“Verkrachters zijn maar zelden brutale monsters”
Riemstenaar ontwikkelt checklist voor valse aangiftes in verkrachtingszaken
RIEMST - “Verkrachters zijn zelden brutale monsters, zoals we die in de film zien, maar veeleer zielige figuren die geen lief hebben.” Dat zegt de Riemstse rechtspsycholoog André De Zutter (46), die vandaag promoveert aan de Universiteit van Maastricht op een proefschrift over valse aangiftes in verkrachtingszaken. De Zutter maakte een checklist waarmee de politie valse aangiftes van echte kan onderscheiden. “Zedenrechercheurs zijn vandaag nog altijd veel te goedgelovig bij valse verkrachtingszaken.”
Riemstenaar André De Zutter (46), vandaag docent criminologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, startte acht jaar geleden aan de universiteit van Maastricht met zijn onderzoek naar valse aangiftes in verkrachtingszaken. “Omdat er signalen waren dat er bij de politie een wildgroei was van valse aangiftes”, zegt De Zutter, die vandaag promoveert op zijn onderzoek.
Om echte van valse aangiftes te onderscheiden, ging De Zutter op zoek naar het profiel van verkrachters. “En dat zijn niet de brutale monsters, zoals we die in de films kennen”, zegt De Zutter. “Verkrachters zijn eerder zielige figuren die geen lief hebben. Ze kussen en strelen zelfs hun slachtoffer, die meestal een bekende is voor hen, en ze geven hen complimentjes. Veel verkrachters vragen hun slachtoffer zelfs: kan je van mij houden? Die ‘pseudo-intimiteit’ en ‘pseudo-bezorgdheid’ brengt slachtoffers vaak ook in de war. Ben ik misschien niet duidelijk genoeg geweest, vragen slachtoffers zich weleens af.”
Condoom
Tijdens het onderzoek van De Zutter werd ook pijnlijk duidelijk dat zedenrechercheurs valse en echte aangiftes niet altijd goed kunnen onderscheiden. “Omdat ze, net als de man in de straat, veel te vaak het stereotiepe beeld van de brutale, sadistische verkrachter hebben”, zegt De Zutter. “Daardoor geloven ze minder snel het verhaal van echte slachtoffers en zijn ze te goedgelovig bij valse aangevers.”
De Zutter ontwikkelde daarom een checklist om valse aangevers te ontmaskeren. “Wie niet echt verkracht is, weet immers niet hoe een echte verkrachting verloopt. In een verzonnen verhaal duurt een verkrachting bijvoorbeeld gemiddeld maar een kwartier, terwijl dat in werkelijkheid vaak een half uur of langer is. Een ander criterium om een valse aangifte te doorprikken, is de vraag of er tijdens de verkrachting een condoom is gebruikt. Uit de 500 strafdossiers die ik heb onderzocht, heeft een slachtoffer op die vraag nog nooit geantwoord: dat weet ik niet meer. Als de aangever zegt niet zeker te zijn dat de dader een condoom droeg, dan weet je dus dat de verklaring vals is.”
Als de aangever zegt niet zeker te zijn dat de dader een condoom droeg, dan weet je dat de verklaring vals is
André DE ZUTTER Rechtspsycholoog
Psychopaat
Of De Zutter met zijn doorgedreven onderzoek ook tips heeft voor vrouwen die het slachtoffer van een verkrachting zijn? “Tegen mijn dochter zeg ik altijd: probeer je in zo’n situatie zo heftig mogelijk te verzetten. Slachtoffers doen dat doorgaans niet, omdat ze schrik hebben om vermoord te worden. Maar dat gebeurt maar uiterst zelden. Of je moet te maken hebben met een verkrachter die tegelijkertijd een psychopaat is, zoals Marc Dutroux of Ronald Janssen. Verkrachtingen gaan ook vaak gepaard met orale seks. Waarom bijt het slachtoffer dan niet, zou je denken. Maar ook dat is een gevolg van de angst. Slachtoffers zijn zo verstijfd, dat ze niet anders durven dan mee te gaan in het verhaal van de verkrachter. In de literatuur is er zelfs maar één geval bekend, ergens in Rusland, waarbij een slachtoffer in het lid van een verkrachter heeft gebeten.” De Zutter kreeg ondertussen al heel wat reacties van zedenrechercheurs uit Vlaanderen. “Onder meer politiezone Carma toonde al interesse in mijn onderzoek”, zegt De Zutter.