Limburgse debutanten
Hampden Park. Het Wembley van Schotland. Er zijn ergere plaatsen om te debuteren als Rode Duivel. Hans Vanaken en Leandro Trossard hebben er vannacht vast over gedroomd. Beide Limburgers zijn er voor het eerst bij en hopen in Glasgow op speelminuten. Roberto Martinez liet eerder al doorschemeren dat die hoop terecht is. Wij zijn het helemaal eens met de Belgische bondscoach. Pas als Martinez hen een kans geeft, kunnen Vanaken en Trossard tonen dat ze het niveau de baas zijn. Geen twee nijlpaarden in kilt en met doedelzak die ze in een symfonisch orkest hebben gedropt. Ze horen thuis bij de Duivels, daar twijfelen we niet aan. Daar hebben we eigenlijk nooit aan getwijfeld. Omdat Trossard een klasse apart is. Er zijn spelers die beter dribbelen, er zijn spelers die sneller lopen, er zijn spelers die harder trappen. Allemaal waar. Maar de 23-jarige Genkenaar heeft iets ondefinieerbaars, wat hem straffer maakt dan bijna al zijn collega’s in de Jupiler Pro League. Hij ziet een opening die iemand anders niet ziet. Hij voelt het tempo van een actie perfect aan - wanneer speel ik best meteen, wanneer wacht ik beter een fractie van een seconde. Hij doet dingen met een bal die niet spectaculair ogen, maar moeilijker zijn dan een adembenemende omhaal of De Komma-dribbel. Precies daarom voorspelden we al veel langer dat Trossard het op een dag tot Rode Duivel zou schoppen. Niet omdat hij een circusartiest op noppen is, wel omdat hij in het moderne voetbal klasse aan efficiëntie koppelt. Binnendoor of buitenom, trappen of steekpassje. Je weet het bij Trossard nooit. Voor Hans Vanaken geldt in feite hetzelfde. Al heeft het de Lommelaar meer moeite gekost dan zijn Genkse collega-Rode Duivel om iedereen te overtuigen van zijn kwaliteiten. Want telkens weer waren er (blinde) criticasters die volhielden: Vanaken is te traag, Vanaken is te loom. Ook vandaag nog. Vreemd. Wij weten eveneens dat hij de 100 meter niet holt in tien seconden, dat hij nooit een Messiaanse dribbel uit de schoenen zal schudden. Maar Vanaken is wel top. Omdat hij er in slaagt voetbal eenvoudig te maken. Ondanks zijn 1m95 behandelt hij de bal als een pasgeboren baby. In de voeten van Vanaken is die nooit in gevaar. Geloof ons, bij Club Brugge denken (en zeggen) ze allemaal: ‘Geef de bal maar aan Hans, hij doet er wel iets mee’. Vanaken speelt niet alleen voetbal, hij voelt voetbal. En zo zijn er niet veel. Daarom zijn wij er ook van overtuigd dat de Limburger niet zal misstaan tussen die andere Rode Duivels. Met wereldtoppers om zich heen, zal Vanaken nog beter tot zijn recht komen. Is het niet vandaag, dan zeker morgen. Hampden Park. Straks Trossard Park of Vanaken Park? Het woord is aan de bondscoach.