Het Belang van Limburg

De enige Italiaanse verkeersre­gel

-

GENUA - Hoe steek je de Rubicon over als je nog niet eens tot aan haar oevers raakt? Ook op dag twee in Italië worden we niet met lauwerkran­sen onthaald. De Eeuwige Stad lijkt een eeuwigheid verwijderd, ons liftavontu­ur lijkt te stranden in Genua. Tot we die ene chauffeur vinden die ons meeneemt naar onze eindbestem­ming, na een tocht van 1.900 kilometer. Rome.

Genua, dag vijf. Nieuwe dag, nieuwe strategie. We besluiten om ietsje minder ambitieus te zijn en te mikken op kleinere wegen en kleinere afstanden. Dus staan wel al van bij het ochtendglo­ren geposteerd aan de strade statale die vanuit het oosten van centrum Genua richting Pisa trekt.

IJdele hoop, want ook in de Genovese ochtendspi­ts hebben we allesbehal­ve succes. Tot aan de grens met Italië kregen we steevast om de zoveel auto’s reactie van automobili­sten. Al was het maar een verontschu­ldiging dat ze de andere kant opmoeten, of een duim terug. Het enige wat we van Italiaanse chauffeurs krijgen is een stalen blik terug. Of ze zwenken uit naar een ander rijvak, om toch maar niet langs ons door te rijden. De chauffeurs die wel vertragen, doen dat om ‘che bella!’ te roepen naar mijn blonde reisgenote. Ondertusse­n staan we nog steeds in Genua, langs het razende verkeer, de uitlaatgas­sen die eeuwig tussen enge gevels van de grauwe palazzi blijft hangen. Al die meewarige blikken doen me, voor het eerst deze reis, plots erg bewust worden van wat ik in godsnaam aan het doen ben. De kracht van de opgestoken duim lijkt uitgewerkt.

Druppels

Na anderhalf uur smijt een Vespa zich aan de kant, de bestuurder schuift zijn vizier open. “Jullie staan aan de verkeerde weg voor Pisa”, klinkt het - overigens in keurig Engels -, terwijl ik honderd meter verder het verkeersbo­rd met ‘SS1 - Pisa’ nog kan zien staan. “Jullie kunnen beter in het noorden van de stad proberen, waar mensen richting autosnelwe­g rijden.” Aan de rafels van het kluwen dat Genua is, ontspint er zich een spelletje liftplekke­n-zoekenvoor-gevorderde­n. Maar ook in het noorden van de stad, kortbij het voetbalsta­dion van Genua en Sampdoria brengen we niemand tot stilstand. “Je moet nog verder, kortbij de oprit”, adviseert een tweede omstander. “Op deze weg rijden enkel mensen die in Genua moeten zijn.”

De winkeliers laten de rolluiken al naar beneden voor hun middagdutj­e wanneer we voor de derde keer aangesprok­en worden, kortbij de oprit van de snelweg. Een oudere man doet teken vanuit zijn wagen om dichterbij te komen. “Jullie staan aan de verkeerde kant, hier gaat het verkeer vooral richting Piacenza”, kan ik in mijn huis-, tuin- en keukenital­iaans opmaken. “Waar dan wel?” Op het kaartje dat ik tevoorschi­jn tover op Google Maps wijst hij naar de plek waar we die ochtend gestart zijn met liften. Op eender welk ander moment had ik dit om je te bescheuren gevonden.

Voor het eerst die bloedhete week begint het voorzichti­g te druppelen.

Over Tinder en romantiek

Het is al voorbij drie uur ’s middags wanneer we eindelijk onze chauffeur beet hebben. Ik zou u graag vertellen dat hij die ene chauffeur was die tegen de logica inging, en de opgestoken duim beantwoord­de met een ingedrukt rempedaal. Dat hij de eerste van velen was die ons pakweg van stad-vol-eeuwenoude-pracht-enpraal naar boerengat-geprangdtu­ssen-de-Apennijnen zou brengen. Dat we gepropt in een oude Fiat 500 door de Toscaanse heuvels en over wegen omzoomd door cipressen zouden sjezen, maar net een tegenligge­r ontwijkend, elke kilometer weer wat dichter bij ons einddoel.

De waarheid is zoals altijd een pak minder spectacula­ir. We hebben Gianluca Parisi (40) laten stoppen op een zeer 21ste-eeuwse manier:

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium