Hilde Crevits (CD&V) wil minister van Onderwijs blijven
Hilde Crevits (CD&V) wil duidelijk ook volgend schooljaar opnieuw minister van Onderwijs zijn
BRUSSEL - Hilde Crevits is aan haar laatste ‘terug naar school’ van deze legislatuur bezig. Ze heeft in elk geval duidelijk veel zin om ook volgend jaar iedereen weer op 1 september te begroeten als minister, al zegt ze dat iets meer omfloerst. “Ik voer in elk geval elke dag onderwijsbeleid alsof ik het nog zeer lang zou doen en niet om er vanaf te zijn.” Zoals altijd vlak voor de start van het schooljaar duiken er weer berichten op waar iedereen eventjes van schrikt. Mag zittenblijven nu echt niet meer met een B-attest?
“We gaan het zittenblijven vanaf september 2019 beperken. Met een A-attest ga je over naar het volgend jaar, met een C-attest moet je blijven zitten, de discussie gaat over het B-attest. Daarmee mag je ook naar het volgende jaar, maar niet in dezelfde studierichting. Je kan alleen nog blijven zitten als de klassenraad akkoord gaat en nadat je een gesprek hebt gehad met het Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Want het CLB heeft wel inzicht in de persoonlijkheid van een leerling én in de mogelijke studieloopbanen, zeker in de pubertijd is dat belangrijk. De klassenraad heeft het laatste woord.”
Dus wie eind dit jaar een B-attest haalt, kan zelf nog kiezen of hij of zij blijft zitten?
“Ja, daarna verandert het. We hebben gekeken naar jongeren die uitvallen. Dat zijn vaak jongeren die een jaar gedubbeld hebben. Ook bij de jongeren met een B-attest die een jaar hebben overgedaan, merken we dat de schoolcarrière niet altijd betert. We willen ook vermijden dat jongeren onder druk van ouders een jaar moeten overdoen, terwijl ze beter georiënteerd zouden worden naar een andere richting.”
Zittenblijven is tijdverlies?
“Niet altijd, maar je moet van zittenblijven ook niet de norm maken.”
De andere discussie van afgelopen week ging over het vak ‘mens en samenleving’ dat Katholiek Onderwijs Vlaanderen vanaf volgend schooljaar invoert en waardoor de leerlingen één uur Nederlands missen. U was hevige fan van het vak burgerschap, nu nog?
“Het gemeenschapsonderwijs GO! is vorig jaar al met een vak burgerschap gestart, nog voor de eindtermen goedgekeurd waren. Katholiek Onderwijs Vlaanderen begint er volgend schooljaar mee, ze stoppen trouwens ook mediawijsheid en ondernemingszin in dat vak ‘mens en samenleving’, ook dat zijn sleutelcompetenties die in de eindtermen zitten. Maar je mag nu door de communicatie over dat vak niet de indruk geven dat Nederlands aan belang inboet. Dat is niet oké en daar ben ik ongelukkig over.”
In het GO! zit dat vak in de vrij te kiezen uren van het eerste jaar, is dat beter?
“Wel, in het katholiek onderwijs is dat vak goed voor twee lesuren in het eerste jaar. Veel mensen stellen voor om die twee uur te spreiden over twee jaar en elk jaar één uur van dat vak te geven. Scholen zijn autonoom, ik kan me daar niet in moeien. Maar ik ben nogal gevoelig voor de argumenten over de teloorgang van het Nederlands, omdat ik echt overtuigd ben dat dit de basis is voor goede schoolprestaties. Scholen moeten daar aandacht aan blijven besteden. Deze week kreeg ik ook veel mails van leerkrachten die erover klaagden dat ze alleen in de les Nederlands punten mogen aftrekken voor taal. Ze gaan ervan uit dat onze inspectie het niet zou aanvaarden als je dat in een andere les aanrekent als fout. Dat is niet juist. Je kan perfect met je lerarenteam afspreken dat je een bepaald percentage van de punten verliest als je een fout schrijft. Maar je moet de leerlingen daar wel over informeren. Ook in het hoger onderwijs kan je taal meenemen in de punten. Onlangs had je ook professoren uit het hoger onderwijs die zeggen dat jongeren geen papers meer kunnen schrijven. Maar die jongeren waren bij het PIRLS-onderzoek van 2006 naar begrijpend lezen wel nog de beste van de wereld. Kunnen ze dan echt niet meer schrijven? Of betekent dit dat er geen aandacht meer voor is?”
