voor een grotere regio, zoals het oosten of westen van het land. Tegen 2030 zouden we - hopelijk - 12 à 24 uur op voorhand kunnen voorspellen of het onweer in Bilzen of in Hamont-Achel zal plaatsvinden, zodat de brandweer en andere hulpdiensten daarmee aan de slag kunnen, en zich kunnen voorbereiden.”
“Op lange termijn willen we de grote tendensen vier weken vooruit kunnen voorspellen en seizoensvoorspellingen op regionaal niveau kunnen opmaken. Het zal nooit mogelijk zijn om te voorspellen welk weer het binnen een maand in Kinrooi zal zijn. Maar
Verzekering
we willen tegen december 2030 dus wel kunnen zeggen welke winter we in ons land mogen verwachten.”
De kostprijs van het project van Aeolus: 480 miljoen euro. “De kosten van de satellieten en computers die dit mogelijk moeten maken, lopen inderdaad hoog op. Maar de lancering van een satelliet als Aeolus verdient zich vrij snel terug omdat de burgers dankzij de betere voorspellingen voorzorgsmaatregelen zullen kunnen nemen, of indien nodig zichzelf in veiligheid kunnen brengen. Ook verzekeringsmaatschappijen zullen er wel bij varen, omdat mensen zich beter zullen kunnen wapenen tegen, nu nog onvoorspelbaar, extreem weer”, besluit Dehenauw.
Op lange termijn willen we de grote tendensen vier weken vooruit kunnen voorspellen. David DEHENAUW
KMI-weerman