“Nog geen ambities als hoofdtrainer”
De assistent-coach van Ivan Leko
Timmy Simons, rolmodel en icoon bij Club Brugge, stopte eind mei op zijn 41ste met voetballen. Hij had 69.000 minuten op het veld gestaan, was in 23 jaar nauwelijks 26 dagen geblesseerd, vergaarde zeven landstitels en vier bekers. En versleet achttien clubtrainers. Waarop hij de maand nadien ook de stap zette en toetrad tot de technische staf van ‘zijn’ Club.
Maar, zo kon blijken uit de officieuze functieomschrijving bij zijn aanstelling: de ex-aanvoerder kwam met één been terecht in de technische staf, het andere mocht nog even in de kleedkamer van de spelers blijven. “Ik ken de gasten door en door, ik zie snel wat daar speelt of scheelt. Maar ik moet zeggen dat het er daar ook dit seizoen heel oké uitziet.” Op het oefenveld zelf is Simons minder aanwezig dan T2 Rudi Cossey. Vanop de zijlijn is het vooral observeren, met nu en dan eens een aanwijzing of aanmoediging. “Ik probeer met mijn ervaring spelers beter te maken. Technische tips, in wedstrijdvormen hun positiespel verbeteren, de jonge en de nieuwe gasten – toch een tiental – de filosofie van onze coach duidelijk maken.”
Hoofdtrainer
Of het een eerste stap is naar een trainerscarrière, weet hij nog niet. “Echt, ik doe het heel graag, maar ik voel nog geen ambitie om ooit hoofdtrainer te worden. Nog niet. Ik heb ook nog geen enkel trainersdiploma. Ik ben wel van plan er ooit aan te beginnen. En eenmaal ik aan het traject ben begonnen, zal het wel zijn om stappen te zetten, dat wel.” Waar, dat ziet hij dan wel. “Als je hoofdtrainer wordt, komen er weer andere opties, het buitenland ook.” En van Roberto Martinez, op zoek naar een nieuwe assistent, heeft hij naar eigen zeggen nog niets gehoord. In afwachting is het vooral leren. “Het is een snelcursus, zeg maar. Het is toch een andere wereld. Ik word ook bij heel veel betrokken. De deur van het bureau van de coach staat altijd open. Op een dag vind je de job van je leven”, lacht Simons. “Zo’n gemakkelijke job! Neen, serieus, het is niet alleen wat praten met de gasten en het veldwerk. Ik ben daarbuiten ook wel een aantal uren bezig: wedstrijden bekijken, tegenstanders analyseren…”
Adrenaline
Maar de drang om er nog te willen tussen lopen, is na twee maanden al helemaal weg. “Ik zou ook niet meer meekunnen. Vraag maar aan de nieuwkomers hoe fysiek slopend het regime-Leko is. Zelfs de jongens die maar drie weken stillagen, hadden het in de voorbereiding heel lastig. Weet je, ik heb er twintig jaar tussen gelopen en stond er nooit bij stil, maar als ik nu zie hoe er wordt afgezien: chapeau! Blij dat ik er vanaf ben!” Zondag komt Anderlecht. Hij maakte er zó veel mee als speler, dit wordt zijn eerste clásico in zijn nieuwe functie. Maar vanavond slaapt hij goed. “Ik slaap sowieso blijkbaar beter dan vroeger. De adrenaline is toch anders. Maar als we scoren, ben ik nog even ‘opgedraaid’ als vroeger, hoor.”
Dan is dat wel samen met analist Niko Still, op hun vaste plekje hoog op de perstribune. “Is de vaste regel. Daar heb je een veel beter overzicht. We nemen ook alles op, houden contact met de bank, kunnen zo tijdens de rust onze coach extra info geven. Nog een voordeel van een extra paar ogen!”
Ik zou niet meer meekunnen met de huidige ploeg. Vraag maar aan nieuwkomers hoe slopend het regimeLeko is