Ik ben gevoelig voor de argumenten over de teloorgang van het Nederlands omdat dit de basis is voor goede schoolprestaties Hilde Crevits
Is dit een oproep?
“Elke leraar kan een taalleraar zijn. Maar daar moeten in de scholen afspraken over worden gemaakt. Een werkstuk voor wiskunde moet natuurlijk geen literatuurstudie zijn.”
Wat vindt u van de voorstellen om de leerplicht op 5 jaar te zetten, zoals nu ook de socialistische vakbond vraagt? Open Vld en MR pleiten daar al langer voor.
“Dat is federale materie. Maar als je die leeftijd wil verlagen moet eerst de kloof in werkingsmiddelen tussen kleuter- en lager onderwijs gedicht worden. In België zit je trouwens met leerplicht en niet met schoolplicht. De leerplicht verlagen is dus geen garantie dat kinderen ook naar school komen. Je kan hier dus ook thuisonderwijs krijgen, terwijl de inzet net is om zoveel mogelijk kinderen naar school te krijgen. In de hervorming van de kinderbijslag is daar ook rekening mee gehouden. Kinderen van 3 en 4 jaar krijgen een toelage als ze voldoende naar school gaan.”
Hoe zit met het uw plan om het basisonderwijs aan te pakken?
“Daarvan zijn al een aantal zaken uitgevoerd: in oktober start het platform voor 2.500 leerkrachten in het basisonderwijs. Wie daar in stapt heeft dus de garantie op een jaar werk aan 100 procent van zijn loon. Maar ook leerkrachten die al vastbenoemd zijn en even een andere uitdaging willen, mogen daar in stappen. Hun vaste plaats komt dan vrij. We steken vanaf dit jaar ook 15 miljoen euro in deze lerarenplatforms. Leerkrachten kunnen vanaf volgend schooljaar ook sneller een tijdelijke benoeming krijgen. Na twee in plaats van na drie jaar op voorwaarde dat de school akkoord gaat. En de directeurs van basisscholen met meer dan 99 leerlingen, moeten ook geen les meer geven.
Is uw plan daarmee klaar?
“Nee, over de rest van het plan lopen de besprekingen nog en dit is sowieso een plan voor de lange termijn. Wat de organisatie betreft, vind ik bijvoorbeeld dat onderwijzers alle vakken moeten kunnen geven. Er is nu ook de vraag om vakleerkrachten in te zetten voor bijvoorbeeld Frans. Die moeten daar wel de pedagogische bekwaamheid voor hebben. Een master Frans is opgeleid om les te geven aan de laatste jaren in het secundair, ik vind het een beetje moeilijk om die zomaar naar het lager onderwijs te halen. Een andere piste zijn leergebiedexperts, onderwijzers die zich specialiseren in een bepaald vak.”
En de financiering? Mag het basisonderwijs nog iets extra verwachten?
“Een belangrijk luik voor mij is de gelijkschakeling van de werkingsmiddelen tussen kleuter en lager. Die kloof is nog 50 miljoen euro.”
Een ander dossier dat al een hele legislatuur meegaat is het loopbaanpact voor de leerkrachten. Geraakt dat nog rond voor de verkiezingen?
“Daarvoor is het wachten op de werklastmeeting voor leerkrachten. Duizenden leerkrachten hebben voor ons bijgehouden hoe ze hun tijd besteden. Dat wordt dan besproken door de sociale partners. Voor de allereerste keer in de geschiedenis zullen we een zicht krijgen op wat de leraren allemaal presteren: hoeveel uren geven ze les, hoe lang bereiden ze voor.