Loze beloften
Door Indra Dewitte
Terwijl alle focus op de komende gemeenteraadsverkiezingen ligt, dreigt de aandacht voor het begrotingsevenwicht (opnieuw) onder het vriespunt te zakken. Deze week raakte bekend dat het begrotingstekort in 2019 met maar liefst 5 miljard zal stijgen, een pak meer dan de regering-Michel wil toegeven. Na de oorverdovende verkiezingsbeloften in 2014 zou je denken dat het land even ophoudt met draaien na zo’n knalharde boodschap. En dat menig politicus wat ongemakkelijk met het schaamrood op de kaken zou staan schuifelen. Niks van dat alles. Alles kabbelt verder als vanouds.
Moeten we daarvan wakker liggen? Vanzelfsprekend. Het is ronduit griezelig om vast te stellen dat deze zelfverklaarde historische regering er niet in slaagt om orde op zaken te stellen. Het lukt maar niet om het landsbudget weer gezond te krijgen, zelfs niet nu de rente historisch laag is en de economie lichtjes opveert. Hierdoor staat het voortbestaan van onze welvaartsstaat onder druk. Continu meer uitgeven dan je in je portemonnee hebt, is nu eenmaal een eindig verhaal.
Nog meer verontrustend is het gemak waarmee de regering dit onheilscijfer naast zich neerlegt. Geen sprake van enige kritische lezing van haar eigen aanpak. Integendeel. De afgelopen maanden zijn de berekeningen van het Planbureau, de Nationale Bank én het Monitoringscomité zonder moeite aan de kant geschoven. Nochtans heeft elk van die instanties alarmerende cijfers op tafel gelegd. Het gat in de begroting zou in 2019 niet stranden op 0,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp) zoals de regering becijferde, klonk het waarschuwend, maar op 1,8 procent. Dat verschil is zowat het gezamenlijke budget van enkele middelgrote regeringsdepartementen.
Nu moet worden gezegd dat de regering en het Monitoringscomité op twee verschillende manieren rekenen. De eerste becijfert haar eigen beloften, de tweede berekent de besparingsmaatregelen die via een wet of een Koninklijk Besluit al effectief gestemd zijn. De eerste kijkt dus doorgaans wat positiever naar de budgetten dan de ander. Echt duurzaam is dat niet. Het is dan ook verrassend dat er meer en meer stemmen opgaan om het Monitoringscomité af te schaffen. Liever dan de zaken onder ogen te zien en zo nodig op de blaren te zitten, rekent de politiek zich rijk. Het gevolg is simpel: de volgende regering zit straks opgezadeld met een loodzware last van om en bij de 8 miljard euro. En opnieuw zal er een keuze moeten worden gemaakt: drastisch besparen in uitgaven, meer belastingen innen of een groeiend gat in de begroting. We vrezen dat we de uitkomst al kunnen raden.