“Beringen dood? Beringen leeft!”
Handelaars oneens met noodoproep horeca, vlaggen verbinden centrum met be-Mine en Mijn
“Neen, Beringen is niet dood. Beringen leeft meer dan ooit!” Daarmee reageert de vzw Centrummanagement, die de Beringse handelaars groepeert, op de noodkreet van de horeca, die vreest voor de teloorgang van hun cafés. In september moet een honderdtal vlaggen tussen het centrum, be-Mine en BeringenMijn de stad alvast opfleuren.
De noodkreet van de Beringse horecabazen in onze vrijdagkrant dat het stadscentrum op sterven na dood zou zijn, is in het verkeerde keelgat geschoten bij veel van de lokale handelaars. “Want Beringen leeft wél”, klinken de ruim twintig handelaars gisteren unaniem. Gegroepeerd in de vzw Centrummanagement, laten ze zich niet onbetuigd. “Er is hier haast geen leegstand, onze handelszaken zijn gespecialiseerd in een bepaald segment en meer dan de helft van onze klanten komt van buiten Beringen. Dat zijn onze sterktes”, zegt
Johan Cox, voorzitter van het Centrummanagement en zaakvoerder van de gelijknamige elektrozaak. Maar hij ziet ook uitdagingen. “Ons probleem is dat we vijf centra hebben in ‘Groot Beringen’, elk met hun bestaansrecht en eigenheid. Toch moet het centrum van Beringen het aanbod hebben om daarboven uit te stijgen.”
Cafébazen
En daarvoor is volgens de handelaars samenwerking nodig. “Momenteel zijn er een honderd handelaars lid van het centrummanagement”, weet centrummanager Jennifer Op de Locht. “We merken dat leden zich inzetten om actief deel te nemen aan de ontwikkeling van het centrum. Maar natuurlijk is het belangrijk dat er zo veel mogelijk mensen deelnemen. Iedereen heeft tenslotte baat bij een levendig centrum, ook de cafébazen.”
En die cafébazen zouden dan weer te weinig initiatief nemen volgens sommige handelaars. “Natuurlijk is er nog werk aan de winkel”, zegt Natalie Vanhamel van damesmode Mademoiselle Renée. “Maar in de drie jaar dat we lid zijn van het centrummanagement is hier veel gerealiseerd, denk maar aan evenementen zoals Beringen Beach. Het probleem is dat de cafébazen meestal niet deelnemen.”
Een stelling die Jessica Pauwels van Stiff Style beaamt. “Er is verandering nodig bij de horeca. Als je op zaterdag, een topdag voor handelaars, je namiddagje shoppen wil onderbreken met een cafébezoek, kun je hier nergens terecht voor 16 uur.” Dat tempert haar optimisme echt niet. “De zaken gaan goed en volgende week gaat mijn tweede winkel open.” Myriam Roggen van Stratford doet dan weer een oproep naar jonge horecaondernemers. “Die missen we hier. In naam van het Centrummanagement wil ik hen dan ook aanmoedigen om zich hier te vestigen.” “We missen horeca-uitbaters die willen meebouwen aan de toekomst van Beringen”, treedt Miranda Cremers van Mistic modeaccessoires haar bij. Tussen de handelaars is volgens Cremers saamhorigheid genoeg. “We bereiken elkaar steeds meer. Dat hoort ook zo, want als zelfstandige sta je er vaak alleen voor.
Vlaggen
Om het centrum op te waarderen, heeft het Centrummanagement alvast een concreet idee klaar. “De tweede week van september pakken we uit met een nieuw project. Dan verbinden we be-Mine met het centrum van Beringen en met Beringen-Mijn. Dat doen we met honderd vlaggen”, aldus centrummanager Op de Locht. “Elke locatie krijgt daarbij een andere kleur en baseline. Voor het centrum hebben we gekozen om elke straatnaam op de vlaggen te vermelden en de baseline is ‘Centrum in volle groei’. Voor BeringenMijn hebben we gekozen voor ‘multicultureel winkelen’ en voor be-Mine voor ‘internationaal bekroond’. Zo hopen we te kunnen beginnen met van Beringen, toch de derde stad van Limburg, één centrumstad te kunnen maken.” Want een handelscentrum “met regionale uitstraling”, daar is het allemaal om te doen, zegt Johan Cox nog. “Be-Mine en het centrum moeten hun aanbod versterken om bovenlokaal te kunnen werken. Zo kunnen we in heel de stad een positief klimaat creëren. Mijn droom is dat er fietspaden vanuit het centrum naar de vier andere centra zouden lopen om onze verbondenheid aan te tonen. Gelukkig worden we daarin gesteund door de politiek.”