ZOEK DE 5
BRITSE WINNAARS IN GROTE RONDES, MAAR GEEN PRODUCTEN VAN EEN ‘BRITS MODEL’
Chris Froome (33) de Giro, Geraint Thomas (32) de Tour en Simon Yates (26) de Vuelta. Drie verschillende renners uit Groot-Brittannië wonnen dit jaar de drie grote rondes in het wielrennen. Een triomf voor het Britse opleidingsmodel? Niet per se, want behalve hun nationaliteit hebben Froome, Thomas en Yates niks met elkaar gemeen.
Het Britse succes in de grote rondes was tot voor deze Vuelta vooral het succes van Team Sky. Chris Froome en Geraint Thomas zijn de exponenten van de maakbare Tourwinnaar. Vóór Team Sky waren ze nobody’s, twee renners die bij Barloworld geen enkele koers hadden gewonnen. De ongrijpbare Sky-cocktail van training, dieet en marginal gains transformeerde Froome en Thomas tot wereldtoppers in het rondewerk. Simon Yates is nadrukkelijk geen product van Team Sky. Hij doorliep weliswaar de Academy van de Britse federatie, maar ging vervolgens niet in op een contractvoorstel van Sky, nochtans het logische vervolg. Dat broer Adam niet mocht meekomen, speelde zeker mee, maar Simon wilde ook niet onderaan de onverbiddelijke voedselketen van het wielrennen beginnen. “Ik wilde niet verstrikt raken in hun web”, zei hij daar ooit over.
Anders dan Thomas en Froome is Yates in zijn carrière nooit een knecht geweest. Dat komt omdat hij - opnieuw in tegenstelling tot Froome en Thomas - als wegrenner wel meteen als high potential werd geïdentificeerd. Na zijn dubbele ritzege in de Ronde van de Toekomst in 2013 had hij de ploegen voor het uitkiezen. Het werd uiteindelijk Orica-Greenedge omdat hij daar hiërarchisch het meeste kansen zag.
Het is aannemelijk dat Froome en Thomas zonder de expertise van Team Sky nooit een Giro, Tour of Vuelta hadden gewonnen. Bij Yates stond het in de sterren geschreven dat hij ooit zou excelleren in het rondewerk. De Britse federatie focust in haar opleiding van jonge renners nadrukkelijk op het baanwielrennen. Het is een heel ‘meetbare’ trainingsomgeving, waarin ook nog veel olympische medailles te rapen zijn. Maar de piste als hét Britse succesrecept? Voor Chris Froome gaat dat natuurlijk helemaal niet op. Hij begon niet met fietsen op de wielerbaan van Manchester, maar wel in Mai-aihii, een township ten noordwesten van de Keniaanse hoofdstad Nairobi.
Dan had Simon Yates al een gunstiger geboorteplaats. Hij is afkomstig van Bury, volgens de Britten op spitting distance van de Manchester Vélodrome. Yates is net als Thomas zeker wel een pisteproduct, maar zelfs daar is veralgemenen moeilijk. Hij blonk uit in de puntenkoers en de ploegkoers en won in 2011 zelfs de Gentse Toekomstzesdaagse. Thomas is dan weer meervoudig olympisch kampioen achtervolging. Dat zijn twee andere disciplines: puntenkoers gaat om snelheid en inzicht, de achtervolging puur om vermogen. Het Britse succes verengen tot ‘de piste’ houdt dus geen steek. Als Groot-Brittannië al een productielijn heeft die Tourwinnaars assembleert, dan gebeurt dat niet volgens one-size-fits-all. Geraint Thomas is een heel andere renner dan Simon Yates. Een tijdrijder die bovengemiddeld kan klimmen tegenover een klimmer die bovengemiddeld kan tijdrijden. Chris Froome zit daar nog ergens tussenin. Froome en Thomas gebruiken de tijdritten in de grote rondes om hun voorsprong uit te bouwen, Yates moet de schade beperken. Hij heeft er een aanzienlijke progressie in gemaakt - bij Mitchelton-Scott hebben ze heel erg gewerkt op zijn positie, zegt ploegleider Lorenzo Lapage - maar het niveau van Froome en Thomas haalt hij nooit. In de voorbije Vuelta eindigde hij in Torrel-