Zomerinterview
Tia Hellebaut
.Vervolg van blz. 7
had: ik ben topsporter kunnen worden. Ik hoop dat mijn kinderen ook iets vinden waaraan ze zich even gepassioneerd willen wijden, en dan zal ik hen daar voor honderd procent in steunen.” Je was tien toen je stiefvader, wiens achternaam je later zou overnemen, in beeld kwam. Wat betekende dat voor jou?
“Toen is alles veranderd.”
Mooier geworden?
“Niet alleen mooier, maar ook makkelijker: we kregen meer financiële zekerheid, en dat betekende enorm veel voor ons. Ze zeggen altijd dat geld niet gelukkig maakt, maar geen geld hebben kan je wel óngelukkig maken.” Heb je nog wel eens contact met je biologische vader? “Sporadisch. (denkt na) Weet je, ik heb die man nooit echt gekend. Dus heb ik ook geen band met hem. En wat je niet kent, kan je niet missen. Wat niet wegneemt dat ik op een bepaald moment in mijn leven wel wilde weten wie mijn vader precies was, en waar ik vandaan kwam. Zo was er dan af en toe toch weer contact, maar ik voelde al snel dat we nauwelijks een gemeenschappelijk verleden hadden. Daarom heb ik mijn stiefvader altijd als mijn echte vader beschouwd. Ik denk wel dat mijn biologische vader heel veel spijt heeft van wat er gebeurd is, maar dan kan ik alleen maar zeggen dat je oogst wat je gezaaid hebt. Hij is zijn verantwoordelijkheid uit de weg gegaan en ik voel me dan ook niet geroepen om de banden weer aan te halen. Want die verloren tijd halen we toch nooit meer in. Bovendien leid ik nu een leven dat me erg bevalt: ik heb mijn man, mijn kinderen, mijn vrienden… Contact zoeken met mijn biologische vader zou alles misschien weer nodeloos ingewikkeld maken, daarom staat het niet hoog op mijn verlanglijstje.” Ik neem aan dat je daar als kind anders over dacht? “Natuurlijk. Daarom informeerden we ook vaak naar hem bij mama, maar die kon alleen maar zeggen: Hij wil niet voor
u zorgen. Kijk, het is gelopen zoals het is gelopen, en dat heb ik altijd aanvaard.” Het heeft geen gat in jouw hart gemaakt? “Nee, blijkbaar niet. Al zal ik wel nooit begrijpen waarom mijn biologische vader die beslissing destijds genomen heeft, maar ik ga er wel van uit dat hij daar een goeie reden voor had. Misschien was hij niet klaar voor het vaderschap, was hij niet stabiel genoeg…”
Heb je ’t hem nooit gevraagd?
“Jawel. Maar dan krijg ik telkens weer hetzelfde antwoord: Ik heb er spijt van dat ik jullie heb achtergelaten, en dat ik er nooit was wanneer jullie me nodig hadden. Ach, hij was er gewoon niet klaar voor. Weggaan was misschien wel de beste optie. Liever dat dan gekke dingen doen.”
“Zoals ik er nu over praat, zou ik de indruk kunnen wekken dat ik het niet erg vind, wat er allemaal is gebeurd. Wel, da’s zeker niet het geval. Alleen is het zo moeilijk om uit te leggen aan mensen die zoiets niet hebben gemaakt, want zij hebben wel allemaal een band met hun ouders en denken vanuit dat kader. Ik had géén band, dus heb ik er ook niet zo veel emoties bij. Maar ik besef wel dat ik zijn genen in me draag. Voor de helft ben ik wie ik ben dankzij het genetisch materiaal van mijn vader, dus vind ik het jammer dat hij zijn vaderlijke plichten nooit heeft volbracht. Maar als ik zie wat mijn stiefvader allemaal voor mij heeft gedaan, hoef ik mijn biologische vader helemaal niet te missen. Hij heeft voor ons gezorgd, ons geadopteerd, ons een leven gegeven, ervoor gezorgd dat het allemaal goed kwam… Doe het maar, hé: een vrouw met twee kinderen tegenkomen en dat er allemaal bijnemen.”
