Maaseik krijgt woordenboek voor eeuwigheid
papier gestalte te geven aan zijn levenswerk. Mady was als co-auteur niet alleen zijn klankbord, zij tikte die duizenden bladzijden en de verschillende versies ook allemaal netjes over op de computer.
Standaardwerk
Maaseik mag trots zijn dat twee inwoners uit hun stad een standaardwerk hebben samengesteld dat noch in België noch in Nederland zijn gelijke kent. Bovendien is het een belangrijk werk voor een gebied dat veel groter is dan de Maaseikse binnenstad, waar het onderzochte dialect vandaan komt.
Theo Kees: “Van de ongeveer 52.500 trefwoorden die wij in beide delen van DGMD uitwerkten, komt het gros uiteraard ook elders in Limburg voor. Natuurlijk vrijwel altijd als variant. En dat zowel wat de woordvorm als wat de klanken betreft. Iedere Limburger kan bijgevolg iets hebben aan dit boek. “
Uitspraaktabel
Bij het boek zit een zelf ontwikkelde uitspraak en spellingstabel van 59 klinkers en tweeklanken die er voor zorgt dat als over pakweg vijfhonderd jaar niemand nog dialect spreekt, de lezer van deze Maaseikse boeken wel nog steeds weet hoe een woord correct moet worden uitgesproken. Bovendien heeft de stad Maaseik beloofd om het hele werk te digitaliseren. Het Maaseiks is dan helemaal klaar voor de eeuwigheid.
Zijn jullie zelf tevreden over het resultaat?
Theo Kees: ”Wij hebben gestreefd naar degelijkheid en volledigheid. Voor ons een minimum. Over de kwaliteit gaan wij ons niet uitlaten maar specialisten zeggen wel dat we heel mooi werk hebben verricht. Het was nooit een doel op zich om het beste of het dikste woordenboek te maken. Wij wilden alleen onze mooie Maaseiker en Maaslandse taal zo compleet en exact mogelijk veiligstellen voor de toekomst. En wij wilden dat het werk inhoudelijk aantrekkelijk zou zijn voor de gebruiker. Voor deel 2 hebben we beroep kunnen doen op Arnaud Latour en zijn vader Richard Latour die minutieus correcties hebben aangebracht. Wij zijn blij dat burgemeester Jan Cremers en schepen Myriam Gievens zich achter het project hebben geschaard en de boekdelen door de stad Maaseik hebben laten uitgeven. Daarbij was de subsidie van de provincie 12.500 euro ook welkom.”
van
Hebben jullie verder nog hulp gehad?
Theo: “Vele mensen hebben ons bij het opzoekingswerk geholpen zoals onze mentor Tony Van Wijck, vader van Frieda Van Wijck of schooldirecteur Franky Hungenaert en de redactie van ‘De Maaseikenaar’. Erkenning en hulp hebben we ook gekregen van specialisten zoals taalkundige Rob Belemans, historicus Jos Henckens en Yuri Michielsen, projectleider van de Limburgs Corpus Dictionair uit Maastricht. Het eerste deel van De Groeëte Mëzeikër Diksjënaer is al opgenomen in het befaamde Meertensinstituut in Amsterdam waar taal en cultuur van het Nederlands verzameld en onder-