Hongaarse regering laat afgewezen asielzoekers hongerlijden
BOEDAPEST - Sinds een paar weken krijgen afgewezen asielzoekers aan de HongaarsServische grens geen voedsel meer. Het gaat om een nieuwe beleidsmaatregel van de ultranationalistische regering van premier Viktor Orban.
In de Hongaarse transitzones aan de grens met de Servische provincie Vojvodina hebben afgewezen asielzoekers dagenlang geen eten gekregen. Omdat ze vastzitten en geen andere mogelijkheid hadden om zelf aan eten te komen, betekende dat daadwerkelijk honger lijden. Kraantjeswater kregen ze nog wel. Een Hongaarse priester die hen wilde helpen, mocht niet bij hen komen.
Het ging om een groep van zes Afghanen en om Syrische broers. Die kregen het langst geen voedsel - ruim vijf dagen, verklaarde Andràs Lederer van het Hongaarse Helsinki Comité (HCC) op de Nederlandse openbare omroep. Vertegenwoordigers van de mensenrechtenorganisatie zijn de enigen die worden toegelaten in de twee transitzones op Hongaars grondgebied. Minderjarige familielieden van de zes Afghanen en twee Syriërs kregen wel voedsel - in een afgescheiden ruimte zodat de kinderen hun voedsel niet met hun ouders konden delen. Ook een Afghaanse vrouw die borstvoeding gaf, mocht in een aparte ruimte eten. Inmiddels krijgen de asielzoekers weer voedsel. Op verzoek van het Helsinki Comité verplichtte het het Europese Hof voor de Mensenrechten in Straatsburg de Hongaarse regering de groep alsnog van voedsel te voorzien ook al voert die regering aan dat ze daar wettelijk niet toe verplicht is. Intussen zou er alweer een Afghaanse asielzoeker aan het hongerregime onderworpen zijn. In de transitzones zitten nog 130 à 140 mensen. Het voedsel werd geweigerd in verband met nieuwe, nogmaals verstrengde asielregels, waardoor mensen die asiel aanvragen sneller het land uit moeten. De Hongaarse autoriteiten willen zo beletten dat de asielzoekers in beroep gaan tegen hun afwijzing en ze dwingen naar Servië terug te keren.