“Neem ons niet te serieus, wij doen dat ook niet”
Een eigen muziekdocumentaire, een nieuwe plaat en een concert in het Sportpaleis: moet er nog Bazart zijn? Voor de bandleden zelf dreigt alvast geen overkill. “Veel terugkrijgen van een publiek werkt verslavend. Je wil altijd méér.”
“Neem ons vooral niet te serieus. Wij doen dat ook niet. Onze muziek is ernst, maar voorts hebben we zelfrelativering zat. Sterker: zelfspot is het begin van alle wijsheid.” Mathieu Terryn (24), Simon Nuytten (25) en Oliver Symons (25) stellen het meteen duidelijk: mensen meten hen vaker een strak imago aan dan zijzelf doen. Die verfijnde popstermaniertjes en de überhippe outfits? Zie daar geen grote regie achter. De clevere opeenvolging dit najaar van docu, album en Sportpaleis? Overschat hun marketingstrategie niet. “We doen niets enkel voor het geld. We willen zaken blijven maken waar we volledig achter staan en de focus moet altijd op de muziek liggen. Ook al deed onze eerste plaat het goed, we hebben onszelf geen druk laten opleggen. Anders verlies je je ziel.” De muziek, dus. De ambassadeurs van het ‘Brasschaathaar’ – dat is wel degelijk een ding, zoek maar op – doopten hun jongste ‘2’. Droog, maar als bands als Van Halen en Led Zeppelin je voorgaan, zeurt niemand. Het leidt ook niet af van die muziek: een mooie blend van soul en pop, ergens tussen zomers verlangen, dromerigheid en melancholie in. “Onze smaak is gelukkig redelijk gelijklopend, maar elk nummer dat op de plaat komt, moet de goedkeuring van iedereen hebben. Dat geldt eigenlijk voor allaties les rond Bazart. Zo houden we elkaar scherp.”
Overtollig vet
Ook de teksten vallen op: “Ik heb nood aan adem, ik loop weg van alles” of “Is het einde nabij?” Het zijn bijtijds voorzichtige existentiële bedenkingen in een melodieus jasje. Mathieu: “Die teksten zijn misschien vaag, maar tegelijk heel direct: iedereen kan ze voor zichzelf concreet en persoonlijk invullen. De ene ziet er een boodschap in over de liefde, een ander over wat hij moet met zijn leven.”
De steile klim naar succes de jongste jaren schopte de drie middenin de publieke belangstelling. “Bij re- of relatiebreuken kom je jezelf dan tegen op sites en in magazines. Dat is de keerzijde van de medaille. Maar het kan niet altijd leuk zijn, zeker? We mogen ook niet te zeer klagen: we gaan vaak op restaurant of café en het is niet dat ons eten koud is tegen dat we klaar zijn met poseren voor selfies. Al zijn we wel strikt in wat we prijsgeven, zoals bij onze documentaire: de makers mochten niet bij ons in de keuken komen filmen om te zien wat we tussen onze boterham leggen. Het gaat altijd om ons in de context van de muziek.”
Het drietal volgt wél wat over hen wordt gezegd op Twitter. “We moeten daar maar eens mee stoppen. Twitter is een kweekvijver van haat, een bron van veel te veel meningen. Eer je daar iets zinvols vindt, moet je eerst het overtollige vet wegschrapen. Maar uiteraard is het verleidelijk om dat te checken, we zijn kinderen van onze generatie.”
Maar zeuren willen ze niet. Want de kick van het optreden, die blijft. “Veel terugkrijgen van je publiek, dat werkt verslavend. Je wil dat dat blijft duren, je wil altijd maar meer. We zien nu al op tegen de dag waarop dat eens wat minder wordt.”
→ ‘Het Begin Voorbij’ is vanaf dit weekend te zien in Kinepolis Hasselt. Op 20 oktober staat Bazart in het Sportpaleis.