Kamperen in de duinen
Het grootste Waddeneiland van Nederland, Texel, is niet ver en er is rust en ruimte. En je kan er kamperen op een speciale plaats: midden in de duinen.
Ik ben eigenlijk geen kampeermens. Geef mij maar een bed met een dak erboven om te slapen. Behalve op een festival hier of daar zal je mij niet vaak uit een tent zien kruipen. Maar op Texel was ik nog nooit geweest. In een tent? Ok dan. Met een groep vrienden naar het noordwesten van Nederland. Vanuit Limburg ben je daar in drieëneenhalf uur rijden, inclusief een tochtje op een veerboot vanuit Den Helder - daar vliegen de meeuwen je om de oren - naar het eiland zelf.
Wij kozen letterlijk voor kamperen in het zand. Op camping Kogerstrand. Midden in de duinen en vlakbij het strand. In de duinen zijn kleine stukjes waar telkens één of twee tenten kunnen staan. Vanop je kampeerplek zie je de andere gasten bijna niet. Hoewel de camping bomvol zat, hadden we toch een gevoel van rust. Eén gouden tip voor wie ons wil volgen: hou het zand uit je tent. Niet simpel, maar het kan en het maakt je verblijf een pak aangenamer.
Na vijf minuten wandelen kom je op een typisch strand, zoals we er in België ook hebben. Met loungebar en alle andere faciliteiten, maar het grootste pluspunt is: plaats. Plaats om te zitten, de zee in te duiken, of om ’s avonds op je gemak naar een fantastische zonsondergang te kijken. Meer heb je niet nodig voor een relaxed weekend. In de buurt is er een gezellig, maar wel iets te toeristisch dorp om wat te eten of te drinken. En als je uitgeluierd bent op het strand kan je op Texel nog wel een aantal dingen bezichtigen. De vuurtoren helemaal in het noorden of het idyllische dorpje Oudeschild in het oosten.
Slapen in een tent is nog altijd niet mijn favoriete bezigheid, maar op Texel ben ik toch net iets meer kampeermens geworden.