“Pijn aan mijn enkels was niet te harden”
Pelgrim moet voettocht naar Compostella stopzetten
Voor pelgrim Jan Vandegoor eindigt de voettocht naar Santiago De Compostella die hij ondernam voor verdere uitbreiding van het Munsterbos na amper elf dagen. “Na 252 kilometer kreeg ik plots stekende pijn in mijn enkels. Onderzoek wees uit dat ik kampte met een flinke ontsteking. Omdat het herstel weken zal duren, heb ik beslist de tocht te onderbreken en huiswaarts te keren om dan op een later tijdstip verder te gaan, want Compostella wil ik sowieso halen”, aldus de 49-jarige Bilzenaar.
Het beheer van nieuw natuurgebied in het Munsterbos waarvoor 10.000 euro nodig is, deed Jan Vandegoor besluiten om te voet de pelgrimsroute van 2.500 kilometer te ondernemen. “De start ging prima maar dan na elf dagen kreeg ik nabij Signy l’Abbeye plots tijdens het wandelen hevige pijnscheuten in mijn enkels”, vertelt Jan Vandegoor (49) uit Eigenbilzen. “Ik zat in the middle of nowhere en moest dus nog een stuk verder wandelen. Mijn enkels waren ondertussen dik opgezwollen. Het verdict van de plaatselijke dokter was een stevige ontsteking. Hij gaf me ontstekingsremmers en raadde me aan om te rusten. Toen na vier dagen de pijn echter nog niet minderde, heb ik met de kinesist op het thuisfront besloten dat het beter zou zijn om terug naar huis te keren en helemaal te herstellen alvorens verder te gaan.”
Natuurlijk ben ik teleurgesteld. Maar blijkbaar zijn dat nu eenmaal de risico’s van de Camino Jan VANDEGOOR Pelgrim
Risico
Vandegoor is teleurgesteld dat hij zijn tocht moet staken. “Natuurlijk ben ik dat. Maar blijkbaar zijn dat nu eenmaal de risico’s van de Camino. Mijn doelstelling blijft echter overeind. Liefst wil ik dit jaar de tocht nog opnieuw aanvangen. Misschien met minder kilometers per dag en een lichtere bagage op de rug”, zegt de pelgrim.
De sponsoring gaat intussen ver- der. Omdat hij zijn kilometers ‘verkocht’ aan 4 euro, heeft hij na 252 km iets meer dan 1.000 euro ingezameld. “Het is nu even doorbijten en genezen, maar we komen er wel”, zucht de Bilzenaar.