VN willen legertop Myanmar vervolgen voor genocide
Ook Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi gaat niet vrijuit
GENÈVE - De legerleiding van Myanmar moet voor een internationaal gerechtshof gedaagd worden op beschuldiging van genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid tegenover de Rohingya. Dat zegt een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties.
De Rohingya zijn een moslimminderheid in het overwegend boeddhistische Myanmar, het vroegere Birma. Hoewel ze al generaties in Myanmar wonen, beschouwen de Myanmarezen hen als illegale inwijkelingen uit Bangladesh, en niet als burgers van Myanmar. Sinds er in augustus vorig jaar aanvallen door Rohingya-militanten waren waarbij enkele Myanmarese politiemannen gedood werden, is de repressie ongemeen heftig geworden en heeft het leger zuiveringsoperaties uitgevoerd in de deelstaten Rakhine, Kachin en Shan waar de meeste Rohingya wonen.
Bij die acties van het leger werden naar schatting zo’n 25.000 mensen vermoord. 700.000 Rohingya zijn gevlucht naar Bangladesh. Myanmar weigerde mee te werken aan het onderzoek, en de onderzoekers van de Verenigde Naties mochten het land niet binnen, maar hadden wel gesprekken met 875 getuigen die naar Bangladesh gevlucht zijn, en baseerden zich voorts op satellietbeelden, foto’s en video-opnamen.
Het 43 pagina’s tellende verslag van de onderzoekscommissie dat te vinden is op de website van het VN-commissariaat voor de mensenrechten is deprimerende lectuur. De Tatmadaw, zoals het leger van Myanmar wordt genoemd, hebben zich schuldig gemaakt aan moorden, verdwijningen, folteringen, verkrachtingen en andere vormen van seksueel geweld, en slavernij, allemaal misdaden tegen de mensheid. In het noorden van Rakhine is er bovendien sprake van uitroeiing en deportatie. Het rapport concludeert dan ook dat “de misdaden in de staat Rakhine, en de manier waarop ze werden uitgevoerd, naar aard, ernst en schaal gelijkaardig zijn aan misdaden waarbij in andere gevallen genocidaire bedoelingen zijn vastgesteld”.
Aung San Suu Kyi
Ook de verantwoordelijken zijn gekend. Het rapport noemt zes topmilitairen die vervolgd moeten worden, te beginnen met de Myanmarese legerleider Min Aung Hlaing, die ooit openlijk gezegd heeft dat hij “het al lang aanslepende probleem met de Bengali” zou oplossen.
Het rapport is ook scherp voor Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi, het feitelijk regeringshoofd van Myanmar, die passief bleef. “Zij heeft noch haar positie als regeringschef, noch haar moreel gezag gebruikt om de gebeurtenissen in Rakhine te voorkomen of te stoppen”, zo staat er. De regering van San Suu Kyi sloot zich gewoon aan bij de verklaring van het leger dat de militaire acties de aangepaste aanpak waren van “terroristen”. Aangezien Myanmar zelf niet in staat blijkt te zijn de misdaden toe te geven en de militairen eigenlijk straffeloosheid garandeert, is het aan de internationale gemeenschap om de daders ter verantwoording te roepen, aldus de VN. De onderzoekscommissie vindt dat het dossier eigenlijk thuishoort bij het Internationaal Strafhof in Den Haag, maar Myanmar erkent het strafhof niet. Toch zouden de aanklagers overwegen of ze de zaak kunnen opnemen. Een andere mogelijkheid is dat er door de Verenigde Naties een bijzondere
rechtbank wordt opgericht.
Minuten na de bekendmaking van het rapport sloot Facebook tientallen acoounts in Myanmar af. Daarbij ook het account van opperbevelhebber Min Aung Hliang. Het socialemediabedrijf verwees uitdrukkelijk naar het VN-rapport, en zegt dat het “wil voorkomen dat van onze diensten gebruikt gemaakt wordt om etnische en religieuze spanningen op te voeren”. De VN-onderzoekers hadden onlangs gezegd dat Facebook een “belangrijke rol” gespeeld had in het verspreiden van de haatboodschappen. Facebook zelf had al eerder een groep extremistische boeddhistische monniken op de zwarte lijst gezet, en erkend dat het “traag” was geweest in de aanpak van de racistische boodschappen op zijn netwerk in Myanmar.