“Je zal ondertussen wel gemerkt hebben dat ik positief in het leven sta. Dat is nu eenmaal de aard van het beestje. Voor mij is het glas altijd halfvol. Soms denk ik dat dat net komt door wat ik vroeger heb meegemaakt. Voor anderen zou zo’n verleden een reden kunnen zijn om neerslachtig door het leven te strompelen, maar op mij had ‘t het omgekeerde effect. Wat gebeurd is, is nu eenmaal gebeurd. Het enige wat je kan doen, is er het beste van maken. Uit alles wat er misloopt, kan je iets positiefs halen, da’s zelfs niet eens zo moeilijk. Iedereen zou het eens moeten proberen. Als je na een slechte dag gaat slapen, kan je overlopen wat er allemaal is misgelopen, maar je kan je ook focussen op wat wél gelukt is. Het is gewoon een andere benadering, en het helpt om positiever in het leven te staan.”
Uiteindelijk maakt iedereen wel íets mee.
“Zo is het! En wij wonen dan nog in België: zó slecht is het hier niet, hoor. Er zijn kinderen die in vluchtelingenkampen zitten, die nauwelijks drinkwater hebben… In vergelijking met die kinderen was ik een regelrechte gelukzak, want ik had voldoende te eten, een dak boven mijn hoofd én ik mocht naar school. Als je dat allemaal hebt, zit je oké, vind ik. (kijkt om zich
heen) Hier in Tessenderlo wonen waarschijnlijk duizenden mensen die meer hebben dan ik, maar wat betekent dat? Geld is alleen maar belangrijk als je geen eten kan kopen of de huur niet kan betalen. Wij komen niets te kort, maar we kunnen ook niet met het geld smijten. Mijn man, die kinesist is, werkt van negen uur ’s morgens tot halftwee ’s middags. Om vijf uur ’s avonds begint hij opnieuw, en dat vaak tot tien uur. Elke dag. Ja, dat is hard werken, en daar mag ook wel iets tegenover staan, maar rijk zijn we dus niet. En dat is ook helemaal geen betrachting.” Toen je meewerkte aan een reclamespot van Pizza Hut gingen er wel kritische stemmen op die vonden dat je uitverkoop hield. “Het was een financiële overweging, voilà. Niet om mezelf te verrijken, maar omdat ik het geld nodig had om mijn stages te betalen. De federatie betaalde me wel een stuk van mijn gemaakte kosten terug, maar lang niet alles. Als je twee maanden naar Zuid-Afrika gaat, kost dat nu eenmaal handenvol geld en dat geld had ik niet. Dan is de keuze snel gemaakt.”
Ga je soms nog naar Pizza Hut?
“Heel soms. (lacht) Maar dan zonder mijn dochter, want die lust geen pizza.” Wat brengt de toekomst? “Ik hoop de Tia Hellebaut Academy nog verder uit te bouwen. Mijn man Wim, die vroeger mijn coach was, heb ik al zo ver gekregen dat hij er één keer per week training gaat geven. Het bevalt hem: hij heeft me gezegd dat het hem veel voldoening geeft, omdat die jongeren er echt wel voor gaan. Ik hoop ook nog aan personal coaching te gaan doen. Mensen willen wel sporten, maar ze weten vaak niet hoe eraan te beginnen. Wel, daar kan ik hen wegwijs in maken. En verder? Mijn kinderen, hé. Ik stel alles in het werk opdat ze zich ten volle kunnen ontplooien, wat er in de praktijk op neerkomt dat ik vaak chauffeur moet spelen.” (lacht) Maar de drive om zelf buitengewone dingen te gaan doen, is weg, zei je net. Definitief, denk je? “Mijn gezin is prioriteit, en zo lang mijn kinderen jong zijn en mijn man tot ’s avonds laat werkt, zal dat zo blijven. Dat die drive weg is… Soms vraag ik me wel eens af of dat wel oké is, hoor. Waarschijnlijk heb ik die drang niet meer omdat ik content ben met hoe mijn leven nu loopt. En dat betekent rust in mijn hoofd, omdat alles klopt. Voorlopig hoeft daar voor mij niks grellig aan te veranderen. Ik heb dus geen bucket
list, want ik ben blij met wat ik heb. Maar als die drive om bijzondere dingen te gaan doen - bijvoorbeeld topsporters coachen - weer komt opzetten, zal ik dat zeker niet negeren.”
“Ik heb mijn biologische vader nooit echt gekend, en wat je niet kent, kan je niet missen. Die verloren tijd halen we trouwens toch nooit meer in”