Eerste computerbug dateert van 1843
Een niet evidente fout in een computerprogramma die op rare, onvoorspelbare momenten opduikt, noemen we een bug. Een Engels woord, dat ook insect of microbe kan betekenen - ‘beestje’ zeg maar. En in nog bredere zin is het een vlek, een ongerechtigheid, een hinderlijke kleinigheid. Computerprogramma’s zijn een opstapeling van ‘als-dan’-bevelen. Het gebeurt dan ook geregeld dat in niet meteen voorziene omstandigheden een rare combinatie van ‘alsen’ ontstaat, waarop ook een zotte ‘dan’ volgt. Zoals een luchtvaartingenieur het ooit uitdrukte: ”We kunnen perfect een zelfvliegend vliegtuig bouwen, maar we doen het niet, uit schrik dat het bij het passeren van de evenaar plots ondersteboven zou gaan vliegen.”
Vastlopende programma’s waren er al in de tijd van de allereerste computers in de jaren 40. Die vulden toen nog een hele zaal en werkten met elektromechanische relais en talloze lampen. Bij de IT-ploegen van toen hoorde een elektricien, die er een dagtaak aan had om gesprongen lampen te vervangen. Dat de toenmalige programmeurs kozen voor het woord bug voor een storende fout, wordt algemeen op naam gezet van Grace Hopper van de universiteit van Harvard, een van de allereerste programmeurs. In het logboek van haar Harvard Mark II van 9 september 1947 plakte de elektricien een mot die kortsluiting veroorzaakt had. De bug in de betekenis van computerfout was geboren.
Weg met Byron
Maar de bug van Hopper blijkt allerminst de allereerste computerstoring te zijn geweest, meldt de two-bit history blog. De aller-allereerste programmeur, Lady Ada Lovelace, geboren Byron, schreef die in 1843 al, zo blijkt nu. Ada was de eerste, en enige wettelijke, dochter van de dichter Lord Byron. Een maand na haar geboorte stapte mevrouw Byron op, met medeneming van haar dochter. Drie maanden later tekende Byron de scheidingsakte en verliet hij Engeland. Ava’s moeder stimuleerde haar interesse in wiskunde en wetenschap - zolang het maar geen literatuur was. Zoals toen gebruikelijk was, nam ze na haar huwelijk de naam van haar echtgenoot aan, zodat we haar kennen als Ada, Countess Lovelace.
Ze leerde Charles Babbage kennen, de ontwerper van de eerste mechanische rekenmachines die, gestuurd door ponskaarten, een aantal stappen na elkaar konden uitvoeren, en de resultaten van de ene stap konden gebruiken voor de volgende. Alleen, zijn ontwerpen vergden een grotere precisie dan de smeden en metaalgieters van toen konden leveren, en zijn analytical engine is nooit gebouwd. Zijn werk raakte vergeten en had geen invloed op het ontwerp van de eerste computers in de jaren 1930-1940. Pas later werd het herontdekt, en in 1991 bouwde het Londense Science Museum alsnog een van zijn ontwerpen in het echt. Het werkte perfect.