“Mijn hersenen zitten nog steeds in een herstelfase”
PIETER TIMMERS MAAKT DIT WEEKEND, EEN MAAND NA ZIJN HERSENVLIESONTSTEKING, ZIJN COMEBACK
De droom was goud op het EK in Glasgow, de realiteit was een ziekenhuisbed op een spoedafdeling in Antwerpen. Op 30 juli - een dag voor zijn vertrek naar Schotland - werd Pieter Timmers (30) geveld door een virale hersenvliesontsteking. “Ik besef steeds beter hoe goed ik ervan afgekomen ben”, verklaart de Beringenaar, die dit weekend zijn comeback maakt in het Russische Kazan. We zijn nu iets meer dan een maand na die hersenvliesontsteking. Hoe gaat het met je?
“Ik besef steeds beter hoe goed ik ervan afgekomen ben, maar tegelijkertijd ben ik nog ver van de oude. Mijn hersenen bevinden zich nog steeds in een herstelfase. Dat uit zich in een overgevoeligheid voor prikkels. Feestjes met al dat lawaai, putten me uit. Onlangs gaf Elle een verrassingsfeestje naar aanleiding van mijn olympisch zilver van 2016. Wel, ik ben boenk in slaap gevallen op de zetel, ook al waren er nog wat gasten aanwezig. Ik heb ook nog steeds aanvallen van hoofdpijn, een teken dat rust nodig is. Maar ik mag me ook niet helemaal afsluiten van prikkels, anders kunnen mijn hersenen niet wennen aan een normaal niveau.”
Waarom zeg je dat je er goed van afgekomen bent?
“Omdat ik veel berichtjes heb gekregen van mensen die veel zwaardere naweeën hebben gekend van een hersenvliesontsteking. Dat ging van gezichtsverlamming over complete onbeweeglijkheid tot verwardheid, een jaar lang. Veel erger dan wat ik heb meegemaakt. Ik mag dus niet klagen.”
Een hersenvliesontsteking klinkt angstaanjagend. Heb je voor je leven gevreesd?
“Dat ook weer niet, neen. Ik zat vooral met dat EK in mijn hoofd. De volgende ochtend moest ik vertrekken. Zelfs al voelde ik me rotslecht, ik wilde op dat vliegtuig stappen. Tot die maandag was de voorbereiding perfect gelopen. Waarom zou ik dan thuisblijven van mijn grote doel, waarvoor ik zo hard getraind had? Ondertussen stroomden de berichtjes binnen van mensen die vooral dachten aan mijn gezondheid, maar voor mij was dat geen issue. Op dat moment dacht ik: Fuck it, gezondheid. Jullie sturen allemaal heel lieve en attente berichtjes, maar jullie begrijpen het niet. Ik wil zwemmen!”
Je grote doel ging wel in rook op. Hoe hard komt dat aan?
“Eerst snoeihard, maar vreemd genoeg had ik erna snel vrede met de situatie. Als topsporter heb ik geleerd dat ik me niet druk mag maken in iets waarop ik geen vat heb. Ik ben even blijven hopen op de 50m vrije slag, die meer dan een week later zou plaatsvinden, maar ook dat bleek al snel tevergeefs.”
Wat heb je qua conditie ingeleverd?
“Ik kon mijn Brabo-maats Vangoetsenhoven en Weiremans niet volgen toen we samen ergens naartoe fietsten. En niet dat die gasten 30 kilometer per uur reden. Van bloedvorm naar nul in drie dagen tijd, zoiets.”
Was het zo extreem?
“Absoluut. Ik moest echt van nul herbeginnen. Ik ben vrij snel weer het zwembad ingedoken, maar de eerste training was niet langer dan 500 meter. Stoppen, rusten en de dag nadien een kilometer. Zo ben ik langzaam weer beginnen opbouwen. Het was bij momenten toch doorbijten.”
