Krappe arbeidsmarkt treft ook bouwsector
Een op de drie aannemers heeft meer dan zes maanden werk
De krapte op de arbeidsmarkt is een steeds groter probleem voor de bouwsector. Dat blijkt uit de jaarlijkse enquête van Confederatie Bouw Limburg en Voka Limburg. In vergelijking met vorig jaar zien meer Limburgse bouwbedrijven hun winst groeien, willen meer bedrijven aanwerven en zien meer bedrijven hun orderboekje verder dan zes maanden gevuld. Opvallend is dat iets minder bedrijven een beroep doen op buitenlandse werknemers, omdat er in de landen van herkomst genoeg werk is.
HASSELT - De schaarste op de arbeidsmarkt legt een rem op de groei van de Limburgse bouwsector. Dat blijkt uit de jaarlijkse bouwenquête van Confederatie Bouw Limburg en Voka Limburg. “De krapte op de arbeidsmarkt dreigt de groei van onze bouwbedrijven te hypothekeren”, aldus afgevaardigd bestuurder Chris Slaets van de Confederatie Bouw Limburg.
Het einde van het bouwverlof is voor Confederatie Bouw Limburg en Voka Limburg de gelegenheid om te peilen naar de gezondheidstoestand van de Limburgse bouwbedrijven.
Uit de bouwenquête van dit jaar leren we dat de Limburgse bouw blaakt van gezondheid. Uit een studie van de Confederatie Bouw blijkt immers dat de bouw dit jaar met 3,7 procent zal groeien, tegenover een algemene economische groei van 1,6 procent. De bouwenquête toont ook aan dat 62 procent van de Limburgse aannemers verwacht dat hun totale omzet dit jaar zal stijgen. Dat is aanzienlijk meer dan vorige jaren. In 2016 en 2017 lag dat aantal nog op respectievelijk 51 en 54 procent.
Even spectaculair is de daling van het aantal bouwbedrijven dat verwacht zijn omzet te zien dalen. In 2017 vreesde nog een op de vijf bedrijven een daling van de omzet, vandaag is dat nog amper een op de tien. Een op de vier aannemers verwacht een stabiele omzet. De bouwenquête polste ook naar de winstverwachtingen: 49 procent van de bouwbedrijven verwacht dat zijn winst zal stijgen, ten opzichte van 43 procent in 2017. Goed nieuws is ook dat amper 16 procent van de bouwbedrijven verwacht dat de winst daalt. Ter vergelijking: in 2016 zei nog een op de vier bedrijven een daling van de winst te verwachten. “Ook dit jaar zijn de ondernemers optimistisch”, zegt Chris Slaets. “De verwachte omzet- en winststijging liggen dit jaar op het hoogste ni-
veau sinds jaren.”
Genoeg werk
Ook over een tekort aan werk moeten de Limburgse bouwbedrijven niet klagen. Bijna een op de drie heeft voor meer dan zes maanden werk. Amper 8 procent van de Limburgse bouwbedrijven heeft werk voor minder dan een maand.
Meer omzet betekent ook extra jobs. Bijna de helft van de Limburgse bouwbedrijven zegt extra mensen te willen aanwerven, een aanzienlijke stijging ten opzichte van vorig jaar, toen 28 procent van de bedrijven wilde aanwerven. En hier knelt het schoentje. Eerder dit jaar bleek al dat heel wat Limburgse ondernemingen hun investeringen uitstellen omdat ze
geen of onvoldoende geschikt personeel vinden. Ook in de bouw dreigt een gebrek aan arbeidskrachten een rem te zetten op de groei. “Meer dan drie vierde van de Limburgse bouwondernemingen geeft aan dat het vinden van geschikt personeel cruciaal is voor de groei van het bedrijf ”, aldus gedelegeerd bestuurder Johann Leten van Voka Limburg. “Met de heersende krapte op de arbeidsmarkt lijkt het antwoord op deze uitdaging steeds moeilijker te worden.”
Ander knelpunt: de bouwbedrijven vragen zich af op de economische groei nog lang aanhoudt.
Buitenland
Als het vinden van geschikt personeel steeds moeilijker wordt, zou je denken dat aannemers personeel zoeken in het buitenland. Welnu, terwijl vorig jaar 65 procent van de Limburgse bouwbedrijven zei een beroep te doen op buitenlandse werknemers, is dat dit jaar 63 procent. Een kleine daling dus. “Aangezien er in de landen van herkomst werk genoeg is, zijn buitenlandse bouwvakkers steeds minder geneigd om naar hier te komen”, legt Chris Slaets uit.
Toch blijven Limburgse bouwbedrijven hinder ondervinden van buitenlandse concurrenten. Nog steeds verwachten negen op tien bedrijven opdrachten te verliezen aan buitenlandse concurrenten. Maar de verliezen worden wel kleiner.