Ben je dan geen ambetante mens voor je omgeving?
“Ach neen. Je kan in een hoekje kruipen en beginnen te wenen, maar wat baat dat? Pech gehad. Een viruske. Fuckin klote dat ik het EK gemist heb, dat ik niet voor goud ben kunnen gaan. Want die plaats had voor mij kunnen zijn. Maar er zijn belangrijkere zaken.”
Eerst je klaplongen, nu een hersenvliesontsteking: je hebt al wat gezondheidsproblemen gekend.
“Dat geeft een beetje een vertekend beeld, want eigenlijk ben ik zo goed als nooit geblesseerd. Het was gewoon telkens nét voor een EK. En bovendien steeds aandoeningen die niets met mijn sport te maken hebben... Toch heb ik me nooit afgevraagd of ik wel zou blijven zwemmen. Ik vind dit leven nog altijd plezant en het draait nog altijd goed. De Wereldbekers in Kazan, Doha, Eindhoven en Boedapest zijn mijn nieuwe doelen voor dit najaar. Al lijken toptijden nu wel uitgesloten. Meedoen voor de podiumplaatsen zou al mooi zijn.”
Het zou best kunnen dat ik mijn dochter zelf ga leren zwemmen. Jutta heeft grote handen en voeten. Perfect voor de sport
Pieter TIMMERS
Mijn hersenen bevinden zich nog steeds in een herstelfase, waardoor ik overgevoelig ben aan prikkels
Pieter TIMMERS
Verandert deze tegenslag jouw planning? Blijft Tokio 2020 je grote doel?
“Daar ben ik nu nog niet mee bezig. Laat me eerst die Wereldbekers afwerken. Nadien volgen twee weken vakantie met het gezin in Mallorca. Eind december volgt nog een race. En nadien focus ik op het WK 2019.”
Hoe beleefde jij dat EK? Voor de Belgen was het niet goed.
(Diepe zucht) “Wat moet ik daarop zeggen?”
Dat ze jou niet kunnen missen?
“Maar het ligt niet alleen aan mijn afwezigheid. Misschien is het daardoor meer opgevallen, dat kan. Voor mij waren die tegenvallende prestaties alleszins geen verrassing.”
Waar loopt het fout? Mentaliteit? Opleiding? Structuur?
(Nog diepere zucht) “Waar moet ik beginnen? Als atleet kan ik niet zomaar mijn boekje opendoen, maar op alle vlakken is er heel veel werk. Bekijk alleen de mentaliteit. Bij ons kruipen jongens met faalangst op het startblok. Dat zie ik elders niet. Neem Rusland. Oké, dat land zit met een dopingprobleem, maar ze zullen niet allemáál pakken. Die Russische zwemmers presteren wel op het juiste moment. Waarom kunnen zij dat wel en wij niet? Is dat opleiding? Heeft dat met opvoeding te maken? Bij ons klinkt het altijd: ze moeten nog leren, ze zijn nog jong. Maar 18 jaar is niet echt jong meer in de topsport.”
Leeft die bezorgdheid ook bij je collega’s?
“Sinds Glasgow heb ik toch enkele zwemmers gesproken. En de meesten vinden dat er iets moet veranderen. Of beter: dat er véél moet veranderen.”
Slechts één van onze 16 EK-gangers - Sebastien De Meulemeester - zwom een persoonlijk record. Is dat niet het meest zorgwekkende?
“Inderdaad, al moet je toch in perspectief plaatsen dat routiniers als Kimberly Buys, Louis Croenen en ik bijna aan ons plafond zitten. Wij kunnen niet altijd onze chrono’s en Belgische records blijven verbeteren. Maar de jongeren moeten die stap wél zetten. Als je tien jongeren naar een EK stuurt, moeten die allemaal hun besttijden zwemmen. Maar ik wil het ook niet al té zwart stellen. De voorgaande EK’s waren meer dan degelijk en